Cusco

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Cusco image

Cusco

Cusco
Peru
Felizzy

Het verdriet van Cusco

Ik kijk haar ongelovig aan. “Wat?” zeg ik. “Dat ik niet naar hier ben gekomen om schoon te maken” snauwt ze. “Ik wil met de kinderen spelen”. Ik slik mijn verbijstering weg en knik. “Ja, goed, ik zal kijken of ik wat voor je kan doen.” Ze loopt weg, laat mij alleen achter met mijn groeiende twijfels. Als ze maar de enige was geweest, maar nee. O, natuurlijk, iedereen wil vrijwilligerswerk doen, dat wel. Maar allemaal hebben ze hun lijstje eisen. Ik wil niet/wel/enkel met meisjes/jongens werken. Ik wil alleen maar in de ochtend/middag werken. Het weeshuis is te ver. De lokale projectleiding lijkt nergens naar... Het is altijd wel wat.

Het is enkele maanden nu dat ik als coordinator van vrijwilligersprojecten werk hier in Cusco, en een gestaag groeiende woede is in mij komen opborrelen. Het meisje dat net mijn kantoor is uitgebeend is het perfecte voobeeld van de verwrongen situaties die zich voordoen. In het weeshuis waar ze geplaatst is werken veel te veel vrijwilligers – er is nu eenmaal veel vraag naar weeshuizen en dit exemplaar stelt weinig eisen. In plaats van ’s middags met de hele meute een spel te organiseren, wilde zij liever ’s ochtends werken. Kan ze in de middag leukere dingen doen. Ik was meteen enthousiast; precies wat we nodig hebben! ’s Ochtends moet immers het huishouden gebeuren, en daar is veel meer hulp bij nodig dan met de spelletjes. Boodschappen doen, koken, schoonmaken. Mijn enthousiasme was vergeefs: echt helpen lijkt niemand te interesseren. Dat is niet leuk genoeg. En het moet wel leuk blijven natuurlijk. Dat de kinderen ’s ochtends op school zitten lijkt haar niet te deren. Maar mij wel, ik maak me zorgen. Vorige week pas hadden we een vrouw die slechts één week wilde meedraaien in het project. De eerste dag had ze een enorme zak snoep mee voor de kids. Zonder te vragen aan de ‘huismoeder’ of dat OK was. De drie volgende dagen kwam ze niet opdagen. De laatste dag nam ze schoenen mee. Niet voor iedereen. Gewoon, voor een paar kids. De lessen die een kind hieruit meekrijgt? Dat je van blanke mensen cadeaus krijgt zonder wat te hoeven doen? Dat je je beter aan niemand hecht want ze zijn toch zo weer weg? Dat het niet uitmaakt of je dingen stuk maakt want er komt toch wel weer een andere vreemdeling die het nieuw koopt? Triest vraag ik mij af of die vrouw nu werkelijk gelooft dat ze de wereld heeft verbeterd...

Het is een chronisch probleem waar niemand bij stil wil staan. Ik heb het zo vaak gehoord: kinderen waren blij als er weer een vrijwilliger vertrok, want: “dan krijgen we weer cadeautjes”. Juist ja. Eén van de partnerweeshuizen was zelfs opgenomen in een toeristische tour. Elke maandag klokslag elf uur gingen de meisjes netjes in de rij staan om hun cadeautje van de gringo’s in ontvangst te nemen. Wat is de filosofie hierachter? Kom, laten we die zielige kindjes bekijken, en ons schuldgevoel afkopen met een waardeloos armbandje?

Er waren zoveel druppels geweest. Mijn ogen waren verder opengegaan dan ik wilde. Wellicht is het goedbedoeld als jonge westerlingen ergens Engelse les gaan geven in een plattelandsschooltje, maar waarom doen we het eigenlijk? Die kinderen kennen hun eigen moedertaal niet eens! Quechua zijn ze aan het vergeten om Engels te beheersen. Op het platteland kunnen ze daar niks mee. Naar de stad dan maar? Zijn we nou eigenlijk de Grote Uitloop naar de stad aan het onderhouden?

Ik zucht. Ik hou van mijn werk. Ik hou ervan om alle hoeken van de stad te kennen en iedere dag met locals om te gaan. Maar ik lig wakker van de consequenties. Mijn baas wil enkel zoveel mogelijk geld binnenrijven, ook als dat ten koste gaat van de vrijwilligers of de projecten. De projecten vragen steeds vaker een ‘deelnamebedrag’, want geld is tenslotte waar het allemaal om draait. En de vrijwilligers willen vooral een leuke tijd, en een certificaat achteraf. Het staat zo leuk op je CV, vrijwilligerswerk. De enigen die niks te zeggen hebben zijn de kids. Vrijwilligerswerk is big business, en ik ben niet zo’n zakenvrouw. Ik ben een mensenmens.

Ik zucht, sta op, loop naar het kantoor van mijn baas. Mijn hart klopt in mijn keel en mijn vuist op de deur. Ik stap naar binnen en zeg: “Het spijt me. Ik neem ontslag.”

De wereld verbeteren: het ligt niet voor de hand.