Titicacameer

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

De schoonheid van de hoogte

Titicacameer,
Peru


Deze foto is genomen op het eiland Taquile op het Titicacameer in Peru, op dinsdag 19 juni 2018 rond 14.00 uur.

‘Bienvenidos a la isla Taquile. Met de al de hele reis aanwezige onafgebroken glimlach en twinkelende ogen zet ik voet aan wal. Net zo onafgebroken zijn mijn confrontaties met hoogtes. Ik word niet gespaard, het is een pittige klim naar het centrale plein van het eiland. Een rustpauze wordt beloond met uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van Bolivia, heel in de verte aan de overkant van het immense wateroppervlak. Mijn ‘wanderlust’ speelt op nu de ‘kleine Columbus’ zo dicht in de buurt is van nog een nieuw land. Ik begroet de man die op het muurtje langs het pad opgaat in zijn breiwerk. Ook op zijn zeer hoge leeftijd bereidt hij zich geheel volgens de belangrijkste traditie van Taquile voor op een toekomstige relatie. De muts op zijn hoofd verraadt dat hij alleenstaand is. De muts in wording is voor zijn potentiële vrouw. Vanaf het muurtje aan de rand van Plaza de Armas, zoals het middelpunt van elke Peruaanse stad wordt genoemd, kijk ik omlaag naar de grasheuvels met daarover verspreid stenen paadjes, volle, donkergroene bomen en huisjes met vaal rode tinnen daken. Ondertussen laat ik mijn hart weer een normaal slagritme aannemen. Het plein voelt uitgestorven aan, ondanks het aanzienlijke aantal toeristen dat me vergezeld. De oorspronkelijke kleur van de gebouwen is nog net zichtbaar. Op het vervolgstuk van de ontdekkingstocht over Isla Taquile word ik getrakteerd op nog meer hellingen en trappen. Ik ben er inmiddels aan gewend. Maar de schoonheid van deze plek blijft betoveren, zelfs na ruim zes uur op het Titicacameer. De top van het eiland wordt gemarkeerd door de iconische boog van keien, keien die een eenheid vormen met hetzelfde steen op de grond. Direct achter deze poort lijkt zich het einde van het eiland te bevinden. Met afwisselend kleine en grote passen over al even ongelijke keien trotseer ik in slechts een half uur alle vijfhonderd steile treden. Aan de noordwestkant van Taquile wacht ik op de boot. Meteen vlieg ik naar het bovendek. Plat op het grijze staal liggend laat ik de zon op mijn huid branden. Optimaal ontspannen van geluk probeer ik mijn lichaam te laten uitrusten en laat ik alle indrukken tot me doordringen. Ik kijk achterom en probeer me voor te stellen dat achter Taquile pas het grote deel van het Titicacameer begint, terwijl mijn vaartocht terug naar Puno over dit kleine eerste stukje al zeker twee en een half uur zal duren. De zon zakt halverwege deze reis sneller en sneller. Turend over het spiegelgladde en helderblauwe water bereid ik me voor op het dusdanig drastisch naar beneden schieten van de temperatuur dat ik over vijf minuten mijn twee vesten en jas nodig zal gaan hebben.’