Bonaire

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Het witte goud

Bonaire,
Nederlandse Antillen


In de tijd dat Bonaire werd ontdekt had niemand gedacht dat het ooit zo’n populaire bestemming zou worden. Het was aan het eind van de 15e eeuw en de Spanjaarden die Bonaire ontdekten noemden het eiland een ‘isla inutila’ (nutteloos eiland) omdat er geen kostbaarheden waren te vinden. Niet veel later werden langdurig gestraften aangevoerd en als dwangarbeiders ingezet om er zout te winnen. Toen het eiland onder Nederlands gezag kwam in de 17e eeuw werd deze zoutwinning intensiever. Zout was een kostbaar goed en de Nederlandse handel voer er wel bij. Het kreeg de naam wit goud. Slaven werden naar Bonaire gehaald en aan het werk gezet in ruime zoutpannen om de productie op te schroeven. Voor hen werd dit de witte hel. Nog steeds vindt er delving van zout plaats in het zuidelijke deel van het 40 kilometer lange benedenwindse eiland in de Caribische zee, echter wel volgens een werkwijze die past bij de 21e eeuw.

De zoutduinen, hoog en spierwit, zijn van verre zichtbaar. Het zout wacht daar op vervoer. Via een lange transportband wordt het op schepen geladen die aanleggen langs de Zoutpier. De zoutpannen eromheen zijn verrassend genoeg niet wit van kleur, maar paars. Dit komt doordat een onschadelijke alg in deze pannen gedijt en het natte zout deze mooie fotogenieke kleur geeft.