In het Noorden van Benin zijn de omstandigheden voor het vee vaak moeilijk. Grote droogte gedurende een groot deel van het jaar afgewisseld met overstromingen in het regenseizoen. Het water blijft dan vaak lang staan op het land wat veel muggen, naar ook de tsétsévlieg aantrekt. Deze laatste verspreidt de (dodelijke) slaapziekte -N'gana.
De Méré, een kruising tussen de in karige omstandigheden goedgedijende Zébu, die echter gevoelig is voor N'gana en een hiervoor resistent WASras (West African Shorthorn) is daarom uitstekend geschikt voor deze omgeving. Ze worden vooral als werkdier gebruikt, maar zijn ook geschikt voor vlees- en melkproductie.
De stier op de foto stond op het erf bij de tante van mijn gids en is een kruising tussen de Djali -een korthoornige zébu van het Fulani-type met witte beharing, maar een donker vel- en het -eveneens korthoornige- zwarte Dahomey dwergrund.
Grappig detail is dat in dit geval de heren kortere hoorns hebben dan de dames.
Oorspronkelijk wilde ik de foto nog wat verder uitsnijden, maar toen ontdekte ik het kippetje op de voorgrond en ik vond het wel leuk die erop te laten...