Een van Noorwegens hoogste bergen is de Snøhetta (2.286 m) in Nationaal park Dovrefjell-Sunndalsfjella. Je kunt vanaf Hjerkinn dit gebied niet zelf met de auto inrijden om bij de DTN-lodge Snøheim te komen. Je zult de 13 km lange weg moeten lopen of de shuttle bus nemen, maar die bus rijdt alleen tussen juni en eind september.

Doordat we vrijdag in contact kwamen met een lokale gids die een paar andere Nederlanders in dat gebied zou gaan gidsen konden we aan het einde van de middag onverwachts mee met de shuttle bus naar boven gegaan. Het had nagenoeg de hele dag gesneeuwd en lag zo'n 1o cm verse sneeuw. Toen we de bus instapten was de zon inmiddels doorgebroken en was de rit naar boven fantastisch. De muskosossen hebben we dankzij deze gids ook nog gezien, welliswaar in de verte, ook dankzij de buschauffeur die bereidt was om een paar korte stops te maken op de terugweg. Eenmaal boven aangekomen was het ondanks de zon bitterkoud door de straffe wind. Het waaide zo hard dat ik bijna niet op de been kon blijven. Helaas hadden we maar beperkt de tijd om rond te kijken, binnen 40 minuten vertrok de laatste bus terug naar Hjerkinn.

De volgende dag was een grootdeel van de sneeuw al weer gesmolten en zijn we een aantal km het gebied ingelopen. Veel mensen zijn we niet tegengekomen, hier en daar een andere wandelaar en in de verte een aantal groepen met ruiters. Tijdens deze wandeling zijn we de muskosossen niet tegen gekomen, ook al hadden we aanwijzingen gekregen dat ze we in de buurt moesten zijn. Wat we wel hadden was een prachtig uitzicht op Snøhetta die af en toe achter de wolken vandaag kwam.