Noord Rijnland-Westfalen

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Tempel van Atlantis

Noord Rijnland-Westfalen,
Duitsland


Vele duizenden jaren geleden lag in de Atlantische Oceaan een eilandenrijk met een ongeëvenaarde technologische en culturele voorsprong op de rest van de wereld. Het was in de prehistorie. Van klassieke oudheid was nog geen sprake. De vooruitstrevende bouwstijl op de eilanden doet vandaag echter denken aan beschavingen die tienduizend jaar later pas opkwamen. De bewoners van dit land, de Atlantiërs, leefden in rust en in weelde. Maar de vrede en de voorspoed werden uiteindelijk ruw verstoord door aardverschuivingen en vloedgolven ten gevolge waarvan het hele rijk ten onder ging. Atlantis werd verzwolgen door het water en zonk naar de bodem van de oceaan.

Van generatie op generatie werd het trieste lot van Atlantis doorverteld waarbij spijtig genoeg veel kennis verloren ging. De exacte plaatsaanduiding van waar het rijk lag werd onzeker en van de kostbare overgebleven schatten verloor men het spoor. Ruim tweeduizend jaar geleden zette de Griekse schrijver en filosoof Plato het relaas voor het eerst op schrift. Hiermee werd de nog aanwezige kennis zeker gesteld voor de toekomst en weldra begon de hele wereld een zoektocht naar de verzonken beschaving.

Of het nu aan het begin van onze jaartelling was, in de Middeleeuwen of in de 21e eeuw, steeds opnieuw werd er gezocht naar het opgeslokte land. De Middellandse Zee, de Zwarte Zee of de Atlantische Oceaan zouden volgens deskundigen dit grootste mysterie van de mensheid verbergen. Sommige historici deden de overlevering af als zijnde een mythe, anderen verdiepten zich serieus in dit stuk geschiedenis. Afstammelingen van de Atlantiërs zouden volgens sommigen zelfs nog steeds voortleven en zich aangepast hebben aan het water.

Op een dag ondernemen ook wij de onzekere expeditie naar Atlantis. Vol met ideeën en verwachtingen beginnen we aan het eerste deel van onze reis. Deze voert ons over land door het Duitse landschap. We hebben uitrustingen bij ons om onder water te kunnen gaan voor het geval we de poort naar Atlantis weten te vinden. Onze aanwijzingen stoppen in Siegburg, op 120 km afstand van de Nederlandse grens. Hier moet het dan zijn. We gaan op zoek en een teken met de aanduiding “Dive4Life” bevestigt ons vermoeden dat we in de buurt zijn van ons einddoel. De tekst kunnen we vertalen als duiken voor het leven of duiken om te overleven, zoals de vroegere Atlantiërs het hebben moeten doen. De eerste fase van de reis zit erop.

Met onze spullen sjouwen we trappen op en we komen aan bij een waterpoel. Aan de oevers kijken we met enige emotie en verrassing naar het oppervlak. Het water lijkt ongewoon helder en het is alsof er licht naar boven straalt. We buigen voorover en voelen de temperatuur: het is aangenaam warm. We raden de omtrekken van bouwsels die er niet thuishoren. Snel kleden we ons om en zijn we klaar voor de afdaling in het onbekende. Met een kloppend hart vol spanning en verwachting laten we ons in het water vallen om meteen een paar meter af te zakken. We kijken om ons heen en worden terstond tegemoet getreden door een grote haai. Het is de Poortwachter. We hadden er al iets over vernomen. Hij is groter dan wij en dwingt respect af. Voorzichtig buigen wij af om ons te laten zakken naar een diepte van 20 meter, buiten het zicht van de haai. Het wordt wat donkerder en eenmaal op de bodem begint onze ontdekkingstocht.

Op de bodem staan oude muren en antieke gebouwen. Voor een deel zijn ze nog heel. Ze zijn opgetrokken in vroegere Griekse stijl en trotseren nog immer de tijd. Het middenplein wordt opgevuld door een ronde constructie dat rust op zuilen met sierlijke ornamenten. Voorzichtig zwemmen we door een deur en belanden we in een donkere kamer alvorens we via een andere opening het huis verlaten. Een grote stenen tablet geeft de afbeelding van een poort weer met daarachter een oude stad. Boven die stad ligt water en een zeilschip vaart aan de oppervlakte. Zou het een sculptuur van Atlantis zijn? Het puntgave beeld van een groot hoofd dat iets verderop hangt doet denken aan de beelden op Paaseiland. We hebben duidelijk iets gevonden. Het is een dorp, een stad onder water, maar het is moeilijk om vast te stellen of dit Atlantis is.

Na een eerste verkenningsronde knielen we naast de ruïnes op de bodem en kijken naar boven. Het zonlicht dringt door tot op deze diepte en in de stralen van de zon zien we boven ons op de rand van een plateau een rij beelden en zuilen staan. Ze worden van achteren belicht hetgeen ze een bijna goddelijke aanblik geeft. De aantrekkingskracht van de beelden is vrijwel magisch en zonder het echt te beseffen drijven we naar boven toe. Daar aangekomen hangen we oog in oog met statige beelden en tempels. Ze zijn gehavend door de tijd en de elementen maar staan nog steeds trots overeind.

De beelden stellen mannen en vrouwen voor die de armen gekruist houden voor de borst. De pilaren vertonen behalve scheuren ook vele versieringen en beeltenissen van mensen die dansen of zitten. Achter een omgevallen zuil staat een steen met in blauwe letters de inscriptie “Atlantis”. Dit is het bewijs. We zijn dus aangekomen op onze plaats van bestemming. Na al die jaren staan de paleizen nog overeind. Iets daar vandaan ligt de fraai afgewerkte boot waarmee de Atlantiërs naar de oppervlakte konden reizen. Hij ligt uitnodigend klaar om te vertrekken. Zolang als er lucht in onze flessen zit blijven we in dit verleden hangen, zoekend en onderzoekend in dit onbekende water, door een stad heen die is achtergelaten door haar bewoners.

Tijdens onze opstijging worden we opnieuw begroet door de haai. Eenmaal aan de rand van het water praten we na met iets van twijfel of we dit door zullen vertellen. Maar we mogen het niet voor onszelf houden. Zeker niet na die duizenden jaren. Atlantis bestaat en is nu bereikbaar voor iedereen.