De paddentrek komt in het vroege voorjaar op gang. Wanneer de temperatuur een beetje stijgt (en de luchtvochtigheid) ontwaken de padden. De winters hebben ze doorgebracht onder de grond, tussen hout of stenen of snoeimateriaal. Als het dan begint te schemeren gaan ze naar het water om voort te planten. En sommige kunnen niet wachten totdat ze bij het water zijn.

In mei verlaten de jonge padjes de vijver waar ze geboren zijn om naar hoger gelegen gebieden te gaan. Dit gebeurt doorgaans bij regenachtig weer vandaar dat ze het dan paddenregen noemen.

Op de foto zie je dat het mannetje veel kleiner is dan het vrouwtje.