De 10 mooiste plekken om paddenstoelen te vinden (en te wandelen) in Nederland
Nederland is een paradijs voor paddenstoelenliefhebbers. Dankzij het vochtige klimaat, de afwisselende bodems en de uitgestrekte bossen kun je hier in de herfst op talloze plekken paddenstoelen vinden. Of je nu paddenstoelen wilt plukken, fotograferen of gewoon een magische herfstwandeling wilt maken, dit zijn de 10 mooiste plekken om paddenstoelen te spotten in Nederland.
1. Het Speulder- en Sprielderbos, Gelderland

Waarom hier? Het Speulder- en Sprielderbos, gelegen tussen Ermelo, Putten en Garderen, is een van de oudste oerbossen van Nederland. Niet voor niets heeft Staatsbosbeheer dit bos uitgeroepen tot het mooiste van het land. De grote eiken- en beukenbomen hebben speciale krommingen en zijn deels met elkaar vergroeid, waardoor het ook wel bekendstaat als bekend als het ‘bos van de dansende bomen’. Daarnaast vind je er ‘het donkere bos’ met douglas- en fijnsparren en het ‘lichte bos’ met dennen en berken. In de herfst transformeert het in een paddenstoelenparadijs.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? Amethistzwam (eetbaar, mits gekookt), gele knolamaniet (giftig), oesterzwam (eetbaar), porseleinzwam (niet eetbaar) en zadelzwam (niet eetbaar).
Wandeltip: de kronkelende paden en het mysterieuze lichtspel maken dit bos tot een sprookjesachtige locatie voor een herfstwandeling. Vanuit het centrum van Putten start er een route van 17 kilometer door het Sprielder- en Speulderbos richting de Ermelose heide. Je komt dan ook langs het kleine dorpje Drie en het Solse Gat, een diepe kuil die in de ijstijd is ontstaan door een draaikolk in gletsjerwater.
Meer wandelinspiratie? Dit zijn de 8 mooiste wandelroutes van Nederland en België.
2. De Maasduinen, Limburg

Waarom hier? Nationaal Park De Maasduinen vormt een pareltje in het zuiden. Het gebied langs de Maas, tegen de Duitse grens, bestaat uit bossen, heidevelden en stuifzanden waar paddenstoelen welig tieren. De rivierduinengordel is de langste van het land en een unieke biotoop voor talloze paddenstoelensoorten.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? De aardster (niet eetbaar), amethistzwam (eetbaar), vlamhoed (niet eetbaar), gewone zwavelkop (giftig) en zandduinvezelkop (giftig).
Wandeltip: de Bergerheide route voert je langs heidevelden, stuifzand en vennen, waar in de herfst de bodem letterlijk tot leven komt. Ideaal voor een paddenstoelenwandeling in Limburg.
3. De Veluwe, Gelderland

Waarom hier? De Veluwe is misschien wel de bekendste plek van Nederland om paddenstoelen te spotten. Hier groeien meer dan vierhonderd soorten paddenstoelen, van eekhoorntjesbrood tot de iconische vliegenzwam. Terwijl de bladeren verkleuren en de edelherten burlen, wordt het bos een levend schilderij.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? De aardster (niet eetbaar), dennenschelpzwam (niet eetbaar), eekhoorntjesbrood (eetbaar), de echte tonderzwam (niet eetbaar), de gele aardappelbovist (niet eetbaar), de gele trilzwam (eetbaar), de grote sponszwam (eetbaar), de heksenboleet (giftig), de porseleinzwam (niet eetbaar) en de vliegenzwam (giftig).
Wandeltip: het Boswachterspad Kootwijk (zes kilometer) voert je door het grootste stuifzandgebied van West-Europa. Je wandelt langs heidevelden, door bossen en langs Radio Kootwijk, een van de meest fotogenieke plekken van de Veluwe. Onderweg heb je kans om diverse dieren te spotten, zoals reeën, wilde zwijnen en verschillende vogelsoorten.
Nazomeren op de Veluwe: 6 tips voor de herfst
4. Dwingelderveld, Drenthe

Waarom hier? Dwingelderveld, ook wel ‘het gebied met de onverstoorde horizon’ genoemd, is een Drents natuurjuweel met meer dan zestig vennen en veenmoerasjes. Hier loop je kans om kuddes heideschapen met hun herder te ontmoeten. Het is bovendien een hotspot voor paddenstoelen.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? De zeldzame wasplaat (niet eetbaar), de karmijnrode ridderzwam (giftig), de kleine bloedsteelmycena (niet eetbaar) en de vliegenzwam (giftig).
Wandeltip: het Boswachterspad Spier leidt over zandpaden, plankenpaden en heidevelden. Let op bijzondere planten als zonnedauw en klokjesgentiaan en luister naar de zang van de roodborsttapuit of kraanvogel.
5. De Biesbosch, Noord-Brabant

Waarom hier? De Biesbosch is het grootste zoetwatergetijdengebied van Europa. De vochtige omstandigheden zijn ideaal voor paddenstoelen, van oesterzwammen tot elfenbankjes.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? De beukenridderzwam (eetbaar), elfenbankjes (niet eetbaar), de gewone zwavelkop (giftig), de glimmerinktzwam (eetbaar onder voorbehoud), het hazenpootje (eetbaar onder voorbehoud), de oesterzwam (eetbaar) en de vliegenzwam (giftig) en de zwerminktzwam .
Wandeltip: het Jantjespad (vijf kilometer) loopt dwars door het hart van de Biesbosch. Je wandelt langs kreken, wilgenbossen en rietvelden. Kanoën in de Biesbosch is ook toegestaan: een unieke manier om wild, zoals bevers, ijsvogels en zilverreigers, van dichtbij te zien, omdat ze je niet horen aankomen.
6. De Utrechtse Heuvelrug, Utrecht

Waarom hier? De Utrechtse Heuvelrug strekt zich uit tussen Rhenen en Huizen en staat bekend om zijn kastelen, buitenplaatsen en heuvelachtige bossen. In de herfst vind je hier een overvloed aan paddenstoelen, met name in de Kaapse Bossen.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? Eekhoorntjesbrood (eetbaar), heksenboleet (giftig), grote stinkzwam (giftig), inktzwam (eetbaar in jonge staat, maar vermijd consumptie), de geelwitte russula (sommige soorten zijn eetbaar, maar identificatie is cruciaal) en de rodekoolzwam (eetbaar onder voorbehoud).
Wandeltip: een bijzondere vermelding op de Utrechtse Heuvelrug verdienen de Kaapse Bossen bij Doorn. Het gebied is gezegend met brede beukenlanen, kronkelende bospaadjes, stuifzand- en heidegebieden. Volg de negen kilometer donkerblauwe wandelroute door de Kaapse Bossen en beklim de 25 meter hoge uitkijktoren De Kaap voor een panoramisch uitzicht over de heuvelrug.
Dit zijn de 22 nationale parken die Nederland rijk is
7. De Sallandse Heuvelrug, Overijssel

Waarom hier? Op de Sallandse Heuvelrug stijg je tot 75 meter boven NAP; voor Nederlandse begrippen een flinke klim. De afwisseling van heide, bossen en zandverstuivingen maakt dit gebied ideaal voor een herfstwandeling vol paddenstoelen. Met een beetje geluk kun je hier de zeldzame korhoen spotten, evenals reeën, hazen en diverse vogelsoorten.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? Cantharel (eetbaar), eekhoorntjesbrood (eetbaar), de paarse schijnridderzwam (eetbaar), de dennenmycena (niet eetbaar), de vliegenzwam (giftig) en de zwavelzwam (eetbaar).
Wandeltip: de Blauwe Venserbaankiesroute neemt je mee door het glooiende landschap van de Sallandse Heuvelrug. Je wandelt langs de vistrap, over heidevelden, door bossen en langs zandverstuivingen.
8. De Oostvaardersplassen, Flevoland

Waarom hier? De Oostvaardersplassen vormen een van de grootste moerasgebieden van West-Europa. Tussen de Konikpaarden, edelherten en zeearenden groeit een verrassende diversiteit aan paddenstoelen.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? De aardappelbovist (niet eetbaar), eekhoorntjesbrood (eetbaar), de elzenbundelzwam (niet eetbaar), de geelwitte russula (niet eetbaar), de geweizwam (niet eetbaar), de honingzwam (eetbaar), de koraalzwam (niet eetbaar), de moeraszwavelkop (giftig), de grote parasolzwam (eetbaar) en de tonderzwam (niet eetbaar).
Wandeltip: volg de Zeearendroute voor een combinatie van vogelspotten en paddenstoelen zoeken in het moeraslandschap van Flevoland.
9. Het Twiske, Noord-Holland

Waarom hier? Het Twiske, tussen Amsterdam, Zaandam en Purmerend, is een waterrijk natuurgebied vol vogels en wandelpaden. In de herfst schieten de paddenstoelen hier letterlijk uit de grond. Met zijn fiets- en wandelpaden, zwemlocaties en avontuurlijke speelplekken is Het Twiske een ideale bestemming voor zowel actieve recreanten als rustzoekers.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? Het judasoor (eetbaar), de kortwortelfranjehoed (niet eetbaar), de zeldzame rafelige champignon (eetbaar), de weidechampignon (eetbaar), de veldparasolzwam (eetbaar), de vliegenzwam (giftig) en de gewone zwavelkop (giftig).
Wandeltip: de Twiskeroute (zestien kilometer) voert langs plassen, rietkragen en weiden. Onderweg kun je futen, eenden en andere watervogels spotten vanuit de vogelkijkhutten.
10. De Loonse en Drunense Duinen, Noord-Brabant

Waarom hier? Zand, zand, en nog eens zand; het is geen toeval dat de Loonse en Drunense Duinen wel eens gekscherend ‘de Sahara’ worden genoemd. Het is dan ook het op één na grootste stuifzandgebied van West-Europa. Met name insecten en amfibieën gedijen er goed. Tussen de zandvlaktes en bossen groeien verrassend veel paddenstoelen.
Welke paddenstoelen kun je er onder andere vinden? Het duivelsei (niet eetbaar), de honingzwam (eetbaar), de indigoboleet (eetbaar), de tonderzwam (niet eetbaar), de vliegenzwam (giftig) en de zandduinchampignon (eetbaar).
Wandeltip: de wandelroute Bosch en Duin (vier kilometer) leidt door stuifzand, bos en vennetjes. Vooral na een regenbui wemelt het hier van de paddenstoelen, perfect voor een korte herfstwandeling.
Welke paddenstoelen kun je in Nederland vinden?
Er komen in Nederland meer dan 5.000 paddenstoelensoorten voor. We noemen een aantal van de meest voorkomende en genoemde eetbare én niet eetbare paddenstoelen uit dit artikel.
Eetbare paddenstoelen:

















- Amethistzwam (Laccaria amethystina): ook wel bekend als de rodekoolzwam, met een paarsachtige kleur. De paddenstoel is eetbaar, maar moet goed worden gekookt om mogelijke lichte toxiciteit te verminderen.
- Beukenridderzwam (Tricholoma populinum): heeft een grijzige hoed met een witte steel en groeit voornamelijk onder populieren en beuken. De paddenstoel staat bekend om zijn aangename, nootachtige smaak.
- Cantharel (Cantharellus cibarius): heeft een kenmerkende trechtervormige, geel tot oranje hoed en wordt vaak ‘hanekam’ genoemd; deze paddenstoel wordt zeer gewaardeerd in de gastronomie vanwege zijn peperige, fruitige smaak.
- Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis): een paddenstoel die vaak wordt gebruikt in de keuken vanwege zijn aangename smaak. Je herkent hem aan de dikke steel en het sponsachtige buisjeslaagje onder de hoed, in plaats van lamellen (streepjes) zoals bij veel andere soorten.
- Gele trilzwam (Tremella mesenterica): heeft een heldergele, geleiachtige structuur die vaak te vinden is op dode takken en loofhout, vooral na regen. Deze paddenstoel heeft een milde smaak en wordt voornamelijk gebruikt voor zijn textuur in gerechten.
- Grote sponszwam (Sparassis crispa): heeft een unieke, golvende en sponsachtige structuur, vaak lichtgeel tot crème van kleur, en groeit voornamelijk aan de voet van naaldbomen. Hij kan wel veertig centimeter breed worden en tot vijf kilo wegen. Deze paddenstoel wordt gewaardeerd om zijn zachte, nootachtige smaak en wordt vaak gebruikt in culinaire gerechten.
- Honingzwam (Armillaria mellea): heeft een goudbruine tot honingkleurige hoed en groeit vaak in dichte trossen op bomen en houtachtige substraten. Deze paddenstoel staat bekend om zijn vermogen om bomen en hout te koloniseren, wat soms tot hun verval kan leiden. Jonge exemplaren van de honingzwam zijn eetbaar en hebben een milde, zoete smaak.
- Indigoboleet (Boletus indigo): opvallende paddenstoel met vaak een blauw tot indigokleurige hoed en steel. In sommige gevallen oogt de hoed eerst bruin of grijs en bij beschadiging of blootstelling aan de lucht verkleurt het vlees naar een groenachtige tint. Hij groeit in loof- en naaldbossen en vormt mycorrhiza met verschillende boomsoorten. De indigoboleet heeft een milde smaak. Zijn unieke kleur maakt het een opvallende verschijning in het bos en een interessante toevoeging aan culinaire gerechten.
- Het judasoor (Auricularia auricula-judae): opvallende, geleiachtige paddenstoel met een vorm die doet denken aan een oor. De kleur varieert van rozebruin tot donkerbruin. Deze paddenstoel groeit voornamelijk op dode takken van vlierstruiken. Het judasoor wordt vooral gewaardeerd in de Aziatische keuken.
- Oesterzwam (Pleurotus ostreatus): heeft een grijzige tot lichtbruine, schelpvormige hoed en groeit vaak in trossen op dood hout. Deze paddenstoel wordt vaak gewaardeerd om zijn zachte textuur en milde smaak.
- Paarse schijnridderzwam (Lepista nuda): ook wel bekend als paarse ridderzwam. Heeft een opvallende paarse kleur op zowel de hoed als de steel. Deze paddenstoel wordt gewaardeerd om zijn aangename, nootachtige smaak.
- Rafelige champignon of gordelchampignon (Agaricus subperonatus): heeft een witte tot crèmekleurige hoed die met de leeftijd uitzet en een rafelige rand kan hebben. De steel is stevig met een opvallende ring. Deze paddenstoel komt vaak voor in graslanden en open bossen. Hoewel de rafelige champignon eetbaar is en een aangename smaak heeft, lijkt hij sterk op enkele giftige soorten.
- Veldparasolzwam of Grote Parasolzwam (Macrolepiota procera): heeft een hoge, slanke steel en een grote, schubbig patroon op de hoed, en lijkt op een opengeklapte parasol wanneer volgroeid. Deze paddenstoel wordt gewaardeerd om zijn nootachtige smaak, maar jonge exemplaren moeten met zorg worden geïdentificeerd om verwarring met giftige soorten te voorkomen.
- Weidechampignon (Agaricus campestris): heeft een witte tot lichtbruine hoed en groeit vaak in graslanden en weiden; deze paddenstoel is eetbaar en staat bekend om zijn milde, aangename smaak, vergelijkbaar met de gekweekte champignon die vaak in winkels wordt verkocht.
- Zadelzwam (Polyporus squamosus): heeft een hoed met een geschubd patroon en een opvallende zadelvorm, en groeit vaak op dode of verzwakte bomen. Deze paddenstoel is alleen eetbaar als hij jong is en de delen nog zacht zijn. Hij wordt namelijk al snel taai en minder lekker. Het is belangrijk om de zadelzwam correct te identificeren, aangezien er verwarring kan ontstaan met giftige exemplaren. Zachte delen kunnen worden verwerkt in stoofschotels, ingemaakt of in dunne plakken gefrituurd, terwijl taaiere stukken gedroogd en vermalen kunnen worden.
- Zandduinchampignon (Agaricus devoniensis): heeft een witte tot crèmekleurige hoed en groeit voornamelijk in zandduinen en andere zanderige gebieden. Deze paddenstoel heeft een aangename, milde smaak, vergelijkbaar met andere champignonsoorten.
- Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus): staat ook bekend als ‘kip van het bos’ vanwege zijn heldere gele tot oranje kleur en zijn vlezige textuur die, wanneer gekookt, doet denken aan kippenvlees. Deze paddenstoel groeit in grote, opvallende plakkaten op bomen, vooral op eiken. De jonge, zachte randen van de zwavelzwam zijn eetbaar en worden vaak gebruikt in culinaire gerechten vanwege hun aangename smaak en textuur. Het is echter belangrijk om alleen de jonge delen te consumeren, aangezien oudere delen taai en bitter kunnen worden.
Niet eetbare paddenstoelen:
























- Aardappelbovist (Scleroderma citrinum): bolvormige, leerachtige paddenstoel met een ruwe, geelbruine buitenkant en een donker, sporenrijk binnenste.
- Aardster (Geastrum spp.): een opvallende paddenstoel met een stervormige uitklappende buitenlaag die het centrale, bolvormige vruchtlichaam onthult.
- Bleke Moeraszwavelkop (Hypholoma elongatum): heeft een geelgroene hoed en groeit vaak in drassige gebieden of moerassen. Deze paddenstoel is giftig en kan bij inname ernstige maag- en darmklachten veroorzaken.
- Dennenmycena (Mycena seynesii): kleine paddenstoel met een bruinachtige hoed en steel, en groeit vaak in groepen op dennenkegels.
- Dennenschelpzwam (Phellinus pini): houtachtige, schotelvormige paddenstoel met een donkerbruine tot zwarte kleur, en groeit voornamelijk op dode of verzwakte dennenbomen.
- Duivelsei of Grote stinkzwam (Phallus impudicus): opvallende fallusachtige paddenstoel, die begint als een eivormige structuur voordat het uitgroeit tot de bekende stinkzwam met een lange steel en een hoed die een onaangename geur afgeeft.
- Echte tonderzwam (Fomes fomentarius): houtachtige, hoefvormige paddenstoel die vaak groeit op dode of verzwakte bomen, met een grijze tot bruine kleur en duidelijke jaarringen.
- Elzenbundelzwam (Pholiota alnicola): groeit vaak op de stammen van dode elzenbomen in vochtige gebieden zoals moerassen en rietlanden.
- Gele knolamaniet (Amanita citrina): heeft een bleekgele tot citroengele hoed en is vaak te herkennen aan de witte knolvormige basis van de steel. Deze paddenstoel is giftig.
- Geelwitte russula (Russula ochroleuca): heeft een bleekgele tot crèmekleurige hoed en een witte steel.
- Geweizwam (Xylaria hypoxylon): heeft een opvallende vorm die lijkt op de vertakkingen van een gewei en is vaak zwart of donkerbruin van kleur.
- Gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare): deze paddenstoel met gele hoed is giftig en kan maag- en darmklachten veroorzaken.
- Gewoon elfenbankje (Trametes versicolor): veelvoorkomende paddenstoel met gestapelde, waaiervormige lagen in verschillende tinten van bruin tot wit, en groeit op dode of verzwakte bomen.
- Hazenpootje (Coprinopsis lagopus): kleine, fragiele paddenstoel met een zachte, grijze tot bruine hoed die bedekt is met fijne, witte haartjes die doen denken aan de vacht van een jonge haas. Naarmate de paddenstoel ouder wordt, wordt de hoed zwart en vloeibaar, wat typisch is voor inktzwammen. Hoewel het hazenpootje eetbaar is wanneer het jong en vers is, wordt het snel onaangenaam van smaak en wordt het daarom zelden verzameld voor consumptie.
- Heksenboleet (Suillellus luridus): heeft een bruine hoed en opvallend netwerkpatroon op de steel, en verkleurt blauw bij beschadiging. Licht giftig.
- Inktzwam (Coprinus spp.): heeft een cilindrische, vaak witte hoed die met de tijd vloeibaar wordt en ‘inktachtig’ zwart druipt. Sommige soorten zijn weliswaar wél eetbaar als ze jong zijn, maar ze moeten met zorg worden geconsumeerd omdat ze giftig kunnen zijn in combinatie met alcohol.
- Karmijnrode ridderzwam (Tricholomopsis rutilans): heeft een opvallende rood met wit geschubde hoed en groeit vaak op verterend naaldhout.
- Kleine bloedsteelmycena (Mycena haematopus): heeft een grijsbruine hoed en een opvallende rode steel die, wanneer beschadigd, een bloedrood sap afgeeft. Deze paddenstoel is te vinden op rottend hout in bossen en vochtige gebieden.
- Koraalzwam (Ramaria): de koraalzwam heeft een opvallende, vertakte vorm die lijkt op koraal uit de zee.
- Kortwortelfranjehoed (Psathyrella piluliformis): kleine tot middelgrote paddenstoel met een bruine hoed en een dunne steel. Deze paddenstoel groeit vaak in groepen op houtsnippers, dood hout of in grasvelden. De hoed is vaak bedekt met kleine, witte vlokjes en de rand kan enigszins gefranjerd zijn. Hoewel deze paddenstoel niet giftig is, is hij smaak- en reukloos en voegt hij culinair niets toe.
- Porseleinzwam (Oudemansiella mucida): een slijmerige, witte paddenstoel die vaak op dode beukenstammen groeit.
- Vlamhoed (Pholiota flammans): heeft een opvallende oranje-gele hoed bedekt met schubben die lijken op vlammen, en groeit vaak op dode houtresten of verzwakte bomen.
- Vliegenzwam (Amanita muscaria): deze iconische rode paddenstoel met witte stippen is giftig en kan hallucinogene effecten veroorzaken bij inname.
- Wasplaat (Hygrocybe spp.): een kleine, felgekleurde paddenstoel met een wasachtige textuur van de hoed en steel.
Belangrijke tip: pluk met respect voor de natuur
Hoewel het plukken van paddenstoelen in Nederland officieel niet is toegestaan, wordt er vaak een oogje dichtgeknepen zolang het om kleine hoeveelheden voor eigen gebruik gaat. Gebruik altijd een gids of paddenstoelen-herkenningsapp en laat onbekende soorten staan. Wil je veilig genieten van eetbare soorten? Koop ze dan liever bij de biologische winkel of ga op pad met een georganiseerde paddenstoelenexcursie van Natuurmonumenten. Veel plezier en veilig plukken!
Meer van dit soort tips? Volg Columbus Travel op Facebook en/of Instagram en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!


