Kasiyapa was de zoon van koning Dhatusena en een concubine. In 473 voor Christus zette hij zijn vader af in een coup. Zijn broer Moggallana, de zoon van Dhatusena en zijn echte vrouw, en daarom de eerste troonopvolger, vluchtte naar India. Uit angst voor de wraak van zijn broer bouwde Kasiyapa een onneembaar fort op de rots van Sigiriya, waarin hij wachtte tot zijn broer zou terugkomen. Toen na achtien jaar Moggallana met een leger voor Sigiriya verscheen reed Kasiyapa, in plaats van zich te verschansen in zijn fort, aan het hoofd van zijn eigen leger de vijand tegemoet. Hij raakte echter verzeild in een moeras, en werd in de steek gelaten door zijn soldaten, waarop hij, geheel alleen, zelfmoord pleegde.