Waarom je beter géén weeshuis kunt bezoeken image

Waarom je beter géén weeshuis kunt bezoeken

In 2006 bood de Australische Tara Winkler (32) zichzelf aan als vrijwilliger in een weeshuis. Om een bijdrage te leveren. Maar wat bleek: ‘weeshuistoerisme’ heeft ook een schaduwkant …


Heb jij 'weeshuistoerisme' al eens overwogen? (Foto: Tara Winkler, Cambodian Children's Trust)

‘Zoveel armoe als in Cambodja had ik als 19-jarige backpacker door Zuidoost-Azië nog niet eerder gezien. Ik voelde me er zelfs ongemakkelijk door, want terwijl zij er honger leden hing ik er de toerist uit. Ik besloot daarom om te helpen, door weeshuizen te bezoeken en ze kleren, boeken en wat geld te schenken. Eén weeshuis ging me in het bijzonder aan het hart. Ze hadden er niet eens genoeg geld voor eten, drinkwater of medische zorg. De droevige gezichtjes van de kinderen en de erbarmelijke omstandigheden waarin ze leefden waren hartverscheurend. Iets in me vertelde me dat ik méér moest doen dan toekijken vanaf de zijlijn. En dat deed ik op mijn manier, door fondsen te werven in mijn thuisland Australië. Het duurde een jaar voordat ik voldoende geld had verzameld om weer terug te keren naar het plaatsje Battambang, naar het weeshuis dat zoveel indruk op me had gemaakt. Ik gaf er een aantal maanden Engelse les, kocht voedsel en waterfilters, en nam de kinderen voor de eerste keer in hun leven mee naar de tandarts. So far, so good. Pas toen mijn vrijwilligersperiode eropzat, kwam ik erachter dat het weeshuis waar ik zo verknocht aan was geraakt zo corrupt was als de neten. De directeur verduisterde elke gedoneerde cent die er binnenkwam. En in mijn afwezigheid werden de kinderen zó verwaarloosd dat ze zich genoodzaakt zagen om muizen te vangen om in leven te blijven. Ik kwam er ook achter dat de directeur zich schuldig maakte aan fysieke en seksuele mishandeling. Het was tijd voor actie. Ik zocht daarom toenadering tot een lokale hulporganisatie en samen stichtten we een nieuw weeshuis, een veilige plek waar de verwaarloosde kinderen naartoe konden worden verplaatst. Op dit punt neemt mijn verhaal echter een onverwachte wending. Want uit mijn gesprekken met de kinderen — ik was de lokale Khmer-taal inmiddels machtig — bleek het volgende: de meeste van de wezen in mijn weeshuis wáren in de praktijk helemaal geen wees … Ze hadden ouders. Of in ieder geval familieleden die voor ze konden zorgen, zoals opa’s, tantes, ooms en oudere broers en zussen. Waarom deze kinderen dan toch in weeshuizen wonen? Omdat hun families te arm zijn om ze te onderhouden. En omdat ze denken dat de kinderen beter af zijn in een instelling. Veel Cambodjanen zien weeshuizen namelijk eerder als ‘opvangcentra’, ‘kindertehuizen’ of zelfs ‘kostscholen’ dan een droevige plek voor kinderen in een uitzichtloze situatie. Het ontbreekt families dus aan kennis over hoe het er binnenshuis écht aan toegaat. Dit probleem beperkt zich niet tot Cambodja. Ook in andere landen vond er een explosieve stijging plaats van ‘kinderzorginstellingen’ en kinderen die erin werden opgenomen. In Oeganda bijvoorbeeld is het aantal weeskinderen met 1600% gestegen ten opzichte van 1992. En vergis je niet; óók in de nettere, minder louche instituties zitten wezen die in feite niet ouderloos zijn. Deze kinderen, zo blijkt uit meer dan zestig jaar aan internationaal onderzoek, lopen allemaal het risico op mentale ziekte, bindingsangst en een groei- en spraakachterstand. Vind je het gek, denk ik dan. De kinderen krijgen niet alleen continu te maken met nieuwe verzorgers, die volgens een roteerschema werken. Maar ook nog eens met een constante stroom van vrijwilligers en bezoekers die ze overladen met liefde en aandacht, om vervolgens weer uit hun leven te verdwijnen. Dat laatste vind ik nog het ergst. Dat wij — toeristen, vrijwilligers, donoren — bijdragen aan de enorme groei van het aantal weeskinderen wereldwijd. Gevalletje good intentions, bad idea.’

Verder lezen? Schaf editie 73 aan in onze webshop. Meer weten over hoe Tara het probleem wilt aanpakken? Ga naar cambodianchildrenstrust.org. Ga voor meer informatie over dit onderwerp naar stopweeshuistoerisme.nl.