Patagonië - de roep van de natuur image
Lkoedam

Patagonië - de roep van de natuur

Het ijs was snel gebroken tussen Columbus-fotograaf Tom van der Leij en Corrie de Winter, die door de online Columbus Community en een professionele jury tot Reisreporter van het Jaar 2011 werd verkozen. Gelukkig maar, want als prijs mocht Corrie op reportage naar Argentijns Patagonië. Een eenzaam maar diep indrukwekkend landschap van in sneeuw gehulde bergen, massieve gletsjers en eindeloze pampa. We gaven haar één opdracht mee: vind in al deze leegte tekenen van leven. Of het haar gelukt is?







In het spoor van Francisco

De ijswand torent hoog boven me uit, de gletsjer is zo schitterend blauw dat het bijna pijn doet aan mijn ogen. Ik kan alleen maar kijken, vergeet bijna te fotograferen. Toen we landden in El Calafate, de ‘wereldhoofdstad van de gletsjers’, viel het wat tegen. Nog geen gletsjer te zien, alleen een geasfalteerde weg die van het vliegveld door een kale steppe naar de toeristenplaats leidt. In de hoofdstraat zag ik zelfs een casino, dat zeer tegen de zin van de inwoners is opgezet. ‘Puur prestige, je komt hier voor de natuur’, zei onze gids Fernando, die een paar jaar in Nederland heeft gewoond en de taal nog verrassend goed spreekt. En inderdaad, de natuur ligt om de hoek. Vanuit ons hotel is het een half uurtje lopen naar het Lago Argentino, waar je in de Laguna Nimez heel gemakkelijk vogels kunt observeren. Ik ging er alleen naartoe. De zon scheen en het was windstil – een ongekende luxe in Patagonië. De broedende vogels hadden alleen oog voor elkaar. Ik genoot op nog geen meter afstand van hun hofmakerij.

En nu varen we over het Lago Argentino, het enorme gletsjermeer dat pas in 1873 werd ontdekt door Francisco Moreno, de geoloog en ontdekkingsreiziger die grote delen van Patagonië in kaart bracht. Hij stond op het punt de jarenlange zoektocht naar de bron van de Rio Santa Cruz af te breken, toen hij ’s nachts het klotsen van de golven tegen de oever van het meer hoorde. De missie was geslaagd. Men betwijfelt of Francisco de gletsjer die zijn naam draagt zelf heeft gezien. Zijn achterkleinzoon beweert van wel. Francisco heeft dan wel iets gemist. Wat zou hij, alleen al uit wetenschappelijk oogpunt, hebben genoten van deze gletsjer die altijd groeit. Het weer kan niet beter – stralende zon, een klein windje. Eigenlijk ben ik te warm gekleed voor de gletsjertrekking. Bij de zuidwestoever van het meer lopen we door het bos naar de morene van de gletsjer en krijgen daar uitleg over ijsklimmen met crampons. Ik kan me maar moeilijk concentreren – de gletsjer is overal, zo wit, zo blauw, zo groots. We lopen als eenden achter elkaar, met stevige stappen, zoals ons is geleerd. De gidsen leiden ons feilloos langs spleten en meertjes in alle tinten blauw die je maar kunt bedenken. Het pad is iedere dag anders, omdat de gletsjer voortdurend in beweging is, in de lente veertig centimeter per dag. Ik kan mijn ogen niet geloven als ik opeens een zwarte kat voorbij zie lopen. Het is Lilo, de kat van een van de gidsen. Zodra hij zijn baas ziet, klimt hij op zijn schouders, want hij heeft koude poten. Slimme kat.



Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 37



Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.