In het dorpje Pelengana, vlakbij Segou, is een kunstenaarscollectief met de naam de Ndomo waar gewerkt wordt met de plantaardige schildertechniek Bogolan. In vroegere tijden werd bogolan gebruikt om gewaden en omslagrokken mee te versieren. De geometrische figuren hadden allemaal een symbolische betekenis.
De [url="http://www.columbusmagazine.nl/afrika/mali/segou/reisreporter/fotos/272103.html" target="_blank"]Bogolan-schilders[/url] werken in totaal met vier basiskleuren. Gedroogde bladeren leveren een okergele kleurstof. Een aftreksel van boomschors geeft een roodbruine kleur en met traditionele zeep wordt het gebroken wit van de handgemaakte katoenen stof feller gemaakt.
Tijdens een rondleiding door het atelier krijg je veel informatie over de Bogolan techniek en uitleg over de gebruikte figuren op de bogolans. Ook zie je de modderputten en natuurlijk de schilders aan het werk.
De stof wordt eerst gedrenkt in een aftreksel van fijngemalen bladeren, boomschors en stukjes wortel en vervolgens gedroogd in de zon. Er ontstaat dan een kleur (afhankelijk van de gebruikte planten) van diepgeel tot kastanje bruin. Hierna worden de motieven aangebracht. Dit wordt met ijzerhoudende modder uit de rivier gedaan. Met een bamboestokje worden de motieven met de modder op de stof geschilderd.
Na de rondleiding met uitleg mag je zelf de kunst van het schilderen beoefenen en kun je een Bogolan lapje maken met een modderpapje . Als je uitgeschilderd bent wordt het lapje gewassen en in de zon gedroogd. Tevens een leuk souvenir.