Onderweg van Ho Chi Minh naar de Cai Dai tempel kwamen we deze plantages tegen met kommetjes aan de bomen gebonden. Uiteraard wilden we graag weten wat dit nu precies was. Het bleken rubberplantages te zijn.
Rubber of latex kan gewonnen worden uit allerlei planten en bomen. Als de plant maar wit, slijmerig sap geeft als hij wordt beschadigd. Het belangrijkste rubberbomengeslacht is de Wolfsmelkfamilie (hevea). Als een rubberboom 6 tot 8 jaar is, kan voor het eerst latex getapt worden. Na circa 30 jaar vermindert de productie. Bomen worden dan gekapt en verwerkt tot meubelhout.
Elke tweede dag wordt een snede in de bast van de rubberboom gemaakt. Voor een optimale sap-productie snijdt men de vaten van linksboven tot rechtsonder door, onder een hoek van 30 graden. Door de schuine, evenwijdige sneden ontstaat in het midden een gootje. Onderaan wordt een tuitje gehangen. Men verzamelt de opbrengst, circa 100 gram latex per twee dagen, in kommetjes.