Karpathen NP

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Ziekelijk ritje

Karpathen NP,
Oekraïne


Deze foto is genomen in de Karpaten in Oekraïne, op woensdag 18 augustus 2010 rond 17.00 uur.

`Na een ochtend vrijwilligerswerk staat er een excursie op het programma. De bestemming wordt nieuwsgierigmakend geheim gehouden door de organisatoren. Het is enkele uren rijden. Over de groene heuvels, dwars door de bergen, de route is prachtig, maar helaas voel ik me niet zo geweldig als dat de omgeving er uitziet. Vanmorgen ben ik al uit voorzorg gaan helpen in de tuin van het straatkinderentehuis, zodat ik als het nodig was binnen op de bank kon gaan liggen. Dit is ook gebeurd. Toch wilde ik vanmiddag mee en dus zit ik nu, nog maar half overeind, met een protesterende, bovendien lege maag in het busje, een dekentje over me heen geslagen. Stilletjes kijk ik uit het raam. Ik laat al het moois buiten rustig aan me voorbij gaan. Overal op de bulten en in de dalen staan opvallende bijenkorven van stro. Ik laat mijn gedachten gaan over de functie hiervan. Ineens stopt de auto. Langs de grote weg staat een eenzaam houten huisje met aan beide kanten een verkoopstalletje. Boven de kraam vol rieten manden, kleden en hoeden hangen, over een houten balk, grote dierenvachten die in sommige gevallen al tot dikke, fluweelzachte dekens zijn bewerkt. Ooit behoorden deze vellen waarschijnlijk tot een wild zwijn, een hert, een wolf of misschien wel een Europese bizon. De taalbarrière voorkomt dat ik antwoord krijg op deze vraag. In het huisje zelf zijn ontelbare kleine souvenirs uitgestald: matroesjka’s, kettingen, sokken, noem maar op. Na nog vele kilometers verder te hebben gereden, bereiken we eindelijk onze reisbestemming. Deze blijkt een kabelbaan te zijn. Het is er bedenkelijk rustig, maar tot onze grote opluchting wil de eigenaar de teleferiek voor één keer openen. Zittend op een hard rood stoeltje zweef ik hoog boven de heuvels langs de groene palen omhoog. Geen enkele spier is nog ontspannen. Met z’n allen zetten ze zich met man en macht in om mijn lichaam warm te maken zodat ik me enigszins comfortabel kan voelen. Het effect is miniem, dus besluit ik, ondanks het boeiende verre uitzicht, tien stoeltjes later alweer de weg naar het dal te kiezen. Op de lange weg terug duik ik opnieuw onder mijn dekentje. Ik val in slaap. Pas als we na middernacht bij ons verblijf terugkomen, ontwaak ik even, om zo snel mogelijk in mijn eigen bed naar dromenland te kunnen.’