Iguazu

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Iguazu image

Iguazu

Iguazu
Brazilië
Dorienspost

Ondertussen op het busstation

We waren net de Argentijnse grens overgebracht naar het busstation in Brazilië. De taxichauffeur was een enorm aardige kerel, wij konden in de auto blijven zitten, terwijl hij met onze paspoorten de benodigde stempels ging halen. Je zou er bijna wat achter zoeken… Maar zonder problemen konden we de grens over en waren we in no time in Foz do Iguacu. Tot zover hadden we niet hoeven wachten! Hierdoor waren we anderhalf uur voor dat de bus zou vertrekken al bij het busstation, nu begon het wachten dus wel.
Het busstation was niet zo groot en er was ook niet veel te doen. En nog belangrijker, het kwam met bakken uit de lucht! Zittend op een van de bankjes met m’n tassen tussen en onder m’n voeten, kon ik eens goed de voorbijkomende Brazilianen bekijken. Ze zien er wat anders uit dan de gemiddelde Argentijn en bijna allemaal hadden ze ongeveer drie megagrote tassen bij zich. Ongeacht de grootte van de persoon, ze liepen er behoorlijk mee te slepen. Ik vroeg me af waar ze naar toe zouden gaan en waar je dan in hemelsnaam zóveel spullen voor mee moet nemen. Ik spreek geen Portugees, dus ik kon het ze ook niet vragen. Een conversatie over koetjes en kalfjes in het Spaans lukt nog wel, maar niet alle Brazilianen zijn er van gediend als iemand ze in het Spaans aanspreekt. Net zoals je Nederlanders vaak niet in een beter humeur brengt als er Duits tegen ze gesproken wordt. Daarom keek ik maar gewoon. Naar de mensen, ze zijn wat kleiner en donkerder dan Argentijnen en ik versta ze dus niet echt. Bij de pinautomaat stonden twee jongeren met ook al een grote tas. Het lukte ze blijkbaar niet om geld er uit te krijgen, want ze bleven maar op de knopjes drukken. Een man die onder invloed leek van het een of ander kwam tussen hen in hangen en wil helpen? Of was hij meer geïnteresseerd in de mogelijkheid van biljetten mee te nemen? Wie zal het zeggen…
Binnen de kortste keren was hij ook weer weg. Zwalkend en wel.

Het is nu tien over elf. Naast mij komt een vrouw zitten, met twee tassen uiteraard. Eén kan niet meer dicht en wordt met touwtjes bij elkaar gebonden, ze haalt er aan de boven- én onderkant allemaal lege plastic zakjes uit. Die vult ze weer met spullen uit tas nummer twee en probeert het uit alle macht in volle tas nummer 1 te stoppen. Ze slaagt deels. Ondertussen loopt ze rondom de tas, en met haar achterwerk duwt ze me een beetje aan de kant. Ik geloof niet dat ze het doorheeft. Het geeft ook niet, want na een paar minuten loopt ze weer weg, naar de bus denk ik.Dan komt er een groepje vrouwen aanlopen, natuurlijk ook weer twee tassen per persoon, dichtgebonden met tape en touwtjes. Volgens mij moeder, dochter en tante, of zoiets. Ze lijken een beetje op elkaar. De dochter sleept haar tassen over de vloer, en ploft recht voor mijn neus op de tassen. Zo, die zit. Het lijkt haar niet te interesseren dat ze ongeveer midden in het looppad zit. De anderen volgen haar voorbeeld en ploffen ook neer, dus ze zullen wel geen Chinees porselein mee nemen. De twee oudere vrouwen hebben allebei een respectabele hoeveelheid rimpels in hun gezicht terwijl ze ook weer niet zó oud zijn. Vast een combinatie van veel buitenzijn en roken. Dat ze roken lijdt geen twijfel; hun stem is minstens drie octaven lager dan de mijne en wat aan de rauwe kant. De jonge vrouw zit mij een tijdje ongegeneerd aan te kijken, van een metertje afstand ongeveer. Ik doe alsof ik het niet doorheb, dan stopt ze er vast snel mee. Maar dat blijkt toch niet zo te zijn.
Nog een half uur, dan komt onze bus. Het afgelopen uur is snel voorbij gegaan.
De jonge vrouw begint tegen me te praten, waarschijnlijk omdat ik terug keek. Uit nieuwsgierigheid beiderzijds denk ik. Ik kijk vast verwonderd want de oudere vrouw begint Spaans te praten tegen me. Ze vraagt of ik uit Argentinië kom, want ik heb een Argentijns gezicht, en of ik belastingvrij ga winkelen in Paraguay. Ik zeg dat ik een beetje Spaans spreek, uit Nederland kom en niet per sé naar Paraguay hoef om daar te winkelen. Haar dochter praat verder in het Portugees en probeert mijn plannen te ontfutselen. Ik probeer het Portugees te vertalen naar Spaans en dan naar Nederlands. De oudere vrouw is me voor; ze spreekt vier talen zegt ze: Portugees, Spaans, Gaucho en gitano, een soort zigeunertaal. En als ik op reis ga in Brazilië, dan moet ik toch wel Portugees leren… Ik vertel dat ik dat wel wil, maar dat ik daar in Argentinië niet veel aan gehad zou hebben, dus wellicht komt dat nog. De stad waar ik nu heen ga, is heel mooi zegt ze, muy linda, maar als het donker is, dan moet je oppassen voor de zakkenrollers en dieven. Helemaal de kleine, die zijn het linkst. Ze herhaalt dit een keer of wat en haar dochter zegt dat de stranden bij een andere stad ook heel mooi zijn. De vrouw valt haar bij, de stranden zijn mooi, maar ook daar zijn ladrones, zakkenrollers dus…
Ondertussen wordt omgeroepen dat mijn bus er aan komt. Ik vraag aan de vrouw waar ze heen gaat, maar als antwoord krijg ik waar ze vandaan komt: Rio Grande, een gebied van wel 2000 kilometer, met veel gaucho’s. Mijn tas sleur ik omhoog en maak ik vast op m’n rug. De derde vrouw heeft de hele tijd nog niets gezegd, maar nu zegt ze: “Vaya con Dios, suerte.” Ga met god en veel geluk. Wie wil dat nou niet horen als ie jarig is! Welkom in het meest Katholieke land ter wereld denk ik, zwaai naar de dames en ik loop naar de bus. Deze keer was wachten best leuk. Tien uur in de bus komt ook wel goed.