Ross Sea regio

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Ross Sea regio image

Eén, twee, drie... en een knipoog naar Doppie ;-)

Ross Sea regio
Antarctica
Papillonreizen

Eén, twee, drie... en een knipoog naar Doppie ;-)

Het zal op de tweede of derde dag van mijn bootreis naar Antarctica geweest zijn, toen expeditieleider Rodney me vroeg of ik ‘in was’ voor de polar plunge. Met grote ogen van ongeloof had ik hem aangekeken. Polar plunge?
‘Ja, kom op, Monique’, was de enthousiaste reactie van Adam, de vogelaar aan boord.
‘Sure, count me in’, had ik geantwoord, er eigenlijk van overtuigd dat het om een geintje ging. Want zeg nou zelf, je gaat toch niet voor je lol in het ijskoude water van de Rosszee bij Antarctica springen?

De reisdagen regen zich aaneen met prachtige luchten, diepblauwe olieachtige wateren, drijfijs, pannekoekenijs, zeeleeuwen, walvissen, albatrossen, ruige zeeën, zeeziekte, slapeloze nachten, immense ijsschotsen, een witte wereld, prachtige eilanden, indrukwekkende landingen op Antarctica met bezoeken aan de hutten van lang voorbije expedities en pinguïns, heel veel pinguïns.

Af en toe werd er nog wel eens gezinspeeld op de sprong, die zou gaan komen. Ik had toch wel mijn bikini bij me? Uiteraard had ik die mee genomen, want de saunabezoekjes na ijskoude uitstapjes wilde ik me niet laten ontgaan. En uit respect voor de preutsere reisgenoten had mijn bikini al menig saunabezoek doorstaan. Die sprong, ach ja, dat was natuurlijk een leuk verhaal. Geen weldenkend mens... Toch?

‘Monique, vanavond is het zover! Je staat op de lijst, jullie zijn met z’n elven’, deelde Rodney me met een brede lach mede.
Huh? Vanavond? Wat vanavond? Om me heen hoor ik geroezemoes. Hier en daar zijn discussies gaande en ik vang flarden van zinnen op.
‘... mij te koud...’
‘... elke reis weer...’
‘Ik maak de foto’s hoor’, verzekert crewlid Aleks.
Lachend sta ik er midden tussenin. Er nog steeds van overtuigd dat de bemanning een leuke grap aan het uithalen is en iedereen erin tuint. Als we die avond terug komen van onze landing op Cape Bird zal er waarschijnlijk een jolig keukenteam met een plunge-pudding of iets dergelijks op de proppen komen.

Er is geen plunge-pudding...
Wel een expeditieleider, die ons uitlegt wat te doen:
‘Spring schuin het platform af, tegen de stroming in en zwem onmiddellijk terug naar de boot. Ik sta op het platform en help jullie weer aan boord.’
‘Het water heeft een temperatuur van 1,5 graad Celsius onder nul’, voegt scheepsarts Stephen eraan toe. ‘Concreet betekent het dat je lijf maar een zeer beperkte tijd heeft, voordat het onderkoeld raakt, dus treuzel niet. Na je sprong kun je weer opwarmen in de sauna.’

Naar buiten kijkend, zie ik het ijs op slechts enkele honderden meters langs de boot - een heuse ijsbreker - drijven.
Oh help, het is echt waar! Heel langzaamaan dringt de werkelijkheid tot me door. Niet de rest, maar ik heb in een illusie geleefd..! Mijn hersenen draaien op topsnelheid. Ik kan nog terug, hoef me niet te bewijzen. Maar, deze kans krijg ik misschien nooit weer...

Terwijl de andere tien springers in verschillende staten van nervositeit over het dek lopen te ijsberen, zit ik in de sauna, op te warmen en me te bezinnen.
Stevig op temperatuur wikkel ik me in mijn handdoek, schiet mijn slippertjes aan, grijp in het voorbijgaan mijn dikke winterjas van de kapstok en begeef me naar het dek. Net op tijd om de eerste springer onder luide aanmoedigingen kopje onder te zien gaan en spartelend en naar adem happend weer boven te zien komen.

‘Monique, we waren je al kwijt’, zegt Stephen als ik het gangboord op stap.
‘Ik zat in de sauna! Opwarmen’, verduidelijk ik.
Zijn ogen worden groot van ongeloof.
‘Levensgevaarlijk, de temperatuursovergang wordt veel te groot voor je’, zegt hij bezorgd, me voorstellend van de sprong af te zien.
Tevergeefs tracht ik hem het principe van de sauna uit te leggen. Aan zijn ogen zie ik dat hij in zich in gedachten al aan het voorbereiden is op een potentieel medische acute situatie.

De een na de ander komt het water uit, de ene wat bleekjes, de andere opgetogen, allemaal verkleumd en de meesten blij dat het achter de rug is.
Bijzonder elegant glibber en glijd ik op mijn blote voeten de verijsde ijzeren traptreden af naar het platform.
‘Monique, ben je er klaar voor?’, vraagt Rodney me.
Ja! Ik ben er klaar voor.
Eén, twee, drie! Zonder er verder nog bij na te denken, spring ik en ga kopje onder in de Rosszee.

‘YAHOO!’, roept alles in mij als ik bovenkom.
‘KOOOUUUUDDDDDDDDD!!!’, voegt de stem van mijn lichaam eraan toe.
Met een paar welgemikte slagen zwem ik terug naar de boot en grijp de naar me uitgestoken hand, die me met een krachtige beweging terug op het platform helpt. Ik heb het echt gedaan, ik moet gek zijn...

Lachend klim ik de trap op, pak de mij aangereikte handdoek aan en voeg me bij de springers, die me voorgingen.
‘Monique, hoe gaat het? Heb je het niet koud?’, vraagt Stephen me verwonderd.
Verbaasd kijk ik hem aan. Nee, ik heb het niet koud. Geheel ontspannen, met een gezonde lichaamskleur, op mijn slippertjes en met slechts een handdoek omgeslagen, sta ik aan de reling, te kijken naar de laatste springers, omringd door verkleumde bibberende mensen in dikke winterjassen.

Het duurt die avond nog eventjes voor de andere springers weer op temperatuur zijn.
‘Bij de volgende reis ga ik ook voor de sprong in de sauna!’, besluit Adam.
Stephen snapt het nog niet helemaal en zal bij thuiskomst ongetwijfeld op zoek gaan naar een gedegen onderzoeksrapport.

Misschien ben ik toch zo gek nog niet..?!

Foto's

32607.jpg
32607.jpg
Papillonreizen
4735e.jpg
4735e.jpg
Papillonreizen
60825.jpg
60825.jpg
Papillonreizen