La Paz

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

La Paz image

La Senda Verde en de chaotische beestenboel

La Paz
Bolivia
Lola

La Senda Verde en de chaotische beestenboel


In het holst van de nacht zit ik na een keiharde knal met een ruk rechtop in bed. De regen striemt onophoudelijk tegen de hemelsblauw geschilderde hut, die bij iedere bliksemschicht fel oplicht. En telkens weer klinkt direct daarna die oorverdovende donderslag, gevolgd door een indringende mix van krijsende papegaaien en jankende honden. Zo kruipen de minuten voorbij, terwijl ik met ingehouden adem wacht op het aanbreken van een nieuwe dag als vrijwilliger bij La Senda Verde, opvangcentrum voor wilde dieren in Yolosa.

Tegen de tijd dat de dageraad zich eindelijk aandient lijkt de zon het gewonnen te hebben van de regen. Na deze angstaanjagende nacht kijk ik reikhalzend uit naar de stralende dag die voor me ligt, dus spring ik zodra mijn wekker gaat uit bed. Iets te fanatiek, want ik voel elke spier in mijn vermoeide lichaam. Met enige moeite hijs ik me in een stinkend smerige spijkerbroek en dito blouse, waarna ik de deur van mijn hut opensla en het ochtendgloren tegemoet stap. En met de warme zon breekt tevens een glimlach door op mijn gelaat. Ik kan maar geen genoeg krijgen van het idyllische regenwoud dat me omringt. La Senda Verde, letterlijk vertaald 'het groene pad', doet haar naam echt eer aan.

Op de laaghangende takken van de bomen ontwaar ik de tropische geel-blauwe en rood-groen gevederde vogels die vannacht zo in paniek waren en mij nu luidkeels begroeten, ongeduldig wachtend op hun fruitmaaltijd. De dauwdruppels op het groene gebladerte glinsteren in het zachte zonlicht. Ik luister naar het rustgevende stromen van de rivier en tuur naar de in ochtendmist gehulde contouren van de bergen in de verte. Een serene rust maakt zich van mij meester. Maar al gauw wordt dit perfecte plaatje bruut verstoord, wanneer ik zoals elke morgen enthousiast word besprongen door de twee retrievers en Cappuccino de geit, die ervan overtuigd is dat ook hij een hond is.

Ik knuffel het beruchte trio uitbundig, maar als de geit van lieverlee tegen mijn been begint te rijden vind ik het mooi geweest. Ik duw de drie musketiers grinnikend van me af en slenter naar de doucheruimte. Daar aangekomen tref ik één groot waterballet aan, met in de hoofdrol een zwarte slingeraap genaamd Sambo. Alle kranen staan wagenwijd open, het water spuit alle kanten op en Sambo zit temidden van een enorme plas. Zijn nat geworden kuif staat piekerig overeind, waardoor hij eruitziet als een heuse punker. Met een triomfantelijke blik in zijn ogen bekijkt hij zijn werk. Ware apenkunst. Hoofdschuddend schiet ik hard in de lach.

Sinds Sambo's komst bij La Senda Verde is hij behoorlijk opgeleefd. Hij is hier destijds zwaar getraumatiseerd naar toe gebracht, nadat stropers zijn moeder in koele bloede hadden doodgeschoten in de jungle nabij Rurrenabaque. Wat dat betreft hoor je hier de meest schokkende anekdotes. Achter ieder dier schuilt een schrijnend verhaal en het gros van hen zal nooit meer in het wild kunnen leven. Simpelweg omdat de dieren teveel aan mensen gewend zijn geraakt, waardoor ze het in hun eentje niet redden. Bovendien zouden ze daardoor een te makkelijke prooi zijn voor ander wild of voor stropers. Heel triest en het is dan ook hartverwarmend om te zien dat ze hier de kans op een beter leven krijgen.

Sambo kijkt me ondeugend aan en nadat ik de kranen heb dichtgedraaid, probeer ik hem uit alle macht te vangen. Hij geniet zichtbaar van het spel en springt van wasbak naar toilet en weer terug, met mij in zijn kielzog. Na een tijdje geeft hij het op en pakt hij gewillig mijn hand. Eenmaal buiten krult hij zijn lange staart om mijn arm, zijn hand nog steviger in de mijne geklemd. Tijd voor nummer twee op zijn favoriete speellijstje. Hij zet zich af tegen mijn bovenbeen en slingert vervolgens uit volle kracht heen en weer aan mijn arm. Met mijn vrije hand zwaai ik naar een wenkende medevrijwilliger bij het voorraadhok. Dit slingerritueel kan zich eindeloos herhalen, zo weet ik inmiddels. Maar helaas, het is voedertijd.

Na alle ochtendwerkzaamheden wandel ik gewapend met een stuk zeep en een bundeltje schone kleding naar de kraakheldere rivier. Nieuwsgierig gadegeslagen door Chica de rode brulaap en Flaca de Colombiaanse straathond, trek ik mijn schoenen uit en stap ik met vuile kleren en al in het koele water. Dobberend op mijn rug boen ik stukje bij beetje de bruine smurrie van mijn kleding, tot even later ook de retrievers me hebben weten te vinden. Kwispelend kijken ze me met schuine koppies aan, waarna ze met een onstuimige sprong vlak naast me in de rivier plonsen.

Als we uitgespeeld zijn trek ik mijn natte goedje uit. Nu is het zaak me pijlsnel af te drogen en weer aan te kleden, voordat de zandvliegen zich te goed weten te doen aan mijn vochtige huid. Mijn kleren leg ik aan de oever te drogen op de door de zon verwarmde stenen, alvorens ik me richting het dagelijkse bord verse pasta begeef. Ik kan de overkant van de rivier alleen bereiken via een geïmproviseerde houten loopbrug, bestaande uit niet meer dan een smalle, wiebelige plank. Knap lastig met één babykapucijnaap op je schouder, één op je hoofd, één bungelend aan je arm en één vastgeklampt aan je been...

In opperste concentratie schuifel ik over de brug, terwijl de aapjes me voortdurend het zicht ontnemen en me de oren van het hoofd kletsen. Voor één keer doe ik of ik ze niet hoor. Gewoonlijk kwebbel ik gezellig terug, hoewel ik er werkelijk geen touw aan vast kan knopen. Gek is dat toch: ook al had ik vooraf niet durven dromen dat ik ooit deel zou uitmaken van taferelen als deze, went het snel. Te snel. En ineens besef ik me ten volste hoe bijzonder dit is en ben ik mij pijnlijk bewust van het feit dat ik deze prachtplek spoedig weer verlaat. De gedachte stemt me melancholisch. Want ik heb dit stukje paradijs op aarde met zijn chaotische beestenboel voorgoed in mijn hart gesloten en zal het vreselijk missen.








Foto's

866df.jpg
866df.jpg
Lola
e4c5c.jpg
e4c5c.jpg
Lola
0c0d6.jpg
0c0d6.jpg
Lola