Montenegro

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Montenegro image

Alleen in een donker mausoleum

Montenegro
Europa
BenRTravellers

Alleen in een donker mausoleum

Begin augustus. Al weken is het onafgebroken zonnig en heet. De Montenegrijnse zomer is op haar hoogtepunt. Alleen vandaag lijkt alles anders. Voor het eerst drijven wolken het land binnen en schittert de zon met regelmaat door afwezigheid. We zijn op weg in Nationaal Park Lovcen, misschien wel Montenegro’s meest historische plek.

Twijfels
Het loopt al tegen vieren en we twijfelen. Met een schuin oog kijkend naar de steeds donkerder wordende lucht, weten we niet of we er goed aan doen om het Njegos Mausoleum nog te bezoeken. Het monument staat dan weliswaar in alle Top-10 ‘Must sees’ van Montenegro, de ligging bovenop de hoogste berg – zonder enige vorm van beschutting bij regen – werkt weinig uitnodigend. ‘Niet gaan’ zegt ons verstand, ‘Doen!’ schreeuwt ons hart.

Petar Njegos
Ons gevoel wint de eeuwenoude tweestrijd en enthousiast beginnen we aan de klim van 461 treden naar het Mausoleum. Hier liggen de resten van Petar II Petrovic Njegos, vanaf 1830 de laatste ‘vladika’ van Montenegro en de grootste held van het land. Het gebouw werd in de jaren 70 in communistische stijl opgetrokken. Twee metershoge vrouwelijke bewakers domineren de entree. Daarachter een ruimte waar onder een indrukwekkend gouden plafond, een 28-ton zwaar granieten beeld van Njegos, rustend in de vleugels van een arend, staat. Als je om deze ruimte heen loopt, bevindt zich aan de achterkant een trap die leidt naar het ondergrondse mausoleum. Hier heeft Petar de eeuwige rust gevonden.

Onweer
Halverwege de klim wordt het aardedonker. Als we achter ons kijken schieten onophoudelijk bliksemschichten door de gitzwarte lucht, kort daarop gevolgd door een onvermijdelijke donderslag. Het noodweer drijft langzaam onze kant op. Met onweer de hoogste bergtop beklimmen? Hmm, wat zegt ons ‘verstandige’ hart hiervan? ‘Heel snel doorlopen en in het Mausoleum schuilen!’ We versnellen de pas en de eerste regeldruppels vallen op ons neer. Net op tijd zijn we boven. De hel breekt los. Een enorme hoosbui, rukwinden en onheilspellende donder en bliksem. De dienstdoende suppoost kijkt ons verbaasd aan. ‘Wie komt er nu nog naar boven’, zien we hem denken. We zijn dan ook de enige bezoekers. Met handen en voeten – hij spreekt geen Engels – wijst hij ons de weg. En het is de moeite waard. Het granieten beeld is even prachtig als indrukwekkend. Maar dan … een plotselinge hard klap lijkt een vroegtijdig eind te maken aan ons bezoek. Geen stroom meer, geen licht.

Kaarsen
Besluiteloos staren we bij de entree naar de donkere lucht. Wachtend op een wat droger moment om terug te gaan. Onze suppoost begrijpt er niks van. ‘Jullie hebben het mausoleum zelf nog niet gezien, daar beneden’, lijkt hij duidelijk te willen maken als hij druk gebarend naar beneden wijst. ‘No light’, probeer ik hem af te wimpelen. We gaan toch echt niet in het donker daar naar binnen. Een brede lach verschijnt op zijn gezicht en hij tovert een oude Nokia te voorschijn met een lampje. Beleefd als we zijn, kunnen we nu niet anders dan toch afdalen in de tombe.

Een dikke granieten deur staat op een kier, daarachter een zwart gat. De eerste paar meter gaan we op de tast langs koude vochtige muren. Het lampje van de telefoon brengt weinig uitkomst. Ons verstandige hart gaat iets sneller slaan en zegt ‘ga terug!’ Na één minuut staan we weer bij de suppoost. ‘No good light’, maak ik hem duidelijk in de hoop niet meer terug te hoeven. Helaas is hij niet voor één gat te vangen. Hij graait wat in een laatje en toont triomfantelijk een kaars. ‘Neem deze maar mee’, gebaart hij. Onze aarzeling doet hem lachend besluiten mee te gaan. Opeens zijn we weer stoer en volgen hem.

Bij het schijnsel van één kaars betreden we de tombe. Best veel licht komt er vanaf. En wat bijzonder en uniek is dit! Een tikje oneerbiedig laat de suppoost wat drupjes kaarsvet op de marmeren kist vallen en zet de kaars erop vast.‘Foto, foto’, zegt hij. Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Dit is echt genieten; alleen in een donker mausoleum, slechts verlicht door één kaars, terwijl het op de achtergrond dondert en bliksemt.

Volgende keer
Inmiddels is het noodweer gaan liggen. Alleen de regen is gebleven. We dalen af en zeiknat arriveren we bij de auto, de enige op de verder verlaten parkeerplaats. In stilte stappen we in, de ruitenwissers zwieren dapper heen en weer. Niemand zegt iets. Toch hoor ik ons allemaal hetzelfde denken: ‘Volgende keer kiezen we wéér voor ons hart …’

Foto's

12660.jpg
12660.jpg
BenRTravellers
be3c7.jpg
be3c7.jpg
BenRTravellers
97211.jpg
97211.jpg
BenRTravellers