Het is 10 januari, de nationale voodoofeestdag van Benin. Een van de grootste festivals wordt gehouden op het strand aan het eind van de slavenroute bij Ouida. Deze familie zit met kinderen en bedienden onder een luifel en bekijkt de gebeurtenissen. De kinderen en vader zijn in het wit gekleed, de kleur van Mami Wata, de god van de zee. De kinderen hebben een ratel bij zich, gevuld met slangenwervels. De slang is symbool van vruchtbaarheid en onschuld, is temperamentvol, streng en moedig.
Links naast de koning/priester zit een 'bokonon'. Hij helpt je met het herkennen van je lot, door kettingen van notendoppen op de grond te gooien. In het patroon ziet hij de 'Fa' de lotsbestemming van een persoon.
Op de voorgrond staan twee bocchio's, fetishes die met kracht geladen zijn en waardoor je contact met de goden krijgt. Ze zijn omwikkeld met sloten en roepen Gou op, de god van het ijzer, de smeden en de oorlog. Met sloten worden kwade krachten letterlijk achter slot en grendel geplaatst.
Je zou het zo niet denken, maar de gier is het symbool van Oshun, de godin van de liefde en de scheppingskracht, heerseres van de overvloed en de hartstocht.