Madeira buiten de gebaande paden: 9 alternatieven voor de populaire hotspots
Madeira, een Portugese speldenknop in de Atlantische Oceaan, is in korte tijd razend populair geworden. Menig tijdlijn op sociale media is gevuld met foto’s van de ruige kustlijn, groene valleien en mystieke bossen. Gelukkig is het eiland rijk aan locaties waar je minder – of zelfs helemaal niet – geconfronteerd wordt met het massatoerisme. Met deze negen tips treed ook jij er buiten de gebaande paden.
Tekst: Leroy van den Berg
1. Maak een roadtrip over de oude kustweg i.p.v. door de tunnels

De Ruas de Antigua op Madeira vormen samen een historische 160 kilometer lange route om het eiland. Deze oude kustweg (ER101) voert langs de dramatische kustlijn, met talloze bochten en steile hellingen. Onderweg passeer je traditionele dorpen en miradouros (uitzichtpunten) die panoramische uitzichten verschaffen op de oceaan en het omliggende landschap.
Om het toenemende verkeer letterlijk en figuurlijk in goede banen te leiden, werden in 2006 op veel plekken tunnels aangelegd die dwars door de rotsen snijden. Steeds meer originele ruas worden gesloten wegens gebrek aan onderhoud en als gevolg van aardverschuivingen of wegverzakkingen. Toch kun je nog steeds grote delen van de oude ER101 per auto verkennen. Zeer geliefd is het gedeelte tussen Ponta do Sol en Madalena do Mar aan de zuidkant. Het water van de Cascata dos Anjos plenst hier direct vanaf een klif op de oude kustweg. Wie verder wil geraken, zal eronderdoor moeten rijden. Vanwege deze natuurlijke uitspatting staat dit deel van de route ook wel bekend als de ‘gratis autowasstraat’.
Laat je tijdens een roadtrip over het eiland niet al te veel leiden door je volgende halte. Het is veel leuker om spontaan te stoppen bij de plekken die jouw aandacht trekken. Als je op Madeira van de gebaande paden afwijkt, word je vanzelf beloond. Zo kom ik per abuis terecht op een vervallen deel van de Ruas de Antigua, waar ik – op twee stellen na – niemand tegenkom.
Tussen Ponta Delgada en Boa Ventura balanceert de smalle weg op een klif. Begroeide, vulkanische rotsformaties torenen boven me uit. Rond de puntvormige pieken hangt mist. Een beekje kabbelt en valt tussen de rotsen omlaag. Ongeveer vijftig meter onder me slaan golven hard tegen de rotsen. Het uitzicht in noordelijke richting biedt niets anders dan een oneindig waterlandschap: de Atlantische Oceaan. Voor het eerst besef ik hoeveel natuurgeweld er nodig is geweest om dit woeste eiland, ongeveer vijf miljoen jaar geleden ontstaan door vulkanische uitbarstingen op de zeebodem, uit lava en as te creëren. Kijk voor camperhuur en uitgewerkte roadtriproutes op Madeira Road Trip.
2. Kies voor een andere levadawandeling i.p.v. Levada das 25 Fontes

Madeira staat bekend als het ‘Eiland van de Eeuwige Lente’, vanwege de milde temperaturen en de regenbuien die het landschap voortdurend groen houden. Het hele jaar door kan er gewandeld worden. Het eiland beschikt over een netwerk van officiële wandelroutes, aangeduid als Pequenas Rotas, wat ‘kleine routes’ betekent. In totaal kun je kiezen uit 29 genummerde PR-routes. Deze routes zijn er in verschillende lengtes en moeilijkheidsgraden, en variëren van bergachtige trajecten tot paden langs levadas, de oude irrigatiekanalen. Levadas zijn aangelegd om water van de vochtige noordkust naar het drogere zuiden te verplaatsen.
Een van de mooiste wandeltrails van het eiland leidt langs Levada das 25 Fontes. Aan het eind wacht de dertig meter hoge 25 Fontes-waterval, die neerklettert in een ondiepe waterpoel met grote keien eromheen. Overhangende planten en exotische bloemen zorgen voor de perfecte omlijsting. Helaas dreigt de trail ten onder te gaan aan zijn eigen schoonheid. Vooral TikTok, waarop korte filmpjes worden gedeeld van de mooiste fotolocaties op het eiland, heeft bijgedragen aan een groei van het toerisme. Hierdoor is de trail populairder dan ooit. Een groot pijnpunt voor de locals is de drukte op de parkeerplaats, met auto’s die zonder pardon in de bermen en bosjes worden geparkeerd, en vele uitwerpselen, omdat er geen toiletten aanwezig zijn. Eilandbewoners vragen zich openlijk af waarom vrijwel iedereen de 25 Fontes-wandeling wil lopen, terwijl er zoveel alternatieven zijn om uit te kiezen.
Levada do Moinho voert langs oude watermolens en biedt schilderachtige uitzichten op de noordkust van Madeira. Deze rustige wandeling laat je kennismaken met een authentieke kant van het eiland. Levada da Portela begint in Santo da Serra en loopt langs bijenkorven, met adembenemende uitzichten op Ponta de São Lourenço en de eilanden Desertas en Porto Santo. Voor een tocht door het subtropische laurierbos is de Levada in Rabaçal ideaal. Op deze route trek je langs watervallen en lagunes, met mogelijkheden voor een verfrissende duik. Dicht bij Funchal vind je de Levada Vale Paraiso, een ontspannen route door een bosrijke omgeving met endemische planten, eucalyptus- en mimosabomen. Gids Linda, geboren en getogen op Madeira, biedt privétours aan naar alle uithoeken.
Lees ook: Deze 7 populaire bestemmingen horen in 2025 op je no-list (maar we bieden goede alternatieven!)
3. Zoek het droge noordoosten op i.p.v. het groene binnenland

Het noordoostelijke deel van Madeira herbergt een van de meest bezochte uitkijkpunten van het eiland. Vanaf de smalle landbrug die het hoofdeiland met het Ponta de São Lourenço-schiereiland verbindt, zie ik zowel de noord- als zuidkust. Het gebied is geliefd onder wandelaars, en dat heeft alles te maken met de Vereda da Ponta São Lourenço (PR8). Ik neem al vroeg de benen en blijf zo de menigte voor. Te voet doorkruis ik het rotslandschap en passeer ik kleurrijke rotspartijen, terwijl ik tot in de verte uitkijk over de zee.
Het droge schiereiland staat in schril contrast tot het weelderige groen van de rest van Madeira. Onderweg ontdek ik desalniettemin bijzondere plantjes die zich hebben aangepast aan de omstandigheden, zoals de sterke wind, zoute lucht en een gebrek aan water. Veel soorten hebben dikke, vlezige bladeren om water vast te houden, zilverachtige tinten om reflectie van zonlicht te verminderen, of diepe wortels om vocht uit de bodem te halen.
4. Wandel om het eiland heen i.p.v. een roadtrip

Toegegeven: de ruïnes van São Jorge zou ik niet op een ansichtkaart plaatsen. Maar de vallei waarin deze voormalige suikerrietmolens zich bevinden, is groen en groots. Ook hier wandel ik een stukje langs de kust, over een smal pad dat onderdeel uitmaakt van een historisch handelsroutenetwerk: de Caminho Real. Dit stuk is meteen het meest prominent – Caminho Real Nº 23 loopt in een lus van ruim 180 kilometer rond het eiland. Elke honderd stappen verandert het perspectief: van uitzicht op de groene vallei tot steile kliffen op een meter afstand en – wél ansichtkaartwaardig – een visser die vanaf een rotspunt z’n avondmaal aan het binnen hengelen is. De houten brug tussen hem en mij zit vol met gaten. Eén misstap betekent een vrije val van een meter of vijftien, zo de ruige oceaan in. De visser heeft het mooi bekeken: geen toerist die hem daar lastigvalt …
5. Verken het berglandschap op een mountainbike i.p.v. eem hike naar Pico Ruivo

Volgens mijn hyperactieve en enthousiaste gids Miguel staat het berggebied Poiso, een uniek overgangsgebied tussen de kust en het hooggebergte, in de top vijf van de mooiste mountainbikegebieden van Europa. ‘Het landschap is ontzettend divers.’ vertelt hij, ‘Van droge rotspaden tot dichte bosgebieden en open grasvelden waar schapen vrij grazen.’ Het Poiso-gebied staat bekend om zijn dennen- en eucalyptusbossen. Dankzij de frisse berglucht en serene omgeving is het een geliefde plek voor natuurliefhebbers die willen ontsnappen aan de drukkere delen van Madeira.
Miguel heeft gelijk: de gebieden die we doorkruisen op onze mountainbikes kunnen moeiteloos wedijveren met de populaire hotspots. Wat opvalt is de aangename temperatuur. Op 1.400 meter hoogte is het nog steeds prima toeven in een T-shirt. En dat terwijl de bossen volledig zijn opgetrokken in herfstkleuren. Ik zou bijna vergeten dat het november is, en dat de lente, waarin deze temperatuur gebruikelijker is, nog lang niet voor de deur staat. Aan het eind van de tocht zien we in de verte gigantische bergpieken opdoemen, waaronder de Pico Ruivo, de hoogste van Madeira. Direct waan ik me in de Dolomieten. De vallei is groen en vriendelijk, maar de pieken zijn fel en hard.
6. Hike door ongerepte laurierbossen i.p.v. Fanal Forest

Ooit ging Zuid-Europa bedekt onder laurisilva of laurierbossen. Door opzettelijke bosbranden, aangestoken door kolonisten vanaf de vijftiende eeuw, ging dit oeroude ecosysteem grotendeels verloren. Tegenwoordig zijn deze subtropische bossen, opgenomen in de Unesco-werelderfgoedlijst, alleen nog te verkennen op de Azoren en Madeira. Bedekt met mos, varens en lianen ademen de bomen een sprookjesachtige sfeer. Fanal Forest, aan de noordwestkant van het eiland, lijkt rechtstreeks uit een fantasiefilm te komen. Ik bezoek het natuurgebied vlak voor zonsondergang en stuit, zoals gehoopt, op een mistbank die tussen de kronkelende takken hangt en het landschap een vreemde, mystieke sfeer geeft.
Zelfs in november trekt dit bos veel bekijks. Toch weet ik een rustig plekje te vinden waar ik ongestoord kan genieten van dit natuurspektakel en de waanzinnige zonsondergang. Alsof de aarde heel even in brand staat, met de mistflarden als rook. Een wandeling door Fanal Forest is geen intensieve hike; eerder een kalme ontdekkingstocht door een surrealistisch decor.
Je kunt er natuurlijk naartoe rijden, je auto parkeren, en rondwandelen. Maar het is óók mogelijk om erheen te hiken. Na een wandeltocht van zeven uur door een van de meest ongerepte delen van het eiland is de voldoening bij het zien van de bomen des te groter. Onderweg krijg je waardevolle uitleg over de flora en fauna van een van de gidsen van Madeira Mountain Tours. De tocht gaat van start op het Paul da Serra-bergplateau. Na een behoorlijke daling door dichte laurierbossen bereik je Chão da Ribeira, een agrarisch gehucht in een afgelegen vallei met aangelegde terrassen en traditionele palheiros (stenen opslagschuren). Hierna volgt een klim van zo’n achthonderd meter, door onaangetaste plukken laurierbos met een grote variatie aan endemische plantensoorten. Hoewel de bomen nergens zo ver uit elkaar en vrij staan, kun je ook op andere plekken de befaamde laurierbomen in je opnemen.
Te midden van het berglandschap van Parque Natural do Ribeiro Frio vind je Chão do Nateiro. Net als Fanal Forest beschikt deze boslocatie over eeuwenoude, verspreide laurierbomen en een mysterieuze atmosfeer, vooral wanneer het mistig is. Om er te komen parkeer je je auto aan de ER103 en volg je de onverharde weg tot de waterkrachtcentrale, waarna je nog een klein stukje stijgt langs de rivier. Tot slot kun je de bomen ook waarnemen tijdens wandelingen naar het Encumeada- (1007 meter) en Bica da Cana-uitkijkpunt (1580 meter) en door het Chão dos Louros Forest Park.
7. Neem een duik in een natuurlijk zwembad i.p.v. het badencomplex in Porto Moniz

Aan de ruige noordkust is goed te zien dat Madeira een vulkanisch eiland is. De gaten in het lavagesteente worden door golven gevuld met zeewater en fungeren als natuurlijke zwembaden. Erg populair is het badencomplex van Porto Moniz, compleet met kleedkamers, cafés en restaurants. Het oostelijker gelegen Seixal, een schilderachtig dorpje bij de monding van een drooggevallen rivier, heeft eveneens natuurlijke zwembaden.
Vanaf de rotspartijen kijk ik uit over de oceaan. De andere bezoekers verzamelen zich bij de poelen aan het eind van het schiereiland. Omdat het uitzicht daar niet per se beter blijkt te zijn, besluit ik de menigte achter me te laten en mijn handdoek uit te slaan op het zwarte strandje in de buurt van de ingang. Hier spring ik voor de eerste keer in zee. Eerlijk is eerlijk: echt warm is het niet, en de grijze wolken aan de horizon nodigen evenmin uit tot een zwempartij. Ik laat me echter niet kennen. Na een paar schoolslagen is mijn lichaam op temperatuur. Een tijdlang dobber ik rond en geniet ik van het natuurgeweld om me heen. Het turquoise water steekt sterk af tegen het donkere lavagesteente de grijze hemel.
8. Verdiep jezelf in de wijncultuur i.p.v. een vluchtige rondleiding

Madeira staat wereldwijd bekend om zijn versterkte maderawijn, die er al sinds de vijftiende eeuw wordt geproduceerd. De wijn is geliefd om zijn rijke smaak en lange houdbaarheid. Oorspronkelijk werden vier verschillende druiven gebruikt, elk met zijn eigen eigenschappen. Tegenwoordig is vooral de tinta negra-druif in trek.
Voor liefhebbers zijn er diverse mogelijkheden om de wijncultuur van Madeira te ervaren. Zo kun je deelnemen aan een Food and Wine Walking Tour in Funchal, waarbij je langsgaat bij traditionele restaurants en wijnproducenten, en een Full Day Wine Tour door de wereld van de maderawijn, waarbij je luncht en wijnen proeft in rustieke gaarden. Of ga op eigen houtje langs bij een wijnhuis.
Sāo Vincente ligt genesteld in een indrukwekkende vallei. Tegen de flanken van de omliggende bergen ligt Quinta do Barbusano, de wijngaard van de grootste wijnmaker van het eiland. Hier neem ik deel aan een rondleiding met aansluitend een proeverij met uitzicht over de vallei. Een leuk uitje voor wijnliefhebbers, maar de tour is gehaast en overduidelijk geprogrammeerd om grote groepen toeristen te verwerken. Nu, in november, is het echter rustig. Slechts drie tafels zijn bezet. Urenlang nip ik aan de verschillende wijnen.
9. Proef de lokale keuken i.p.v. westerse restaurants

Terug in de hoofdstad Funchal ontdek ik op de valreep Mercado dos Lavradores, de centrale versmarkt van de stad. Hier word ik overweldigd door de geur van verse kruiden, exotisch fruit en lokale delicatessen. Verkopers bieden me stukjes passievrucht en ananasbanaan aan. Naast fruit en groenten wordt er ook verse vis verkocht, waaronder de beroemde espada of zwarte degenvis. Deze diepzeevis leeft op grote diepten – tot wel 1.500 meter – en wordt ’s nachts gevangen door lokale vissers. In restaurants wordt espada vaak geserveerd met banaan of maracujasaus. Met zijn unieke textuur en smaak is espada misschien wel het bijzonderste gerecht uit de eilandkeuken.
Ik neem de proef op de som in Peixaria no Mercado. Dit piepkleine visrestaurant huist direct naast de ingang van de versmarkt en serveert alle visgerechten die de keuken van Madeira geliefd maken. Tijdens mijn bezoek zijn slechts twee tafels bezet, terwijl bij de vreetschuur aan de overkant alle tafeltjes zijn ingenomen.
In het hart van Funchal, in een quinta (landgoed) uit het begin van de negentiende eeuw, bevindt zich Jardin Magnólia. Omringd door tropische planten kun je hier genieten van fine dining in een romantische setting. Op de kaart staan voornamelijk regionale gerechten. Met een beetje geluk wordt je diner gepeperd door livejazzmuziek. Vila da Carne in Câmara de Lobos staat bekend om zijn traditionele espetada Madeirense: gegrilde vleesspiezen gemarineerd in knoflook, laurier en zeezout. Malser en smaakvoller dan dit wordt het niet. Ook de locatie, een overdekt en door glazen wanden beschut terras met zeezicht, is niet mals …
Bekijk alle locaties van deze tips op onderstaande kaart:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Volg Columbus Travel op Facebook, Instagram, Spotify en/of YouTube en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
Meer lezen? Trakteer jezelf op de reportage van Madeira in Columbus Travel editie 139!
[elementor-template id=”80696″]


