Geervannesmeed
Boshoverheide#2
De grote droogte doet het ergste vrezen voor heidegebieden zoals de Boshoverheide. En dan bedoel ik nog niet eens het gevaar van een brand, maar ook het niet tot groei en bloei komen van de heide. Heideterreinen moeten worden begraasd, geplagd en gemaaid om vergrassing (pijpenstrootje) en dichtgroeien met bomen en struiken tegen te gaan. Om heide in stand te kunnen houden is dus beheer noodzakelijk, maar omdat daar lange tijd geen sprake van is geweest, is er veel verdwenen en is het nog maar een fractie van wat het ooit was. Herstel is alleen mogelijk als nog kiemkrachtig zaad aanwezig is, of als dat van elders aangevoerd wordt. Op de Boshoverheide wordt de heidegroei door middel van kleinschalig plaggen weer gestimuleerd en in stand gehouden. Dat zijn de bruine plekken die je op de foto ziet. Grootschalig plaggen levert misschien meer heide op, maar is vanuit het oogpunt van toename van de biodiversiteit ook weer niet altijd gunstig. Een groot deel van de oorspronkelijke gevarieerde structuur gaat daarmee namelijk verloren, wat ook verlies van bijzondere plant- en diersoorten met zich mee kan brengen.
Tauros
De Loozerheide is een bijzonder 900 ha groot natuurgebied tussen Weert en Budel-Dorplein. Het is het hele jaar vrij toegankelijk en omdat er geen echte paden in het gebied zijn, kun je er vrij rondlopen. Het gebied wordt jaarrond begraasd door een tiental Exmoor pony’s en ca. 30 runderen die men tauros noemt. Met het zgn. Taurosprogramma probeert men een dier terug te fokken dat zo veel mogelijk lijkt op het oerrund en ook de genetische eigenschappen van het oerrund zo dicht mogelijk benadert. Met behulp van gevonden botten van een oerrund heeft men het DNA kunnen bepalen en is gezocht naar oude rassen die dat DNA nog hebben. Die heeft men onder andere gevonden bij het Italiaanse Maremmana rund, de Spaanse Limia en de Portugese Maronesa. De dieren die al sinds 2015 op de Loozerheide lopen zijn kruisingen van deze drie. Ze worden in het land van herkomst nog sporadisch ingezet als trekdieren, dus het zijn eigenlijk rustige dieren, maar ze raken hier dusdanig verwilderd, dat aangeraden wordt minimaal 25 m. (of liever nog meer) afstand te bewaren. Je weet maar nooit. Dat geldt zeker nu er pas geboren kalfjes zijn. Bijzonder is overigens dat deze kalfjes altijd met een bruine vacht geboren worden en dat ze pas na enige tijd de echte kleur krijgen. Het echte oerrund krijg je uiteraard nooit terug, maar een "replica" met goede gelijkenis en juiste eigenschappen verwacht men op afzienbare termijn te krijgen.
Kraamwebspin
In Nederland en België komen meerdere (voor mensen onschuldige) soorten wolfspinnen voor. De spin op deze foto wordt Grote wolfspin of Kraamwebspin genoemd. De kleur van deze spin is heel variabel, maar de tekening is steeds hetzelfde. De spin kan gemakkelijk herkend worden aan de licht-gele streep op haar kop (hier niet te zien) en de typische witachtige flapjes naast haar ogen. Wat echter vooral opvalt zijn de grote spintepels en lange poten. Gelet op die poten, is wel duidelijk dat ze geen web maakt om een prooi te vangen, maar dat ze op de grond achter haar prooi aan rent. Net zoals bij de Gewone Wolfspin is de broedzorg van een Kraamwebspin opvallend. Als ze de eitjes in hun zelf gesponnen eierzakje hebben gestopt, nemen ze dit zakje, dat bevestigd is aan hun spintepels, gedurende 2 tot 3 weken overal mee naar toe. Na het uitkomen van de eitjes klimmen de jonge spinnetjes bij de Gewone wolfspin op de rug van hun moeder, die ze tot aan de eerste vervelling mee draagt. In tegenstelling tot de Gewone Wolfspin, weeft deze Kraamwebspin echter kort voordat de spinnetjes geboren worden, een tentvormig spinsel van zijde als een soort kraamkamer. Het web dat ze maakt is dus niet bedoeld om een prooi mee te vangen, maar dient als bescherming voor haar kroost. Hieraan dankt zij ook haar naam. Als de spinnetjes uit de eicocon kruipen, blijven ze nog tot hun eerste vervelling in dat beschermende spinsel. Moeder blijft al die tijd in de buurt om een oogje in het zeil te houden.
Plakker
We willen wel allemaal graag een tuin vol vlinders in de zomer, maar voor het zover is, moet elke vlinder echter eerst beginnen als rups. Er is elke zomer veel te doen over de inmiddels welbekende Eikenprocessierups. De haren zijn een goede verdediging tegen “vijanden”, maar kunnen ook heel vervelend zijn voor de mens. Elke rups met haren lijkt daarom helaas voor veel mensen een rups te zijn waar je voor moet oppassen. Een rups die veel verward wordt met de processierups, is de rups van deze Plakker. De rupsen van deze nachtvlinder kunnen ook in grote aantallen gevonden worden, maar zijn ongevaarlijk. Ze geven namelijk niet dezelfde reactie als de haren van de processierups. Je hoeft je om deze rupsen dan ook geen zorgen te maken. De tot maximaal 5 cm grote opvallende rups is herkenbaar aan de licht okerkleurig met zwartachtig grijze spikkels en 3 okerkleurige lengtestrepen over de rug, de bruin- en zwartachtige haarborstels die op kleine, roodachtig, “wratjes” staan ingeplant en op de rug zie je 5 rijen blauwe en 6 rijen rode wratten. De naam Plakker is een al lang bestaande naam. Het wijfje spint een soort matje van haar eigen lichaamsharen en plakt dat vast op een boomstam. Daarop zet zij dan haar eitjes af. Hieraan dankt de soort zijn naam. Op enige afstand ziet het er uit als een zwammetje.
Amsloberg#2
De Groote peel was ooit één gigantisch nagenoeg ondoordringbaar moerasgebied op de grens van Limburg en Brabant, dat bijna tot aan Nijmegen door liep. Een van de plekken waar je vanuit Nederland toen naar Limburg kon gaan, was o.a. Weert. Dat heeft dan ook niet te onrechte de naam “Poort van Limburg” gekregen. Op oude kaarten is dat ook goed te zien. Uiteraard bestonden de namen Nederland en de provincie Limburg toen nog niet. De Amsloberg was waarschijnlijk een van de oudst bewoonde plekken in de Peel. Het is een verbastering van Ansel en lo. De naam Ansel komt van het Oud-Germaans *ans = "Goden" en *χelma = "helm, bescherming". Dus: “onder bescherming van de Goden”. De naam Lo gaat terug naar het Germaanse *lauhaz, waarmee bedoeld wordt "open vlakte die hoger gelegen is dan zijn omgeving" en omgeven is door bossen, heide- velden en zandverstuivingen. De Amsloberg is dus geen berg, maar een ideale verhoogde plek waar de mensen zich lang geleden blijkbaar veilig voelden. De foto is vanaf deze Amsloberg gemaakt. Als je de foto vergroot bekijkt, snap je beter waarom ik deze plek bij de vorige foto "de leegte" noemde. Ook hier is goed te zien hoe droog het er nu is.
Amsloberg
Velen hebben geen weet dat er ook hoge en droge zandruggen zoals Aan den Berg en Amsloberg aan de rand van de 1500 ha. grote Groote Peel liggen. De meeste mensen komen vaak niet verder dan de aan het verharde pad gelegen veenmoerassen, plassen en vaarten, maar er is nergens anders in de peel een plek te vinden die zo’n rust uitstraalt als de Amsloberg. Vanaf hier zie je de open heideterreinen, hooggelegen stukken stuifzand en vlakten met pijpenstrootje. Zoals je ziet is dit gebied nu ook erg droog. Hopelijk komt er nog voldoende regen, zodat we straks kunnen genieten van de paarse heide. Er is maar één manier om de Groote Peel te verkennen en dat is: wandelen!. Lopende over het zandpad met de naam "de 10e baan" richting Stelloperven en Aan het Elfde (de 2 grootste plassen in de peel), waan je je alleen op de wereld en kijk je uit over een wijde, eindeloos lijkende "leegte".
Groote Peel
Opnieuw is in Nederland een neerslagtekort ontstaan. Sinds half maart is nauwelijks regen gevallen. Bovendien verdampt veel vocht door het zonnige en warme weer. Daarmee is 2020 tot nu toe een van de droogste jaren. Het gebrek aan regen heeft gevolgen voor de landbouw en de natuur. Doordat de bovenlaag van de grond uitgedroogd is en jonge planten ondiep wortelen, moet op veel plaatsen door de boeren beregend worden. In april zijn er door die aanhoudende droogte ook al enkele grote natuurbranden geweest. De branden in de Deurnese Peel en in Nationaal Park de Meinweg waren landelijk nieuws. Bij Grientsveen/Helenaveen ging liefst 800 van de 1000 ha. in vlammen op en het hele dorp Herkenbosch in het Meinweggebied moest zelfs worden geëvacueerd vanwege het naderende vuur. Ook in de Groote Peel bij het Limburgse Ospel (12 km. van Weert) is het erg droog en er wordt menig kaarsje opgestoken in de hoop dat het maar gauw gaat regenen. De Groote Peel is een prachtig gebied om te wandelen, maar de bezoekers zijn gewaarschuwd. Op de foto die ik genomen heb vanaf de uitkijktoren, is goed te zien waarom men zo ongerust en waakzaam is. We zien één grote vlakte met droog pijpenstrootje met daartussen wat heidestruiken. Niet alleen het pijpenstrootje, maar ook de ondiep wortelende heide droogt snel uit en wordt daarmee snel vatbaar voor brand. Het is dus oppassen geblazen.
Kwegt
De Kwegt is een voormalig vennengebied, dat bij aanleg van het Kanaal Wessem-Nederweert in 1922 werd gedempt met het vrijgekomen zand. Het maakt deel uit van de keten Peelvennen en hoorde oorspronkelijk bij het grote Roeventerpeelgebied in Weert. Het kanaal en later nog de A2 hebben het gebied opgesplitst. Kwegt of kwagt is een toponiem gebruikt voor moerassige natuur- en natuurgebieden met zeer onvaste bodems; zogenaamd trilveen. Het woord is verwant aan kwakkelen. Kwakkel of wankel in de zin van "onvast of onbestendig". (zoals bijvoorbeeld in kwakkelwinter). Een enkel landbouwperceeltje gelegen aan de Kwegt werd al rond 2000 hersteld als proefneming. In de periode 2007-2009 is vervolgens een 40 ha groot gedeelte door Rijkswaterstaat hersteld als natuurcompensatieproject. Het uitgegraven zand is gebruikt bij de aanleg van het nieuwe wegennet bij de ring van Eindhoven. Tussen 2012 en 2017 volgde de 2e fase van verder herstel en uitbreiding van het gebied. Door de sterke verschraling van de bodem via afgraving is de natuurwaarde hersteld en de ontstane plas is van grote waarde voor de venflora, libellen en water- en moerasvogels. Er zijn wandelroutes uitgezet en 2 uitkijkpunten gecreëerd vanwaaruit je mooi beeld krijgt van de hele omgeving.
Bloementuin op de...K
Meestal ga ik alleen op pad als ik de natuur in ga en blijft mijn vrouw thuis. Ik ben namelijk niet iemand die alleen maar over paden en paadjes loopt. Liefst loop ik waar eigenlijk nooit iemand komt en dat ziet mijn vrouw niet zo zitten. We zijn tenslotte al de 70 gepasseerd dus dat is misschien ook niet zo gek. Ik vertel wel altijd waar ik naar toe ga en hoe laat ik ongeveer terug zal zijn. Toen ik echter dit schitterend weiland zag, heb ik haar opgebeld om te zeggen dat ik wat later terug zou zijn dan afgesproken. Dit weiland is een mooi voorbeeld waaraan je kunt zien hoe belangrijk het is voor de natuur om water vast te houden. Zeker in deze tijd. Het is te vinden in mijn woonplaats bij de Kettingdijk. Oorspronkelijk was dit een 125 ha. groot moerassig gebied dat deel uitmaakte van het grensoverschrijdende Bocholterbroek en dat eind jaren '30 van de vorige eeuw is "afgenomen" van de natuur . Het heeft de mensen toen heel wat zweet gekost om er een landbouwgebied van de maken. Enkele jaren geleden is daar echter een natuurherstelproject van Natuurmonumenten en Stichting Ark afgesloten, waarbij het gebied weer is "teruggeven" aan de natuur. Voorop stond het verschralen van de voedselrijke grond en het weer vernatten en vasthouden van het water door met name de talloze afwateringssloten en - slootjes te dichten of af te dammen.
Pluimvoetbij
Gisteren, 20 mei, was het "Wereld Bijen Dag." Niet te verwarren met de "Internationale dag van de Honingbij" op 19 augustus. Wereld Bijen Dag was een initiatief van de Sloveense imkersbond, dat op 20 december 2017 door de Verenigde Naties officieel werd verklaard. Dit is dus een speciale dag waarop we álle bijen eens extra de positieve aandacht te geven die zij verdienen. Dus niet alleen de bijenvolken, maar ook onze solitaire bijen. Waar de meeste mensen niet bij stil staan, is dat de rol van deze solitaire bijen bij de bestuiving groter is dan die van onze honingbij. Veel mensen komen niet verder dan de Honingbij, maar wist je dat er in Nederland alleen al circa 350 andere bijensoorten zijn. Deze zijn niet alleen onopvallend omdat ze klein zijn, maar ook omdat ze solitair leven, dus geen volk vormen. Behalve 70 verschillende soorten zandbijen zijn er in Nederland nog o.a. behangersbijen, zijdebijen en metselbijen. Deze zandbij heet Pluimvoetbij. Zij graaft een verticale gang van liefst 50 cm diep of dieper. Hierin legt het vrouwtje haar eitjes. Het is een vrij grote bij van circa 15 mm. De Pluimvoetbij wordt zo genoemd vanwege de zeer lange beharing van de achterpoten bij het vrouwtje. Die grote pluimen vormen als het ware een korfje, waarmee stuifmeel wordt verzameld en zij schijnt er ook gemak van te hebben bij het graven van de broedgangen in de grond. Ook bij de mannetjes zijn de poten opvallend behaard, maar dan met korte haren.
Koolespeelke
Veel vennen, vennetjes en poelen zijn de afgelopen decennia gedicht en die er nog waren, waren veelal veranderd in dicht wilgenstruweel. Men vond ze overbodig. Met de huidige kennis van zaken, weet men inmiddels dat dat een verkeerde beslissing is geweest. Niet alleen vanwege de flora en fauna, maar ook met het oog op het langer vasthouden van water zijn de vennen van belang. Door het herstel van de vennen wordt namelijk weer gezorgd voor een sponswerking en daardoor ook een bufferende werking. We zien overal in onze omgeving dan ook het herstel van meerdere vennen en poelen. Ook in het Weerterbos is dat gebeurd, met als resultaat een aantal prachtige plassen. Het Koolespeelke aan de oostrand van het Weerterbos is het eerste herstelde ven in het gebied. Het is genoemd naar een eigenaar met de naam Koolen. Na herstel van de vegetatie zien we nu onder andere veel pilvaren, kruipend moerasweegbree en het vrij zeldzame moerashertshooi op de oever en drijvend fonteinkruid in het water. Het is een paradijsje voor libellen; op een mooie zomerdag zijn er meer dan tien soorten aan te treffen. Zittend op een bankje kan ik genieten van het harde rauwe "krrr-krrr-kiet-kiet" van de karekiet die zich ophoudt in het riet, de dodaarsjes en ruziënde meerkoetjes op het water en in het achtergebleven riet is een koppeltje nijlgansen aan het broeden. Kortom een plekje waar een natuurliefhebber zijn hart kan ophalen.
Grashut
Centraal in het Weerterbos ligt een voormalige landbouwenclave. Hier stond oorspronkelijk de Grashut, een boerderij. Het Weerterbos was vanwege zijn ligging in een laagte oorspronkelijk een moerasbos. De ontginningen in de 19e en 20e eeuw leidden tot een sterke ontwatering, zodat het grotendeels beplant kon worden met voornamelijk naaldbomen. Een boomsoort waar ten tijde van de mijnbouw grote behoefte aan was. Veel bos is nog particulier bezit, maar Stichting het Limburgs Landschap heeft inmiddels ruim 700 ha. aangekocht en is al bezig het terug te brengen naar het oorspronkelijke moerasbos. De vele wandelpaden maken het tot een schitterend wandelgebied. De Grashut met bijbehorende landbouwgrond werd ook aangekocht, omdat een agrarisch bedrijf niet paste in het beeld dat het Limburgs Landschap voor ogen heeft. In 2006 werd de boerderij gesloopt, de voedselrijke bovenlaag werd afgegraven en sloten werden afgedamd, zodat het gebied zich weer kon ontwikkelen tot een natuurlijk landschap van moeras, vennen en heischrale velden. Alleen de naam Grashut herinnert nog aan de voormalige enclave. In het afgebakend gebied zijn edelherten en exmoorpony’s uitgezet en waar voorheen de boerderij stond kwam in 2008 een uitkijktoren. Het is niet altijd eenvoudig de herten en exmoors te zien, maar vanaf deze uitkijktoren is het “the place to be” tijdens het burlseizoen en heb je tevens een mooi uitzicht op de omgeving. Daar heb ik dus ook deze panoramafoto gemaakt, die uitvergroot beter tot zijn recht komt.
Kootspeel#2
Door de Kootspeel stroomde oorspronkelijk een beek en er waren afwateringsslootjes aangelegd om het gebied enigszins toegankelijk te houden. Door de versnelde afvoer van water is tegenwoordig de sterke verdroging van het gebied echter een probleem geworden en omdat door de beek te voedselrijk landbouwwater door het gebied werd aangevoerd, zijn planten als bijvoorbeeld bramen, brandnetels en kleefkruid gaan woekeren. Hierdoor dreigde de oorspronkelijke vegetatie te verdwijnen. Een aantal jaren geleden heeft men de beek dan ook om het gebied heen geleid en zijn de oude beek en de afwateringsslootjes afgedamd. Het gebied krijgt nu alleen voedselarm kwelwater en regenwater, wat niet alleen zorgt voor vernatting, maar ook verschraling. Zo zien we weer een vegetatie verschijnen die wel in dit biotoop thuis hoort.
Kootspeel
Natuurgebieden die je niet kon ontginnen, werden vroeger door de lokale overheden gezien als onrendabel en werden opgeofferd omwille van economische redenen. Een van die gebieden is de Kootspeel. Dit doorstroommoeras verbindt de Moeselpeel en de Roeventerpeel. Daarvan heb ik pas geleden nog een foto van laten zien. Ook dit gebied ligt op amper een kwartiertje fietsen van mijn huis. Het is een van de peelvennen ten zuiden van Weert, die als een keten tot ver in Noord Brabant doorlopen. De Groote Peel is daarvan de bekendste. Kootspeel heette oorspronkelijk de Klotspeel of Klootspeel. Klot of kloot betekent (turf)kluit. De Weertenaren noemden het gebied echter Kotspeel. Niet zonder reden, want nadat men in de beginjaren van de 20e eeuw het gebied ging ontginnen, bleek een deel onbruikbaar. Dat heeft men in Weert tot begin jaren ’50 gebruikt als overstortplaats van het riool en tot eind jaren ’60 was een hoger gelegen deel ook nog in gebruik als stortplaats. In 1972 is het stort afgedekt met een dikke laag dekaarde en zijn er bomen geplant. Hoewel je na 50 jaar hier en daar nog huisvuil zoals plastic en puin aantreft, is het gebied zich weer (weliswaar moeizaam) ten goede aan het ontwikkelen. Omdat het moeilijk toegankelijk is, is het bij veel Weertenaren niet zo bekend. Daarom net ga ik er graag naar toe, want hier kan ik als natuurliefhebber in alle rust van de zich ontwikkelende natuur genieten. De omringende graslanden laat men, zoals hier op de foto is te zien, verruigen en dienen als overgangsgebied en bufferzone.
Moeselpeel
De Moeselpeel is een natuurgebied van 90 ha, dat zich slechts op 2 à 3 km ten zuidoosten van de bebouwde kom van Weert bevindt. Moesel komt van moeëst en betekent moeras. De voormalige buurtschap Moesel, nu een stadswijk, is genoemd naar dit moeras. Het is sinds kort door Natuurmonumenten over genomen van Staatsbosbeheer. Ondanks de talloze aangelegde afwateringsslootjes is het niet gelukt om het hele gebied in begin 20e eeuw voor landbouwdoeleinden te ontginnen. De grondwaterstroom (kwelwater) en regenwater hielden het gebied te nat en onbegaanbaar. Vanwege sterke verdroging is in de jaren 90 van de 20e eeuw het water uit de omringende landbouwgebieden omgeleid en zijn de afwateringssloten afgedamd. Zodoende kon het natuurgebied zich geleidelijk herstellen en er komt zelfs weer hoogveenvorming op gang. De kern van het gebied is een ontoegankelijk stiltegebied en bestaat uit verruigde rietmoerassen met een gordel van wilgen- en elzenbroekbos er omheen. Door het waterpeil hoog te houden en het riet periodiek te maaien, wordt verlanding van het rietmoeras afgeremd.
Boshoverheide#2
De Boshoverheide is een natuurgebied in de gemeente Weert tussen Weert en Budel. De heide is ruim 200 ha groot en sluit naadloos aan op de moerassige Loozerheide aan de ene en stuifzandgebied de Weerter- en Budelerbergen aan de andere kant. We zullen nog even geduld moeten hebben voordat de hei in bloei staat, maar je kunt je misschien voorstellen hoe het er dan uit zal zien. Als een hete droge zomer tenminste geen roet in het eten gooit. Je zult er ook geen fietsers of mountainbikers tegen komen, want op de paar paadjes die er zijn, is het zand op de meeste plaatsen zo rul dat het onbegonnen werk is om daar te fietsen. Een gebied dus alleen bedoeld voor wandelaars.
Boshoverheide
De Boshoverheide is een natuurgebied in de gemeente Weert tussen Weert en Budel. De heide is ruim 200 ha groot en sluit naadloos aan op de Loozerheide aan de ene en de Weerter- en Budelerbergen aan de andere kant. Van deze 2 gebieden heb ik eerder een foto laten zien. Op de heide ligt het grootste en uitgestrektste urnenveld van NW-Europa. Ruim vier eeuwen lang, van 1000 tot 500 voor Christus (Laat-Bronstijd), werden hier doden gecremeerd en begraven. Omdat er veel grafgiften zijn aangetroffen, neemt men aan dat het hier een soort “elitegraven” moeten zijn. Op een terrein van ruim 33 ha., zijn volgens de laatste schattingen in de 404 grafheuvels en langbedden (rechthoekige graven), ca. 3100 mensen begraven. Inmiddels zijn ongeveer 150 graven gerestaureerd.
Weerterbergen
Bij mijn vorige foto schreef ik dat Weert omringd is door vennen, poelen, plassen en moerassige gebieden. Maar ook schreef ik dat die afgewisseld worden door hoger gelegen zandruggen. Daar vind je zandverstuivingen, heide en bossen. Een grote variatie aan landschappen dus. Als je pech hebt kom je de ene dag dus thuis met natte voeten en de dag erop met zand tussen je tenen. De bekendste zandverstuivingen zijn de Tungeler Wallen en Weerter bergen. De Weerter bergen vormen samen met de Budelerbergen een natuurgebied van 912 hectare dat zich uitstrekt ter weerszijden van de grens van de Nederlandse gemeenten Cranendonck en Weert. Een gedeelte is oefenterrein van defensie, maar het hele gebied is vrij toegankelijk. Je kunt dus alle kanten op. Het behoort tot het Natura 2000-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven, dat een nog groter gebied omvat. Onder andere vanaf wegrestaurant Goudreinet de Wildenberg, gelegen aan de A2, start een gemarkeerde rondwandeling door het gebied met een lengte van 9 km. Ook enkele lange-afstandswandelingen doorkruisen het gebied, maar je kunt dus ook lekker vrijuit rondstruinen door het gebied.
Loozerheide
De oude naam van Weert is Wertha, wat waard betekent; hoger gelegen land dat omgeven is door water. Water in de vorm van vennen, maar vooral van moerassige, nagenoeg ontoegankelijke gebieden. Niet voor niets werd gesproken van “het eiland Weert”. Van dat moerassig gebied is door ontginningen veel verdwenen, maar toch vind je overal nog sporen daarvan in de vorm van vennen, poelen en moerassen, afgewisseld met zandruggen met hun stuifduinen, bossen en heidevelden. Dat maakt dat er een grote variatie is in ecosystemen met ieder een eigen biodiversiteit; variatie in flora en fauna. Een mooi voorbeeld daarvan is de Loozerheide, gelegen tussen Weert en het Brabantse Dorplein (niet verwarren met de Lozerheide in België). De Loozerheide is een 900 ha. groot natuurgebied dat in 1892 is aangekocht om er een zinkfabriek en het bijbehorende dorp Budel-Dorplein te bouwen. Wat resteerde van het uit woeste grond bestaand gebied was in gebruik als jachtterrein voor de familie Dor, maar er werd verder niets mee gedaan. De directe omgeving van de zinkfabriek was voor iedereen verboden terrein, waardoor er geen menselijke ingrepen plaatsvonden en de natuur ongemoeid werd gelaten. In 2012 hebben Stichting Ark en Natuurmonumenten het gebied verworven en sindsdien is het gebied toegankelijk voor publiek. Na het afgraven van heide en het kappen van enkele bospercelen zijn enkele grote waterplassen ontstaan en is het één groot open gebied geworden van ca. 200 ha. Een uitgestrekt open gebied zoals het oorspronkelijk ooit geweest moet zijn. Een kleine kudde Exmoorpony’s en een 30 tal taurossen zorgen voor de begrazing.
Bastaardloopkever
Zandloopkevers komen voor in zanderige streken zoals verstuivingen, open plekken in bossen, bospaden, heidegebieden, duinen en op het strand. Dat is vanwege de levenswijze van de larve die het hol alleen kan graven in los zand. In Europa komen ongeveer 12 soorten voor, waarvan er vijf in België en Nederland leven. Dit is de Basterdloopkever. Deze wordt ongeveer 2 cm. groot. Hij kan goed vliegen, maar dat zie je alleen als hij zich bedreigd voelt en geen kant op kan. Lopen doet hij echter des te beter. Zeker als hij een prooi wil bemachtigen. Het is dan ook niet gemakkelijk om ze te fotograferen, maar door ze rustig te benaderen wil dat wel eens lukken. Met hun kaken, die erg groot, sikkelvormig en aan de binnenzijde getand zijn, vangen ze slakjes, wormen, spinnen en andere insecten.
Zuilen Kabinet
Het werk op deze foto is van Fleks, een internationaal georiënteerde straatartiest uit Noord-Brabant. Veel werk van hem is in Eindhoven en omringende plaatsen te vinden. Hij is een van de deelnemers aan project “Het Zuilen Kabinet”, een openlucht graffiti- en streetart galerie, onder de Boshoverbrug in Weert. Sinds vorig jaar mei worden daar de kale grijze steunpilaren door internationale en regionale kunstenaars zoals Casroc, Nash, Ozer,Locatelli, Dase, Hombre, Fleks, Manuela Geypen en de Weertenaren Angelo Martinus en Geert Loijen- Sapo) voorzien van hoogwaardige streetart. De Belg B-Art beet het spits af. Inmiddels zijn de eerste 40 kunstwerken aangebracht op de pilaren, waardoor het steeds meer gaat lijken op een openluchtmuseum. Het is zelfs ’s avonds te bezoeken door een sfeervol aangebrachte kleurrijke verlichting. Een walhalla voor elke street art liefhebber! Het project is tot stand gebracht in samenwerking met de gemeente Weert. Met het zichtbaar maken van de graffiti kunst wil Weert een meer 'urban' uitstraling krijgen. Inmiddels zijn er in heel Weert al zoveel werken te zien, dat er door iemand een street art route is opgesteld. Deze street art tour start op het station van Weert. De route is te lang om te wandelen, maar fietsend (ov-fiets?) kan prima. Je bent dan 1,5 à 2 uur onderweg, afhankelijk hoe lang je bij elk werkt blijft "plakken". Alle plekken zijn ook met de auto goed bereikbaar. De route is te vinden op: https://www.worldwife.nl/street-art-in-weert/
Roeventerpeel
De 21 ha grote Roeventerpeel is een schakel in de reeks van peelvennen (Moeselpeel, Schoorkuilen, de Kwegt, Sarsven en de Banen). Stuk voor stuk pareltjes ten zuidoosten van de stad Weert. Begin vorige eeuw werd het ven als “overbodig” gezien. Het werd deels drooggelegd en volgestort met zand om als landbouwgrond te dienen, maar werd vooral ook gebruikt als vuilstortplaats. Het ven is uiteindelijk geheel verland en dicht gegroeid met riet en struikgewas. In 2010 is door een natuur- en landschapsherstelproject het vuil en opgebracht zand verwijderd en een ven van zo’n 11 hectare ontstaan. De Roeventerpeel is vanwege de zeer natte omstandigheden en het ontbreken van paden niet goed toegankelijk, maar met wat goede wil en een paar goede laarzen is veel mogelijk. Ik kan er genieten van de typische venplanten en de natuurlijke afwisselende venoevers zijn weer nieuw leefgebied voor o.a. libellen, amfibieën en talloze watervogels. Ik heb er zelfs beversporen aangetroffen. Een teken dat het daar goed gaat met het huidige waterbeleid en een mooie impuls voor een aantrekkelijk en soortenrijk landschap.
Nasher#2
Bij graffiti denken sommigen nog steeds aan met verf vervuilde teksten op muren, maar bij steeds meer kunstenaars is graffiti inmiddels uitgegroeid tot kunst, oftewel streetart. Een van deze mensen is Werner – “Nash” - Zwakhalen uit Sittard. Gisteren plaatste ik een werk van hem; een mix van realisme en tekenfilmfiguur. Maar naast zijn typische personages zie je dat zijn liefde en passie voor graffiti ook terug te vinden is in zijn realistische creaties. Dat is te zien op dit werk met daarop zijn 10 jarig zoontje, dat te vinden is onder een brug in Weert. Toch knap als je bedenkt dat hier geen kwast aan te pas is gekomen, maar alles met een spuitbus is gedaan.
Nasher70
In Weert zijn viaducten en bruggen een favoriete plek voor streetartkunstenaars. In 2016 en 2018 werden al enkele brugpilaren voorzien van een kunstwerk. Het eindresultaat kon toen rekenen op veel waardering. Het project kreeg daarom een vervolg. Nu zijn bijna ook alle brugsteunen van de brug over de Zuid-Willemsvaart van prachtige creaties voorzien. Hier zie je werk van Nasher70. Werner – “Nash” - Zwakhalen uit Sittard, begonnen met streetart in de jaren ’80 en inmiddels vijftiger, is een van de grote jongens wiens werk van illegaal en pionieren is uitgegroeid tot gerenommeerde kunst waar musea en wereldberoemde galeries nu ook dikke knaken voor neertellen. In meer dan 30 jaar ontwikkelde deze graffitikunstenaar zijn eigen unieke stijl en werkte aan talloze projecten over de hele wereld. Zijn werk, met geweldige schakeringen en felle kleuraccenten, kun je omschrijven als een mix van realisme en tekenfilms. Maar naast zijn typische personages zie je dat zijn liefde en passie voor graffiti ook terug te vinden is in zijn realistische kunstwerken. Bekend is o.a. het kunstwerk aan de Steenweg in Sittard met daarop een aantal bekende Sittardenaren zoals Toon Hermans.