De koedoe (Tragelaphus) is een geslacht van antilopen dat voorkomt in Afrika. De kudu-stier heeft schroefvormig gedraaide hoorns. Het vrouwtje mist behalve de hoorns ook de opvallende manen van het mannetje. De grote kudu (T. strepsiceros) heeft een grijsbruine kleur. De kudu is een planteneter (voornamelijk bladeren en gras). Hij leeft vooral in Centraal en Zuidelijk Afrika in bergachtige gebieden of op vlaktes die met bosjes begroeid zijn. De vijanden van de kudu zijn, behalve de mens, leeuwen, luipaarden en wilde honden.
Er bestaan twee soorten kudu’s, de grote en de kleine. De kleine kudu is ongeveer 1 meter hoog en heeft geen manen. Maar daarvoor in de plaats hebben de kleine kudu’s een lichte, bijna witte band. De grote kudu wordt ongeveer 1,5 meter hoog en heeft een grijsbruine vacht. Ze zijn vooral in het heuvelland te vinden, bij voorkeur in de buurt van water, in kleine groepen van ongeveer 10 dieren. (wikipedia)