China

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

China image

Reis per auto van provincie Sichuan via Qinghai naar Beijing - dag 1

China
Azië
IngeJansen

Reis per auto van provincie Sichuan via Qinghai naar Beijing - dag 1

17 juli 2010: VAN CHENGDU NAAR MIYALUO

In december 2009 hebben mijn vriend en ik onze auto vanuit Beijing naar Chengdu in de provincie Sichuan in het zuidwesten van China gereden in verband met onze werkzaamheden daar. Eind juli 2010 hebben we de auto - met een hele flinke omweg – in ongeveer twee weken weer terug naar Beijing gereden. Ons plan is om vanuit Wenchuan in oostelijke richting naar Songpan te rijden en dan door naar Jiuzhaigou. Vandaar willen we richting de provincie Qinghai in het westen van China rijden.

Het is benauwd warm als we vanuit Chengdu aan onze grote reis beginnen. De eerste paar honderd kilometer volgen we een ons inmiddels bekende route: van Chengdu naar Dujiangyan en vandaar via Yingxiu naar Wenchuan. Het is het gebied van het epicentrum van de immense aardbeving die de provincie Sichuan in mei 2008 trof en die ruim 70.000 slachtoffers heeft gemaakt.

Toen we in 2009 door dit gebied reden was ik heel geschokt van alle verwoestingen die ik zag. Het valt me op dat ik een jaar later alles anders registreer, wat meer vanaf een afstand: o ja, hier is het dorp met de ondergelopen huizen, daar is het dorp met het rotsblok in het huis, daar die enorme aardverschuiving, daar de verwoeste brug.
Vlak buiten Wenchuan, als we de weg naar het dorp Luobo Zhai inslaan, komen we echter bij een wegafsluiting. Een politieagent vertelt dat de weg naar Songpan tot de volgende dag 18.00 uur is afgesloten. We besluiten een heel andere kant op te gaan, in westelijke richting naar Lixian en Miyaluo, dwars door het woongebied van de Qiang, een van de oudste niet-Chinese volkeren.

Vóór de aardbeving was dit een belangrijke toeristische route die voerde langs Taoping Zhai (bekend om zijn versterkte hoge torens), Gu'er Gou (heilzame warmwaterbronnen) en Miyaluo (vooral in de herfst bezocht vanwege de schitterende herfstkleuren in de omliggende bossen). De aardbeving heeft alles verwoest. Complete dorpen zijn ingestort en de wegen zijn praktisch onbegaanbaar geworden. Maar net als overal in het getroffen gebied wordt ook hier keihard gewerkt aan de wederopbouw.

We komen langs Taoping Zhai, het beroemde Qiang-dorp met de hoge torens en versterkte woningen. Bijna alle woningen en torens zijn hier ingestort. Het dorp wordt helemaal opnieuw opgebouwd. Een gloednieuwe brug met felgekleurde, vrolijk wapperende vlaggen leidt naar de toegang van het dorp. Hier rijzen gele hijskranen boven de gebouwen uit. De bewoners bivakkeren nog altijd vlak bij het oorspronkelijke dorp in de krappe en benauwde witte noodgebouwen met hun blauwe platte daken. 'Zelfversterking', staat er in grote rode karakters op de witte zijmuur van een de noodgebouwen. 'Kapper', staat er in blauwe karakters op de zijmuur van een ander gebouwtje. De nieuwe gebouwen van het dorp staan er strak bij; het oorspronkelijke, ruige karakter van het dorp is voorgoed verloren gegaan.

Aan de overkant van de rivier wordt een nieuwe weg aangelegd, maar onze weg is nog verschrikkelijk slecht: modderig en vol kuilen. We halen amper 20 km/per uur. Af en toe loopt er een auto vast in de modder en is er al helemaal geen doorkomen meer aan. Tegelijkertijd is de omgeving schitterend: ruige bergkammen, stokrozen in allerlei kleuren roze geplant voor de robuuste, in Tibetaanse stijl gebouwde huizen, een blauwe lucht met overdrijvende schapenwolken en continue de woest kolkende rivier aan onze rechterhand. We lessen de dorst met zoete, sappige perziken en abrikozen die we kopen bij een fruitstalletje langs de weg. Steeds vaker ook zijn de muren van de huizen versierd met zwierige schilderingen. En af en toe zien we zowaar een nog oorspronkelijk huis staan, niet ingestort na de aardbeving. We verlaten langzaam maar zeker het gebied van het epicentrum.

Het is al donker als we bij het kleine dorp Miyaluo aankomen. We rijden af op het warme licht van een klein winkeltje om daar de weg naar een verblijfsplaats te vragen. Het winkeltje wordt gerund door een oudere Tibetaanse man en vrouw, die ook kamers blijken te verhuren. We besluiten hier te blijven en betalen 40 yuan (circa 3,60 euro) voor de kamer. De Tibetaanse man slaat ondertussen met zijn platte hand bedenkelijk op de achterkant van de auto, die van stof is. "Daar snijden ze hier zo doorheen met een mes en dan roven ze je hele auto leeg", zegt hij. We betalen 30 yuan (2,70 euro) extra om de auto op een binnenplaats te stallen, waarbij de man belooft de hele nacht een oogje in het zeil te houden.

Het kamertje achter de op de straat uitkijkende toonbank doet dienst als winkeltje, voorraadkamer en woonkamer. Samen met een Chinese familie die hier ook logeert en de Tibetaanse eigenaren zitten we op lage bankjes rond een komfoor gestookt op kolen. In de hoek van de kamer staat de televisie aan. Af en toe staat de Tibetaanse vrouw op om iemand bij de open vitrine te bedienen. Ze is gehuld in traditionele Tibetaanse kleding: een lange, donkere mantel afgezet met gekleurde biezen en bij elkaar gehouden met een gekleurde riem om haar middel; haar haar draagt ze in een lange zwarte vlecht. Op de komfoor pruttelt een theeketel met heet water. De sfeer is gemoedelijk. We drinken melkthee, eten noedels, bekijken de kaart en kletsen een beetje. Als iedereen gaat slapen, gaat de deur met grote sloten op slot. Het voelt veilig, alsof we in een fort zitten waar niemand binnen kan komen.

Foto's

bad28.jpg
bad28.jpg
IngeJansen
f4dd0.jpg
f4dd0.jpg
IngeJansen
6bac7.jpg
6bac7.jpg
IngeJansen