Geervannesmeed
Hall of Dispelling...
WAARSCHUWING: let op dat je bij wijziging van de tekst de kans loopt dat je tekst wegvalt. Dit kan dan niet meer hersteld worden. Dat overkwam mij tenminste weer eens. Vandaar dat ik deze foto nog een keer plaats.......... De Yuheyuan of "Tuin van Rust en Vrede" ligt zo’n 15 km. ten noordwesten van het centrum van Beijing. Het complex is beter bekend als het Zomerpaleis. Het is ontstaan in de beginjaren 1750. Het was ooit een zomerverblijf voor de keizers en hun familie om de hitte in de stad te ontvluchten. Het Zomerverblijf wordt gedomineerd door het kunstmatig aangelegde Kunming-Lake en de 60 meter hoge Longevity Hill. Men heeft het uitgegraven zand van het Kunming-Lake gebruikt om deze heuvel te bouwen. Hierop ligt de prachtige "Toren van de Boedhistische Wierook". Die is te bereiken via deze Hall of Dispelling Clouds ( Páiyúndiàn). Keizer Qianlong liet deze bouwen ter ere van de zestigste verjaardag van zijn moeder. De “Hal van de Wegdrijvende Wolken”” is een prachtige hal met rode zuilen en een met goudgeel geglazuurde tegels bedekt dak. Hoewel gebouwen (behalve tempels) in keizerlijke tuinen geen gele geglazuurde tegels mochten hebben, is voor deze Hall of Dispelling Clouds een uitzondering gemaakt. Misschien vanwege zijn moeder? Achter de Hall of Dispelling Clouds zien we nog de Hall of Moral Glory liggen. Deze werd gebruikt als de keizer en keizerin zich moesten omkleden en omdat ze een rustig plekje wilden als ze tot Boeddha baden.
Hall of Dispelling...
WAARSCHUWING: let op dat je bij wijziging van de tekst de kans loopt dat je tekst wegvalt. Dit kan dan niet meer hersteld worden. Dat overkwam mij tenminste weer eens. Vandaar dat ik deze foto nog maar een een keer plaats.......... De Yuheyuan of
Eén pot nat
Toen ik deze foto thuis eens goed bekeek, leek het net of een groep bezoekers als makke schapen braaf achter elkaar lopend in die gigantische bronzen pot afdaalden. Leuk optisch bedrog. Deze enorme bronzen potten zie je overal op de pleinen van de Verboden Stad. Ten tijde van het Chinese keizerrijk hadden ze een functie; ze waren gevuld met water en als er onverhoopt ergens brand uitbrak, was er altijd water voorhanden. Er werd dan ook goed op gelet, dat ze altijd tot de rand toe gevuld waren. Wat verder opvallend is aan die potten, zijn de krassen op die potten. Het verhaal wil, dat de soldaten er tijdens oorlogstijden hun bajonetten op slepen.
Heykersbroek
Net buiten de gemeente Weert, ligt, langs de Tungelroyse beek tussen de dorpjes Swartbroek en Ell, het ca 55 ha. grote Heykersbroek. Aangezien de familienaam Heykers in Ell en omgeving erg veel voor komt, zal er ongetwijfeld een link zijn met een familie Heykers. “Broek” duidt op een moerassig gebied. Het oorspronkelijke moerasgebied is kort na de tweede wereldoorlog ontgonnen en in de jaren ‘60 werd bos aangelegd als werkvoorziening. Het gebied is rijkelijk voorzien van slootjes en plassen. Het grote ven, dat door zandwinning is ontstaan, is blikvanger nummer één en is in gebruik als visvijver. Ook als je niet gaat vissen is het een heerlijk plekje om daar op een bankje te ontspannen en te genieten van al dat moois om je heen.
El mercado de...Tlate
In “Palacio Nacional”, het Nationale Paleis in Mexico City, zijn prachtige muurschilderingen te zien van Diego Rivera (1886 – 1957), de eerste muralist - muurschilder. Hij heeft in de periode 1926 tot 1945 de Mexicaanse geschiedenis afgebeeld. Zijn werk laat verhalende geschiedkundige taferelen zien. Het detail dat we hier zien, is van een tafereel tijdens de eerste jaren van de XVI eeuw. Het werk heet "El mercado de Tlatelolco"; de markt van Tlatelolco. Het was de belangrijkste handelsplaats in de Vallei van Mexico ten tijde van de Azteken (1000-1521). Toen maakte het deel uit van de stadsstaat Tenochtitlan, tegenwoordig is het een wijk in het noorden van Mexico-Stad. De man in het wit die we daar prominent in zijn stoel zien zitten, is een van de drie magistraten die de orde moesten bewaren. Verder liepen er meerdere officieren rond, die de koopwaar inspecteerden.
El Popo
De 5.450 meter hoge Popocatépetl (Azteeks voor “Rokende berg”) die zo'n 70 kilometer ten zuidoosten van Mexico stad ligt, is een van de 14 actieve vulkanen in Mexico. Toen wij er in 2006 waren, was hij rustig, maar “El Popo”- zoals de vulkaan wordt genoemd-, is de meest actieve van allemaal. Hij leek sinds 1927 ingeslapen, maar is sinds 1994 met grote regelmaat uitgebarsten. Ongeveer elke paar jaar is het wel raak. Bij een grote uitbarsting in 2000, moesten 40.000 mensen worden geëvacueerd. Bij de eruptie in 2016, die gepaard ging met hoge rookwolken, spuwde de vulkaan as en gingen gloeiend hete stenen twee kilometer de lucht in. Enkele stenen kwamen 3,5 kilometer verderop op de grond terecht. De asregen die ontstond na de uitbarsting bedekte de omgeving van de vulkaan onder een dikke laag as en er moesten vluchten van vliegmaatschappijen geannuleerd worden. Het alarmniveau was toen fase 6; het een na hoogste. De volgende fase betekent: noodtoestand met massale evacuaties Men heeft na een uitbarsting in november 2017 ontdekt dat er zich een nieuwe krater met een diameter van 370 meter heeft gevormd in de oude krater. Het is te voorzien dat er weer een uitbarsting aan staat te komen. Op dit moment is El Popo namelijk weer actiever dan normaal. Het is te hopen dat het meevalt. Men is in elk geval gewaarschuwd. Het is allemaal te volgen op: http://webcams.volcanodiscovery.com/Popocatepetl
Sluipvlieg
Op de foto zie je een van de ruim 300 soorten sluipvliegen in Nederland en België. Sluipvliegen (Tachinidea) zijn vooral te herkennen aan de niet erg dichte, maar wel lange haarborstels op borststuk en achterlijf en de witte schildjes achteraan het borststuk. Volwassen sluipvliegen leven van nectar en stuifmeel, maar hun larven parasiteren op rupsen en poppen van insecten zoals vlinders en kevers. Op de foto zie je een Gymnosomo sluipvlieg. Een Gymnosomo sluipvlieg valt vooral op door de wijd gespreide vleugels in ruststand en het bolle achterlijfje. Ook de antennen zijn langer dan bij andere sluipvliegen. Er zijn twee sterk gelijkende Gymnosomo soorten in Nederland: Rotundatum en Nudifrons. Voor een leek en zeker op een foto eigenlijk niet te determineren. De Duitser noemt ze “Baumwanzenfliegen”; deze soort legt namelijk haar eitjes in levende schild- of boswantsen. Dit is overigens een vrouwtje. Dat kun je zien aan de ogen, die wat wijder uit elkaar staan dan bij het mannetje. Bij de mannetjes staan ze nagenoeg tegen elkaar. Kijk ook eens naar de pootjes..
Zadelzwam
Een paddenstoel in april? Heel apart inderdaad, want dat zou je niet verwachten. Het bijzondere van deze Zadelzwam is echter dat deze in twee seizoenen een groeipiek heeft: in mei en dan nog eens in september. Het is een paddenstoel die consoles maakt op stronken, stobben, stammen en stamwonden van levende en dode loofbomen. (Met een voorkeur voor dood hout van de Es). De korte dikke steel staat zijdelings, waardoor de paddenstoel met wat fantasie lijkt op een dameszadel, of met het zadel van een oude tractor. Die laatste niet alleen vanwege de vorm maar ook qua omvang, want de hoed kan wel een doorsnede van 60 cm hebben. De Engelsen noemen hem Dryad’s Saddle (Dryade is een bosnimf) of Pheasant’s back (de rug van een fazant vanwege de bruine schubben van de hoed). De soort is op allerlei vochtige, voedselrijke grondsoorten te vinden. Zolang hij nog niet verhout is, is deze paddenstoel eetbaar, maar ik zou zeggen: “mooi laten staan”……
Wijngaardslak
De Wijngaardslak wordt beschouwd als een delicatesse in met name de Franse keuken. Omdat de soort wordt geraapt voor consumptie is de slak in een aantal gebieden sterk achteruitgegaan. In een aantal landen, waaronder Nederland en België, staat de wijngaardslak hierdoor op de lijst van beschermde dieren. De slakken die nu gegeten worden, zijn dan ook van slakkenkwekerijen afkomstig. Ze komt oorspronkelijk voor in zuidelijk en centraal Europa, maar is door menselijk handelen verspreid. Het is dus eigenlijk een exoot. Door een soort winterslaap kan ze hier overleven. De wijngaardslak heeft een voorkeur voor kalkrijke gebieden. Vandaar dat je hem in met name Zuid-Limburg (vanwege de mergel), maar ook in de duinen regelmatig kunt aantreffen. Deze slak is op het eerste gezicht te herkennen aan de grootte, maar ook aan de kleuren. De kleur van het huisje varieert van crèmewit tot geelbruin. Het slakkenhuis is namelijk voorzien van een dun laagje dat als een soort "opperhuid" een beschermende werking heeft. Naarmate de slak ouder wordt, verweert deze laag en bladdert af. Daardoor kunnen we hier zien dat dit een al wat ouder dier is.
Borgermolen
Je zou het niet verwachten, maar dit fraaie gebouw is een voormalige watermolen. Ze bevindt zich in buurtschap Heisterbrug (Z. Limburgse gemeente Schinnen). De molen ligt naast Gasterij Kasteel Terborgh. Het opvallende rechthoekige gebouw is opgetrokken in vakwerk en heeft een schilddak. De Borgermolen die al in 1501 wordt genoemd, lag voorheen aan de Geleenbeek. Deze beek heeft men later verlegd. Tot eind 19e eeuw had ze twee houten waterraderen. Ze stonden schuin achter elkaar met ieder een eigen watergang waar het rad draaide en met een eigen maalsluis. Het voorste rad was een roggemolen en het achterste rad fungeerde als tarwemolen. Omstreeks 1888 is het achterste rad verwijderd. Tot in het midden van de jaren 1930 werd de molen nog gebruikt. Nadat in 1939 het stuwrecht werd afgekocht, heeft men de beek verlegd en werd het molenhuis verbouwd tot woonhuis. Jammer dat toen ook het waterrad is weggehaald. Sinds 1967 is het een rijksmonument.
Gevlekte aronskelk
De Gevlekte aronskelk komt in Nederland in het wild voor en is een Rode lijst soort, die vooral in Zuid-Limburg voorkomt. Elders komt ze voor als stinsenplant. De bloeitijd is van april tot mei. De zowel mannelijke als vrouwelijke bloempjes van de gevlekte aronskelk kun je echter niet zien, omdat ze onder in de bloemkolf zitten en omsloten zijn door de bloeischede. De opvallende kolfvormige bloeiwijze verspreidt een lucht van rottend vlees, waar vliegjes op af komen. Wanneer ze op het gladde blad van de bloeiwijze komen, dan glijden ze naar binnen. Ze kunnen de bloem niet verlaten vanwege 2 rijen haartjes aan de binnenkant van de bloemkolf . Zodoende zorgen ze voor de bestuiving. 's Ochtends zijn de bloemen verwelkt en kunnen ze de bloem verlaten. De gehele plant is zeer giftig.
Mother nature with he
Eind maart is het street-art project bij een viaduct in Weert opgeleverd. In juli 2016 werden al enkele brugpilaren voorzien van een kunstwerk. Ik heb daar meerdere foto’s van geplaatst. Het eindresultaat kon toen rekenen op veel waardering van de Weertenaren. Dit jaar kreeg het project een vervolg. Onder leiding van lokale streetartkunstenaar Geert Sapo en de internationaal bekende Angelo Martinus zijn onder andere de 6 brugsteunen van prachtige creaties voorzien.
Bloesemtocht
Vandaag was hét moment om nog een bloesemtocht te ondernemen in het warme zuiden van ons land. We kozen voor een Ommetje Sweikhuizen. Startpunt was bij de Biesenhof, een typische Limburgse carréhoeve met een rijke historie. De wandeling was slechts 8 km. maar hier bij Sweikhuizen, ten zuiden van Geleen, begint het Limburgse heuvellandschap. Er waren dan ook bij een temperatuur van 28 graden pittige klimmetjes bij. Genieten van begin tot eind. We kregen prachtige vergezichten te zien en uiteraard prachtige hoogstamboomgaarden, waar alles in volle bloei stond. Een aanrader dus. De bloemen op de foto zijn van een appelboom.
Van Nahuijsfontein
Bij de Sassenpoort, op het van Nahuysplein, in Zwolle staat een mooie fontein. Deze is in 1892 door de Zwolsche burgerij geschonken aan burgemeester Mr W.C.Th. van Nahuijs, ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum. Op de spuwers van de fontein staat de beeltenis van de populaire jubilaris. Het plein heette toen nog het Potgieterplein. De fontein is vervaardigd van zink, dat geschilderd en daarna gezand is om de schijn van zandsteen te wekken. De fontein staat in een vierlobbig natuurstenen bekken, dat is uitgevoerd met neo-barokke vormen en is opgebouwd uit een onderbouw - bestaande uit vier consoles met vazen met daartussen vier mengvaten, en een bovenbouw - in de vorm van een kandelaar. In 2010 is deze fontein nog gerestaureerd.
De Boets
Midden in landbouwgebied het Wisbroek in het dorp Stramproy (gemeente Weert), ligt een klein ven in een bosje. Dat gebied wordt de Boets genoemd. De naam komt van de familienaam Boeten, een grootgrondbezitter die in Brussel woonde. Het gebied bestond oorspronkelijk uit vijvers, heidevelden, bossen en moerassen. Door ontginningen begin 20e eeuw is het nu één groot landbouwgebied met hier en daar een boerderij. Waar het vennetje nu ligt, was het blijkbaar de moeite van het ontginnen niet waard.
Onrust over taurossen
Niet alleen in de Oostvaardersplassen is men ongerust over de dieren die daar verblijven, ook in mijn omgeving is dat het geval. De taurossen die hier rondlopen worden bijgevoerd indien nodig, dus daar ligt het probleem niet. Nee, men (stichting Ark en Natuurmonumenten) is van plan om de dieren vrij te laten lopen in een bos waar mensen veelvuldig gebruik maken van een fietspad dat deel uitmaakt van het fietsknooppuntennetwerk. En die willen niet oog in oog staan met zo'n kolossaal dier. Dit is een kruising tussen een Limia- en Pajunu stier. Dit soort runderen werden van oudsher in Spanje ingezet als trekdier. Rustige dieren dus, maar je weet nooit hoe deze verwilderde soort zal reageren als je tegenover elkaar komt te staan. Nu bevinden ze zich nog binnen een afgerasterd, maar vrij toegankelijk terrein. De keuze is dus aan de bezoeker of hij al dan niet dichterbij het dier wil komen. Maar als ze vrij kunnen rondlopen en je elkaar niet kunt ontwijken, is dat natuurlijk iets anders.
Schoorkuilen
De huidige Schoorkuilen, liggen vlak langs Kanaal Wessem-Nederweert. Dit is een verbindingskanaal tussen de Zuid-Willemsvaart en de Maas. Het 17 km lange kanaal is met de hand gegraven in 1929. Het zand dat men weghaalde, werd gedumpt in de omringende moerasgebieden. Schoorkuilen was er daar een van. In het gebied werd voorheen op kleine schaal turf gestoken, waardoor kuilen waren ontstaan. Het woord schoor is afgeleid van schore; een kleine waterovergang, gewoonlijk niet meer dan een paar smalle balken of planken breed. Het viel niet mee hier overheen te lopen en dat gebeurde daarom
Galdermansmolen
Tot ongeveer 1900 vond men langs de Belgisch- en Nederlands- Limburgse beken veel watermolens. De meeste molens bestaan nu niet meer. Een uitzondering hierop is de Itterbeek. De Itterbeek is een zijrivier van de Maas en ontspringt op het Kempens Plateau. Ze heeft een lengte van ±30 km en een verval van ±45 m. Door dit verval was deze beek bij uitstek geschikt voor watermolens. Ooit lagen er 11 molens. De meeste bestaan nog, maar werken niet meer. Dit is de De Galdermansmolen in het plaatsje Tongerlo. Ze is in 1633 gebouwd als oliemolen en is genoemd naar Peter Galdermans, die omstreeks 1700 eigenaar werd. Deze molenaarsfamilie bleef lang op de molen. In 1841 werd het huidige molenhuis gebouwd en werd de molen ook als korenmolen gebruikt. In 1996 kreeg ze de status van monument. Ze is nog steeds maalvaardig, maar er wordt slechts sporadisch nog op gemalen.
Zandbijtje
Momenteel zie je op veel plekken kleine hoopjes omhooggeduwd zand met een rond gaatje in het midden. Net een vulkaantje met een diepe krater. Vooral niet intensief gebruikte zonbeschenen parkeerplaatsen, stoepen en opritten schijnen favoriet te zijn. Maar ook bij zandige open terreinen en zandpaden vind je ze. Dit is het werk van zandbijtjes, die een gangetje graven tussen 10 en 30 cm, om vervolgens in apart aangelegde kamertjes een voorraadje stuifmeel te deponeren en daarin een eitje te leggen. Het zijn solitaire bijtjes waar weinig van te duchten valt. Ze steken overigens niet, of zijn in elk geval niet agressief. Er zijn 74 soorten zandbijtjes, dus voor een niet deskundige zoals ik, is het soms moeilijk te beoordelen welke het nou precies is. Zeker omdat ze vaak erg op elkaar lijken. Ik denk dat dit het vrouwtje van de Variabele zandbij of van de Valse Rozenzandbij is. Deze 2 soorten zijn in het grootste deel van ons land aanwezig. Qua biotoop zijn ze ook niet al te kieskeurig, als het maar zandgrond is. Je ziet ze van april tot midden juni.
Konikpaard
In steeds meer natuurgebieden zie je konikpaarden rondlopen. Mooie en gemakkelijke dieren, die er het jaarrond kunnen verblijven, waar men weinig omzien naar heeft en je hebt er niets van te vrezen. Ze hebben echter één “nadeel” waar je als bezoeker wel goed rekening mee moet houden; ze zijn namelijk nieuwsgierig en niet bepaald schuw. Hierdoor kan het zo maar gebeuren dat ze naar je toe komen rennen als ze je opmerken. Ze gedragen zich meestal rustig, maar... blijf attent, want het blijven beesten die in het wild zijn opgegroeid en onvoorspelbaar zijn. Soms kunnen ze te opdringerig worden en komen met z'n allen om je heen staan. Als ze zich bedreigd voelen, schrikken, of elkaar aan de kant gaan duwen, kunnen ze je gemakkelijk omverlopen. Het is dus beter om voldoende afstand te houden.
Gezinsuitbreiding bij
Hoewel je het hele jaar door kalfjes van de Hooglanders kunt zien (Schotse Hooglanders hebben namelijk geen bepaalde paartijd), worden de meeste kalfjes toch wel in het voorjaar en de zomer geboren. Zoals je misschien al gezien hebt, zijn deze 2 hun geboortevacht nog niet helemaal kwijt. De soort kan gemakkelijk tegen vorst, regen en wind. Dit komt omdat ze een dubbele vacht hebben. Er zijn drie kleurvarianten: roodbruin, blond en zwart. Deze runderen zijn gemoedelijk, maar de koeien hebben wel een sterk moederinstinct en beschermen de kalveren in de eerste paar weken tegen gevaar. Het is daarom van belang om een veilige afstand te bewaren. De nieuwsgierige kalfjes denken daar duidelijk anders over, want die willen wel eens van dichtbij dat vreemde wezen op 2 poten zien.....
Onverwacht
Deze foto is gemaakt in natuurgebied de Luysen, net over de grens België - Nederland. Ziet er mooi uit, maar ik zie nu toch liever kikkerdril. Niet zo gek, want die trof ik vorig jaar rond deze tijd daar overal aan....... Indachtig het gezegde "maart roert zijn staart" kan het natuurlijk gebeuren, maar wie had dit nou nog verwacht. Gelukkig is het van korte duur.
Wasgamuwa National...
Tijdens een “village safari” door de mooie omgeving van een dorpje bij Polonnaruwa, zagen we veel dieren; een zwemmende bengaalse varaan, vogels zoals een coucal, mynah, zwartbekkraai, smyrna-ijsvogel, ibissen, koereigers en bijeneters. Dat alles in een bijzonder landschap met ruige begroeiing. Daarna ging het snel richting Wasgamuwa National Park, in de hoop daar minstens een olifant te spotten. Veel apen en ander wild, maar pas laat in de middag zagen we bij een vuilnisbelt een olifant. Het was de eerste keer dat ik zo’n dier in het wild van vlakbij zag. Een beetje beangstigend, maar vooral spannend. Een hele ervaring, ook al ging hij er snel vandoor in de ondoordringbare bush. Geen geslaagde foto helaas, maar ... " We ’ve got 'm.... " Als toetje werden we op de terugtocht nog getrakteerd op een mooie zonsondergang. Een geslaagde dag.