Queensland

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Queensland image

Queensland

Queensland
Australië
MaaikeVisser

Low-budget kamperen Stradbroke Island

Omdat het leven als student over het algemeen al niet gemakkelijk te veroorloven valt, het leven van een Australische student met name lastig te permitteren is, en het studentenleven van een internationale student in Australië het toppunt is van onveroorloofbaar, besloten de Engelse Olivia (Livy), de Franse Hugo (Úgo), Arthur (Arhúr), Alexandre (Alex) et Marie-Liesse (Marie), en de Hollandse ik (Mika) een goedkope trip te maken tijdens onze mid-semester break. Dichtbij, op North Stradbroke Island, een eiland op 1,5 uur afstand van Brisbane, en op de meest primitieve manier die we ons konden indenken: kamperend op plekken waarover vooralsnog niemand had gedacht dat het goede campingplaatsen zouden zijn.

Op de ochtend van vertrek besloten we bij Coles nog een voedselrantsoen in te slaan tegen vasteland prijzen. Hoewel ik tijdens mijn eerste weken in Brisbane nog met kangaroesprongen de Coles huismerkproducten ontweek, was het inslaan van ons overlevingsrantsoen een waar hamsterfestijn naar rood-witte verpakkingen. Het is verbazingwekkend hoezeer je standaard kan dalen in zo’n korte tijd. Vergelijk mijn initiële afkeer voor diepvries groenten met mijn instemming voor groenten in blik; mijn wekelijkse, nostalgische aanschaf van Edam cheese met de aankoop van voordeelpakken voorgesneden gele plakken die de structuur en smaak van plastic hebben en waarvan slechts de beschrijving op de verpakking de suggestie doet oproepen dat ze kaas bevatten. Eenmaal bij de kassa zagen onze boodschappenmanden (geen van ons had cash om een wagen te kunnen veroorloven) eruit als alsof Ajax, Feyenoord en PSV elkaar in thuisshirts in de Arena troffen: één grote slagveld van rood-wit verpakkingen.

Na een laatste haastige pitstop in de bottle shop om op het nippertje nog de broodnodige alcohol in te slaan (een 1,2 liter fles gin ter waarde van de helft van het bedrag dat we vlak daarvoor aan boodschappen voor de hele midweek hadden besteed) brak het moment aan dat wij arme studenten van de rijkdom van het paradijselijke Stradbroke Island mochten gaan genieten. Een eerste duik in verkoelende zeewater boodt ons uizicht op een walvis die een paar honderd meter verderop zijn staart naar ons zwaaide. Een kleine tien minuten en een rotsklimtocht later werd ons een verpletterend uitzicht op vier dolfijnen en een pijlstaartrog, althans dat is wat we denken te hebben gezien, geboden. Geologe Livy wist ons wel met zekerheid te vertellen dat ons spectaculaire noordelijk uitzicht op Moreton Island het zicht op de hoogste zandduinen ter wereld was. Twee dagen later hebben les garçons en ik nog een poging gedaan om dit spektacel te evenaren met onze zandsculptuur, maar hoewel verscheidene passerende kinderen ons complimenteerden met uitroepen als “This is the best castle I have ever seen!” was dat tegelijkertijd een teken dat we gefaald hadden: we poogden een Mayaanse pyramide te bouwen.

Wat de natuur ons had te bieden deed niet onder voor de culturele aanbiedingen die we kregen. De bewoners en bezoekers van Straddie waren zo mogelijk nog guller en gastvrijer dan de Australiërs op het vasteland. Zo werd ons toen we op een ochtend om 9.30 uur door een woonwijk backpackten vanaf een balkon toegeroepen om “Come up and have a beer!”. Uiteraard was dat een aanbod dat we niet konden afslaan, met name niet nadat we de avond daarvoor gedwongen waren tot het drinken van lauwe goone – de van oorsprong Australische wijn in box waarvan het drinken slechts kan worden gerechtvaardigd door te stellen dat de voordeelverpakking milieuvoordelen biedt. “A beer” werd al snel “some beer”, en dit veranderde tegen het middaguur in het spelen van drankspellen (waaronder ‘snapper’, de Australische en verbeterde variant van het Amerikaanse beerpong) en eindigde rond middernacht in elf personen die moe en meer dan voldaan in één van de vele bedden of op banken in het huis crashten. Een verademing na de nacht ervoor in een slaapzak op het strand onder een open sterrenhemel geslapen te hebben.

Een andere culturele ervaring beleefden Hugo, Arthur en ik op de balls club. Reeds op onze eerste avond maakten we kennis met deze club nadat we door de barman in de compleet uitgestorven pub waren doorverwezen naar deze plek waar wel mensen zouden zijn. Hij had gelijk; op ons zessen na waren er nog vijf bezoekers, waarvan er één knock-out op de court lag. Die avond ontmoetten we de gepensioeneerde Bill, die ons als ervaren balls-speler uitdaagde tot een balls game. De volgende middag vertrokken we dan ook vol goede moed naar de court voor een potje balls met Bill. Het was geen verassing, maar wel een teleurstelling dat hij niet kwam opdagen. Behalve dat Bill ons de avond ervoor over zijn liefde voor de sport had verteld, vertelden zijn enorme, tollende blauwe pupillen ons dat hij ook niet terugschrok voor een glas dark ale. Teleurgesteld maar nog immer vastberaden om de regels van het balls spel te leren besloten Hugo, Arhur en ik dan maar te leren door observatie. We hadden het geluk dat de enige spelers op de court observeren prefereerden over beoefenen en ons dan ook aanboden hun spel uit te spelen. Een ander gelukkige bijkomstigheid was dat ze van mening waren dat balls interessanter wordt naarmate de spelers aangeschotener raken en ons dan ook bier bleven aanbieden. Zoals Hugo het stelde was afslaan geen optie: “Wie zijn wij om hen het plezier te ontnemen met anderen te delen?”

Aan het eind van de week hadden we het geval dat Stradbroke Island ons leven had verreikt. Onze financiële situatie was niet veranderd, maar we rekenden onszelf de koning te rijk met ervaringen. Uiteindelijk zagen we deze budget reis als één grote avontuurlijke grap en kijken we alweer uit naar onze volgende trips. Komend weekend Byron Bay, het weekend daarop Noosa, en de volgende week onze hike van de Overland Track op Tasmanië. Het leven van een student, zelfs dat van een internationale in Australië, is zo slecht nog niet. En hoewel we inderdaad hard moeten snijden in ons economisch kapitaal, zullen we het cultureel kapitaal dat we hier opdoen voor de rest van ons leven bij ons dragen.