Dit lijken leuk versierde steentjes, maar hier hoort een belangrijk verhaal bij voor de sjiitische moslims.

Dit zijn namelijk turbahs, kleine stukjes van de aarde, vaak in de vorm van een kleitablet, die door de Sjiieten worden gebruikt tijdens het dagelijkse gebed. Zij tikken met hun voorhoofd op dit kleitablet omdat zij volgens hun geloof tijdens het gebed de aarde aan moeten raken. Dankzij een turbah hoeven zij hun kleding, hun lichaam en de gebedsruimte niet vuil te maken met echte kleigrond.

De Soennieten vinden het gebruik van de turbah niet nodig.

Een turbah wordt het liefst gemaakt van klei uit de Iraakse stad Karbala, omdat imam Husayn ibn Ali, kleinzoon van Mohammed, in het jaar 680 onthoofd werd tijdens de Slag bij Karbala.
Sindsdien geldt hij als een martelaar die tegen de tirannie heeft gevochten.

Door deze gebeurtenis is Karbala voor de sjiitische moslims belangrijker dan Mekka, Medina en Jeruzalem. De slag bij Karbala wordt elk jaar herdacht tijdens Asjoera (de "tiende" dag van de maand Muharram). Het is een dag van verdriet en godsdienstige plechtigheid voor alle sjiitische moslims. In Irak en Libanon gaat Asjoera vaak gepaard met bloederige zelfkastijding.