South Australia

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

South Australia image

Wildlife & Outback

South Australia
Australië
Corinerick

Wildlife & Outback

We vertrekken 15 april vroeg vanuit Port Elliot naar Cape Jervis. Hier vertrekt de boot naar Kangaroo Island en we moeten er om 8.30 zijn… De overtocht duurt driekwartier en even voor tienen zijn we op het eiland. Op naar de eerste attractie van die dag: Seal Bay. Dit is een baai waar zeeleeuwen zijn en een deel van de baai is onder begeleiding van een ranger toegankelijk. Onze ranger, Martine, blijkt van Nederlandse afkomst. We zien honderden zeeleeuwen, tot op een meter of 5, en we zijn allemaal onder de indruk. De ochtend is nog niet voorbij en onze dag is al top! Daarna gaan we naar Little Sahara, hoge zandduinen waar je kunt sandboarden. L. en R. klimmen op de hoogste zandduin om de omgeving te bekijken. Vervolgens via een gravelweg ‘off-road’ naar Parndara Wildlife Park. Hier zien we onder andere albino kangoeroes en walibies en kunnen we Kangaroo Island kangoeroes voeren. K. vindt het nog wat eng, maar het kan L. niet lang genoeg duren. Maar ja, eens is het voer op… Het is eind van de middag als we aankomen bij de cabin voor die nacht, aan de andere kant van het eiland. Kangaroo Island is wat groter dan bijvoorbeeld Texel (150 km lang). Aan het einde van de middag wandelen we nog rondom de camping en zien we nog wilde koala’s, walibies, kangoeroes en echidna’s. Genoeg beestjes voor 1 dag…

De volgende dag gaan we naar Flinders Chase NP. Eerst naar de Remarkable Rocks. Dit zijn bijna organisch gevormde grote stenen bovenop een klif. Dit is voer voor fotografen en kleine rotsaapjes als L. en K.. Zij proberen overal op te klimmen en vooral K. overschat zichzelf hierbij nog wel eens… We vervolgen onze route naar Admiral Arch, waar ook een kolonie zeehonden leeft. De speelse zeehonden spreken tot de verbeelding van L. en we krijgen hem bijna niet meer mee. We overnachten in Kingscote, de grootste plaats op het eiland. Hier spelen L. en K. nog even op het strand terwijl wij ons voorbereiden op de volgende dagen.

17 april 2010: we rijden naar de boot om terug te gaan. We zijn wat vroeg bij de boot en mogen nog mee met een eerdere boot (die we eigenlijk wilden boeken, maar volgeboekt bleek). Via Adelaide, waar we tanken en boodschappen doen voor de komende dagen, rijden we naar Barossa Valley. Dit is de belangrijkste wijnstreek van Australië. Het blijkt hier erg druk te zijn en we zijn blij als we via de lokale VVV uiteindelijk een van de laatste plekjes in de vallei weten te boeken, in een motel. Prima voor een nachtje en een wijntje doet goed slapen…;)

De volgende dag vertrekken we op tijd naar onze volgende bestemming: Wilpena in Flinders Ranges NP. Een flinke rit via een eindeloos landschap van gras en lage bebossing. De diverse kleurschakeringen van geel tot lichtbruin, afgewisseld met groene tot donkerbruine struiken en bomen doen ons denken aan de Masai Mara en de Serengeti. Een giraf of een wildebeest hebben we niet gezien, en ook K. heeft hier geen zebra kunnen ontdekken… Aan het begin van de middag zijn we bij Rawnsley Park Station waar we de komende drie nachten zullen verblijven. Ook hier zien we eind van de dag weer diverse wilde kangoeroes. Het lijkt L. en K. inmiddels iets minder te boeien: je telt hier de kangoeroes als in Nederland de koeien…

We zitten de volgende ochtend om 9.00 in de auto om Flinders Ranges National Park te verkennen. Na een half uur verlaten we de verharde weg om door het park te rijden via een onverharde weg. Het park is dusdanig groot dat het stukje onverharde weg door het centrale deel van het park al 50 kilometer is. We zien als snel diverse arenden, emoes en (uiteraard) kangoeroes. We rijden door een vallei (Bunyeroo Gorge) waar de bergen rood kleuren door het ijzer dat zich in het gesteente bevindt. De terugweg kent een aantal uitdagingen, waaronder een riviertje waar we doorheen moeten en een stijl en hobbelig stuk waar we met enige snelheid en met regelmatig contact tussen weg en bodemplaat het onverharde deel weer verlaten. We lunchen in Wilpena, waar R. een passend broodje eet: gerookte kangoeroe… Het is rond de 30 graden als we weer bij onze cabin zijn en L. en K. willen even zwemmen in het zwembad. ’s Avonds genieten we van de zonsondergang die de toch al rode bergen een nog intensere gloed geeft.

Op de laatste dag van ons verblijf in / rond Flinders Ranges gaan R. en L. met een klein vliegtuigje (Cessna 206) het meest beroemde deel van Flinders Ranges bekijken vanuit de lucht: de Wilpena Pound. Dit is een komvormige ‘krater’ van ongeveer 80 vierkante kilometer. Verder zien we diverse kloven, onder andere de kloof waar we de vorige dag doorheen zijn gereden. C. en K. staan te wachten op de airstrip (een landingsbaan van stenen en gravel) als het vliegtuigje landt. De rest van de dag gebruiken we om te ontspannen. Morgen weer een lange reisdag naar Adelaide…