Ambassadeur Bowral
Duiken op pentecost
Nanggol (land diving) is een eeuwenoud ritueel dat in de maanden april, mei en juni wordt uitgevoerd door de ni-Van op het eiland Pentecost. Circa tien springers duiken vanaf een bamboetoren naar beneden met alleen lianen om hun enkels. Het is de bedoeling dat ze met hun schouders de grond aan tippen. Dan zal de komende yam-oogst voortreffelijk zijn. Aan een duik gaat veel voorbereiding vooraf. De lianen mogen niet te kort, maar zeker niet te lang zijn. Tijdens elke duik staan de mededorpsbewoners achter de toren te zingen, joelen, fluiten en dansen. Zo voeren ze de spanning op. De duiker raakt hierdoor in een soort trance. De man op de foto duikt, met de armen gekruist voor zijn borst, van de allerhoogste 'verdieping'. Vlak voor hij de grond raakte, hoorde je een klap. Mijn eerste gedachte was dat hij z'n nek brak, maar gelukkig bleek het de plank te zijn, waarvan hij sprong. Die breekt waardoor de val van de duiker wordt 'vertraagd'. Hij heeft het overleefd!
Tau tau
De dood neemt in het leven van de Toraja's een prominente plaats in. Afhankelijk van de status (en rijkdom!) van de overledene kunnen de begrafenisrituelen dagen duren. Het is niet ongewoon dat het gebalsemde stoffelijk overschot maanden danwel jaren in het familiehuis wordt opgebaard alvorens het te begraven. Gedurende die periode kan de familie sparen voor de begrafenis waarbij honderden familieleden en bekenden van de overledene aanwezig zijn. Een ieder neemt iets mee, variërend van een slof sigaretten tot een varken of waterbuffel. De varkens en buffels (dat kunnen er tientallen zijn!) worden tijdens de begrafenisceremonie ritueel geslacht. Na de ceremonie wordt het lichaam van de overledene op een draagbaar naar de laatste rustplaats gebracht. De baar is een miniatuurversie van het familiehuis, een zogenaamde 'tongkonan'. Veel overleden Toraja's worden nog steeds, naar een eeuwenoude methode, bijgezet in een uit de rotsen gehouwen nis. In de directe nabijheid van het graf komt een 'balkon' met daarop een 'tau tau'. Dit is een uit hout gesneden pop die de overledene voorstelt en waakt over de gemeenschap. Op de foto zie je een rotswand bij het dorpje Lemo met vele graven en tau tau's. Rechtsonder staan twee draagbaren in de vorm van een 'tonkonan'.
Op de thee
Ruim 100 kilometer ten westen van de Iraanse stad Kerman ligt op een hoogte van 2.200 meter het dorpje Meymand. Het bestaat voor het grootste deel uit grotwoningen die hier honderden jaren geleden zijn 'gemaakt'. Het jongste bouwwerk is de moskee, die ruim 150 jaar geleden uit de rotsen is gehouwen. Vandaag de dag wonen er nog steeds zo'n 150 mensen in de grotwoningen. Bij ons bezoek aan het dorpje werden we uitgenodigd in diverse woningen een kijkje te nemen. Bij de vrouw op de foto kregen we een kopje thee aangeboden. Ze staat samen met haar dochtertje voor de ingang van haar woning.
Papoea Nieuw Guinea • Highlands
Papoea Nieuw Guinea • Highlands
Asaro mudmen
In het boek 'Before They Pass Away' van de Engelse fotograaf Jimmy Nelson staat onder meer een reportage over de 'Asaro Mudmen'. De Asaro zijn pas halverwege de vorige eeuw in contact met de westerse wereld gekomen. Dit volk leeft in kleine nederzettingen die zo'n drie kwartier rijden buiten Goroka in de Highlands liggen. Als de Asaro in vroegere tijden op oorlogspad waren, smeerden ze zichzelf helemaal in met modder. Ze zetten een angstaanjagend kleimasker op hun hoofd en gingen dan bij zonsopkomst ten strijde. In combinatie met de mist die er elke ochtend in de bergen hangt, joegen ze de vijand enorme schrik aan. Die dacht dat er 'geesten' verschenen waardoor er alom verwarring in de gelederen ontstond. Dankzij deze tactiek stonden de Asaro psychologisch gezien al met 1 - 0 voor in de strijd. Hoewel er vandaag de dag nog steeds felle en heftige stammenoorlogen zijn in de Highlands van Papoea-Nieuw-Guinea, worden de maskers hierbij niet meer gebruikt (wel de speren en pijl en boog!). Begrijpelijk, want de maskers wegen zeker vijf kilo. Om hun legendarische 'oorlogsact' in ere te houden, dragen de Asaro de maskers nog steeds bij speciale ceremonies en gelegenheden.
Lençóis Maranhenses
Een zeer fraai staaltje landschapsarchitectuur waar geen mensenhand aan te pas komt: voor mij behoort het Lençóis Maranhenses National Park nog altijd tot de absolute hoogtepunten van mijn reis door Brazilië. Wat je hier ziet is een enorme witte 'duinenzee' zover het oog reikt. Tussen die duinen liggen duizenden kleine zoet water meertjes waarin het heerlijk zwemmen is. Deze meertjes ontstaan in de regentijd. In juli zijn ze optimaal gevuld. Daarna verdampen ze om vervolgens in ons voorjaar weer vol te lopen. Wat ik heel bijzonder vond, was dat er in sommige meertjes vissen zwemmen. Dit blijken tijgervissen te zijn die zich gedurende de droge periode 'ingraven' in het natte zand en er een soort van 'winterslaap' houden. Lençóis Maranhenses beslaat ruim 1.500 km2 en is gelegen aan de noordkust van het land. Hoewel het veelal niet op de route ligt van de 'doorsnee Braziliëganger', is het de omweg meer dan de moeite waard. Je kunt het gebied eenvoudig per openbaar vervoer bereiken vanuit Sao Luis. Deze stad is overigens al een trekpleister op zich!
Eenzame oryx
Als je vanaf Fish River, Lüderitz of Aus richting Sesriem gaat, nemen de meeste mensen de doorgaande 'hoofdweg' (C13). Een fantastisch alternatief voor deze weg is de D707. Het is wat omrijden, maar absoluut de moeite waard. Deze route heb je vrijwel helemaal voor jezelf (120km) en je komt geen enkel dorp tegen. Aan de linkerzijde zie je de rode zandduinen van de Namib Desert en aan je rechterzijde wisselen zwarte bergen en enorme vergezichten elkaar af. De route is helemaal gravel en goed te doen, ook met een 2x2. Vanaf Aus: neem de C13 richting Helmingerhausen. Na ongeveer 55km zie je de D707 aan je linkerhand. Sla hier in en geniet onderweg van al het moois. De weg sluit uiteindelijk weer aan op de C27 richting Sesriem.
Vanuit de lucht
Voor de Namibiëgangers onder ons (en dat zijn er volgens mij nogal wat) zal deze luchtfoto een feest der herkenning zijn. Je ziet een stukje van het Namib Naukluft NP met rechtsonder de Sossus Vlei en boven in het midden de Dead Vlei met zijn prachtige 'versteende' bomen. Bij de groene boompjes is de parkeerplaats voor de Sossus Vlei. Iets daarboven de parkeerplaats voor de Dead Vlei. De duin links van de Dead Vlei is 'Big Daddy'. De duin links van de Sossus Vlei is 'Big Mama'. Ongeveer in het midden ligt het circa vijf kilometer lange 'zandpad' dat alleen te berijden is met een 4x4. Dat dit niet altijd even makkelijk is, blijkt wel uit het feit dat je er regelmatig buitenlandse toeristen zuchtend en vloekend naast hun huurauto ziet staan omdat die is vastgelopen in het mulle zand. Ik heb de foto genomen in de namiddag tijdens een rondvlucht over het gebied met een kleine Cessna
Een gelukkige aap
Je kunt in Ghana maar beter geen aap zijn! In de meeste gevallen eindig je vroegtijdig in de pan of op de fetisjmarkt. Tenzij je een Campbell’s Mona aap of een Geoffroy’s Pied Colobus aap bent en woont in het apenbos tussen de dorpjes Boabeng en Fiema. De mensen die er wonen geloven dat apen heilig zijn en geen kwaad mag worden aangedaan. Het verhaal gaat dat apen overleden mensen uit de slaventijd zijn, hun geest leeft voort in de apen. De adoratie gaat zelfs zover dat er een apenbegraafplaats is. Elke overleden aap krijgt een eigen graf met daarop een houten kruis. Hierop staat wat voor soort aap het was, mannetje of vrouwtje en de datum van overlijden. Als er een aap overlijdt, regelen de dorpsbewoners een dienst met kistje, doodskleed en gebeden van een fetisjpriester. De begraafplaats is een indrukwekkende plek om te bezoeken. Er is een onderzoekscentrum waar je als bezoeker kunt overnachten. Op de foto zie je een Geoffroy’s Pied Colobus aap. Zij zijn absoluut niet mensenschuw, dit in tegenstelling tot de Campbell’s Mona apen. Die verblijven veelal hoog in de bomen.
Pelgrim
Hampi (in de staat Karnataka) is voor mij een van de meest interessante plekjes in India. Het dorp ligt midden tussen de prachtige ruïnes van Vijayanagara, de voormalige hoofdstad van het gelijknamige rijk (1343 - 1565). Het hele gebied staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Los van de vele ruïnes en tempels kenmerkt Hampi zich door zijn bijzondere omgeving. Het dorp ligt aan een rivier en overal liggen enorme stenen en rotsblokken. Hampi trekt veel pelgrims die een bezoek brengen aan de Virupaksha tempel.
Wild Horses
Zoals je ze hier ziet, zou je zeggen dat het makke paarden zijn die in een traag tempo door het desolate landschap in de omgeving van Aus sjokken. Het zijn echter wilde woestijnpaarden die aan het eind van de dag hun dorst lessen bij een waterput. Op dit moment zijn er nog zo'n honderd paarden. Hoe ze er ooit zijn gekomen, is nog steeds een raadsel. De meest geloofwaardige theorie is dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog - toen grote delen van Namibië nog een Duitse kolonie vormden - zijn 'ontsnapt'
Rood, wit, blauw
Van de vele 'tribes' die zich trots presenteerden op het Goroka festival vond ik deze toch wel erg bijzonder. Deze vrouwen komen uit de Western Highlands. Kenmerkend voor de stammen uit deze streek zijn de rood beschilderde gezichten met witte en blauwe accenten
Verenigde Arabische Emiraten • Abu Dhabi
Verenigde Arabische Emiraten • Abu Dhabi
In de moskee
De prachtige Sjeik Zayed-moskee in Abu Dhabi is op zichzelf al een bijzonder fotogeniek bouwwerk. Zowel het exterieur als het interieur leveren fraaie plaatjes op. Dat geldt veelal ook voor de bezoekers van de moskee, zoals deze dame met haar mooie ogen
Khaju brug
Isfahan telt diverse historische stenen bruggen over de Zayandeh rivier. Een van de mooiste is ongetwijfeld de Khaju brug. De brug uit 1660 is een prachtig voorbeeld van de Perzische architectuur. Hij heeft twee 'verdiepingen', 24 bogen en is 133 meter lang en 12 meter breed. In het midden zijn twee achthoekige paviljoens gebouwd. De brug is alleen toegankelijk voor voetgangers, die er dan ook gretig gebruik van maken om van de ene naar de andere kant van de stad te gaan. Na zonsondergang wordt de brug feeëriek verlicht.
Papoea Nieuw Guinea • Highlands
Papoea Nieuw Guinea • Highlands
Kalam in Simbai
In het dorpje Simbai, hoog in de Highlands van Papoea-Nieuw-Guinea, wordt jaarlijks in september een meerdaagse initiatieceremonie gehouden. Jongens van de Kalam 'tribe' in de leeftijd van zes tot achttien jaar verblijven een week in een afgesloten hut. Daar ondergaan zij diverse rituelen, zoals het 'piercen' van de neus. Na deze week mogen ze naar buiten en worden ze onthaald door hun ouders, broers, zussen en dorpsgenoten. Het is tijd om te feesten. Dag en nacht wordt er gezongen, gedanst en muziek gemaakt. De cultuur van de Kalam is uniek. De beroemde Engelse fotograaf Jimmy Nelson heeft er in zijn boek 'Before They Pass Away' een reportage aan gewijd. De hoofddeksels die de mannen dragen zijn heel bijzonder. De groene 'glittertjes' die je ziet zijn de koppen van een bepaald soort kevertje dat alleen hier voor komt. De kevertjes zijn er in januari, februari en maart. Het is dan zaak om er zoveel mogelijk te vangen. Nadat de kopjes zijn gescheiden van de romp, worden ze aan een dun bamboetakje geregen en vervolgens aan de muts bevestigd. Met dit proces zijn ze ongeveer een jaar bezig. Op een muts (die circa vijf kilo weegt) zijn zo'n 1.000 keverkopjes bevestigd.
Goroka
Elk jaar in september wordt het bijzonder spectaculaire en kleurrijke Goroka festival gehouden. Zo'n zestig verschillende 'tribes' komen van heinde en verre naar Goroka. Sommige zijn dagen onderweg. Ze presenteren zich aan elkaar door vol overgave muziek te maken, te zingen en te dansen. Een ware kakofonie van beeld, geluid en kleur. Voor mij was het een van de mooiste festivals ooit meegemaakt
Zand ...
Zandduinen en woestijnen zijn voor mij ideale foto-objecten. Het gaat mij daarbij meestal niet om een totaalplaatje, maar om de details. Die details zie je pas als je door de zoeker van je camera kijkt, maar dan moet je er wel een zo fors mogelijke tele(zoom)lens opzetten. Met het blote oog kijk je heel anders en heb je de neiging maar raak te knippen. Je foto's worden nog veel mooier en interessanter naarmate het einde van de dag nadert. Overdag fotograferen met hard licht levert bijna altijd 'vlakke' plaatjes op met weinig nuances. Mijn tip: ga een uur voor zonsondergang naar de duinen. Er ontspint zich dan een continu veranderend licht- en schaduwspel. Deze foto is genomen in het Dorob NP vlakbij Swakopmund. Je ziet alleen maar zand. De horizontale 'lijn' is het laatste licht dat over een van de duinen schijnt. Daarboven en daaronder alleen maar zand, maar dan in de schaduw. Op een goed beeldscherm zie je nog duidelijk de structuren. Dit moment duurde slechts een enkele seconde. Direct daarna zag je weer heel andere, minstens zo interessante zandpatronen.
De geest van John Fru
In de immer actieve vulkaan Mt. Yasur op het eiland Tanna huist onder meer 'de geest' van John Frum. Volgens de bewoners aan de voet van de vulkaan zal John ooit terugkeren, hetgeen zal leiden tot meer voorspoed. Om hem gunstig te stemmen, worden regelmatig rondedansen uitgevoerd op de vulkanische vlakten onder de vulkaan. Mt. Yasur gromt, bromt en spuugt om de vijf minuten. Je voelt de aarde dan trillen en het regent vulkanische as. Je kunt de vulkaan oplopen om getuige te zijn van misschien wel het mooiste 'vuurwerk' op deze wereld.
Verenigde Arabische Emiraten • Abu Dhabi
Verenigde Arabische Emiraten • Abu Dhabi
De denkster
Deze dame zat alleen in een grote ruimte in de Sjeik Zayed moskee in Abu Dhabi. Er was verder niemand te bekennen. Ik vond het een intrigerend beeld. Ze was letterlijk van top tot teen helemaal in het zwart gekleed: een burka die het gezicht bedekte, maar ze droeg ook lange zwarte handschoenen. Doordat alles zwart is, zie je weinig contrast in de foto, waardoor het op een silhouet lijkt
Snake dance
Op het piepkleine eilandje Rah in het uiterste noorden van Vanuatu voeren de mannen de 'snake dance' op. Ze beschilderen hun hele lichaam zwart met witte ringen. Hiermee verbeelden ze de waterslangen die hier voorkomen. Met de bewegingen die ze maken imiteren ze deze slangen. Er zijn nog maar weinig mannen die deze dans beheersen. De beroemde Engelse fotograaf Jimmy Nelson heeft in zijn fotoboek 'Before they pass away' een aantal foto's van deze dans gemaakt.
Kaluts
De heetste plek op aarde is de Dasht-e Lut woestijn in Iran. De hoogst gemeten temperatuur was in 2005: 70,7 graden Celcius! De woestijn kent een bijzonder natuurfenomeen, de zogenaamde kaluts. Dit zijn een soort zandkastelen die tot zo'n 60 meter hoog kunnen worden. Ze zijn door de eeuwen heen ontstaan als gevolg van erosie. De kaluts liggen ruim 170 kilometer ten oosten van de stad Kerman. Vanwege de verzengende hitte kun je er alleen in de winter en het voor- en najaar naartoe. Je vertrekt in de regel pas na 15.00 uur uit Kerman en de volgende dag vertrek je weer zo vroeg mogelijk. Hotels zijn er niet. Overnachten doe je bij mensen thuis in een oasedorpje 30 kilometer verderop
Handwerk
Het dorpje Tiebele dicht bij de Ghanese grens is niet alleen bekend om de prachtig beschilderde 'huizen', maar ook om de pottenbakkerskunst. Dit is de hand van een oude pottenbakster. Al haar leven lang maakt ze met de blote handen de meest fraaie potten. Een draaischijf of andere hulpmiddelen heeft ze niet. Om de pot te 'versieren' maakt ze gebruik van een simpel ijzeren ringetje
Akwasidae festival
Elke zondag om de zes weken heeft in Kumasi, in de regio Ashanti, het spectaculaire en kleurrijke Akwasidae festival plaats. Van heinde en verre komen de 'chiefs' met hun prachtig uitgedoste gevolg naar het Manhyia paleis om de Ashanti koning Osei Nana Otumfuo Tutu II te bezoeken. Het festival draait met name om voorouderverering. Er is een bonte parade van trommelaars, hoornblazers, zangers en dansers. Elke chief draagt een kleurrijk gewaad, kenmerkend voor de streek waar hij vandaan komt. Ze zijn letterlijk behangen met gouden sieraden. Op de foto de staf van een van de chiefs die je op de achtergrond ziet. Ben je ooit voornemens naar Ghana te gaan, plan dan dit festival zeker in!