Tijdens een rondreis in de provincie Fujian kan je niet om de typische 'tulou' (aarden huizen) heen.
De tulou zijn enkele verdiepingen hoog en gebouwd rondom een rond of vierkant binnenplein, waar wel 800 mensen konden wonen. Ze dienden als verdedigingsbouwwerken, werden bewoond door een hele clan en functioneerden zo als dorpseenheden. Hierdoor stonden ze bekend als ‘een klein koninkrijk voor de familie’ of ‘bruisende kleine stad’. De tulou worden nog steeds bewoond, de bewoners werken op de tabak-, rijst- en theevelden.
Hier sta ik op het binnenplein van een zeer grote ovale tulou.
Op de benedenverdieping zijn geen ramen en er is maar één ingang naar de binnenplaats, waar ook de huistempel staat, nu achter mij (zie vorige foto)
De families leven verticaal: elk gezin heeft een of meer kamers op iedere etage. Helemaal beneden zijn de keukens, op de tweede verdieping wordt de voorraad bewaard en nog hoger zijn de woonvertrekken. Op de binnenplaats staat oma met haar kleinkind bij een waterput waar schildpadden in zwemmen, deze zijn een symbool van eeuwig leven. Verder worden er vruchten en bonen gedroogd.
Rechts is een eetgelegenheid, verder zijn er kleine winkeltjes met thee en souvenirs, vooral op de Chinese toerist gericht. Als je op de woonverdiepingen wilt kijken, wordt een klein bedrag gevraagd, of je mag er zelfs helemaal niet naartoe. De kleur rood van de lantaarns en de stroken langs de deuren brengen geluk voor de bewoners.
Tip: Probeer in een tulou te overnachten, je maakt het leven dan van dichtbij mee. Speel bijvoorbeeld eens een spelletje kaart in de toegangspoort en drink vele kleine kopjes thee. Wij logeerden o.a. in Chuxi.