De dooiergele mestzwam verschijnt bij voorkeur op mest-, stro- en compostresten. Maar je vindt hem ook gewoon langs wandelpaden, of op versnipperd hout. Ik vond deze op een achtergebleven stapeltje hooi langs een pad. Ze worden zo'n 3 tot 8 cm. hoog
De vorm en grootte van de paddenstoel kunnen sterk variëren. Dat is afhankelijk van het stikstofgehalte van de bodem. In jonge toestand is de hoed eivormig, glanzend goudgeel of citroengeel van kleur en kleverig, soms bedekt met een laagje slijm. Later wordt hij klokvormig om zich tenslotte helemaal uit te spreiden. Daarbij verliest hij de slijmlaag en verbleekt om uiteindelijk beige te worden. Dat laatste zie je vooral gebeuren bij nat weer, omdat de gele kleurstof van de paddenstoel in water oplosbaar is.
Aangezien de vruchtlichamen maar een korte levensduur hebben (enkele uren!), moet je wat geluk hebben om ze zo mooi op kleur te vinden.