Het Titicacameer is een heel bijzonder meer, het grootste meer van Zuid-Amerika, en ligt in de Andes tussen Peru en Bolivia op 3812 meter hoogte. Het heeft een oppervlakte van 8340 km² en is het hoogste commercieel bevaarbare meer ter wereld. In het meer liggen heel wat eilanden. Sommige hiervan zijn dichtbevolkt zoals Isla del Sol en Taquile.
Het meest bekend zijn wel de drijvende rieteilanden van de Uros-indianen. Deze eilanden zijn gemaakt van riet (totorariet) dat langs de oevers van het Titicacameer groeit. Een aantal van deze eilandjes worden nog bewoond. De bewoners maken van alles van riet: huizen, huisraad, boten enz. Zodra het riet aan de onderkant vergaat, wordt een nieuwe laag toegevoegd, dit moet ongeveer iedere 2 weken gebeuren. Oorspronkelijk waren deze eilanden het toevluchtsoord van de Uros-indianen voor de vechtlustige Inca's. Tegenwoordig leven de Uros van de toeristen, die vanuit Puno de eilanden bezoeken. De meeste van deze Uros Indianen wonen en werken nu zelf ook op het vasteland en de vrouwen en kinderen gaan dan overdag naar de eilanden voor de toeristen.