San Juan

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

San Juan image

Broeierige sfeer in aftands Puertoricaans hotelletje...

San Juan
Puerto Rico
Pascalebruinen

Broeierige sfeer in aftands Puertoricaans hotelletje...

Coral by the Sea

"Coral by the sea is wel een eenvoudige accomodatie. Maar het is goedkoop en jullie hoeven er toch maar één nachtje te slapen voordat jullie op cruise gaan". O. is erg overtuigend. Een eigenschap die hem goed van pas komt als directeur van zijn eigen reisbureau. "Doe die dan maar", besluiten we. Ik hoop dat we er geen spijt van krijgen.

Paar weken later. We zijn net vanuit New York in San Juan, Puerto Rico, aangekomen en zijn bekaf. Zodra we een voet buiten de airconditioned aankomsthal van het vliegveld zetten, valt de klamme hitte als een dikke deken op ons. In no time staat het zweet ons op het voorhoofd.

Als we tegen de taxichauffeur zeggen waar we heen willen, kijkt hij ons net iets langer dan gebruikelijk aan maar zegt niks en rijdt weg. Zwoele salsamuziek uit zijn autoradio waait door de vier geopende ramen naar buiten, de Puertoricaanse nacht tegemoet. Hij verrekt het de airco aan te zetten.

Voordat we de kans krijgen hier iets over te zeggen, brengt hij abrupt de taxi tot stilstand. We zijn er al. Wat ik vooraf vreesde, wordt bewaarheid. Er is geen koraal of zee te bekennen. In plaats daarvan staat de luxe uitstraling van de naam van het hotel in schril contrast met de afgebladderde vermoeidheid van het gebouw dat ik in het duister ontwaar.

Bij gebrek aan portiers sjouwen we onze vier megakoffers, inmiddels zwetend als otters en met vuurrode hoofden, uit arren moede zelf maar naar binnen. Eenmaal in de hal lijkt het alsof we in een tijdmachine zijn gestapt en rechtstreeks het Cuba van de jaren vijftig in zijn gekatapulteerd.

Achter iets dat moet doorgaan voor balie zit een Puertoricaanse meneer van een jaar of zestig. Hij kan zo figureren als dubbelganger van Fidel Castro in ietwat jongere jaren. De sigaar achter zijn oor vervolmaakt het clichéplaatje.

Ik kijk eens rond. Nergens een computer te bekennen. Wel een oude typemachine. Op een krukje staat een zieltogende plant. De bladeren, in betere tijden frisgroen, nu grijs van het stof. Boven onze hoofden doet een wiekklappende ventilator vruchteloos pogingen ons enige koelte toe te wuiven.

We vertellen dat we een kamer geboekt hebben. Als enige reactie hierop steekt hij een leerachtige hand uit. Eerst denken we nog dat hij ons de hand wil schudden, maar uit zijn slissende gemompel blijkt dat hij alleen onze paspoorten wil. Snel geef ik ze hem, in de ijdele hoop dat het hem ook zal aansporen tot enige voortvarendheid. Maar hij heeft hoegenaamd geen enkele haast. Ik wel, want het zweet druppelt inmiddels in straaltjes langs mijn rug.

Het gegraai in en schuiven met bergen paperassen lijkt eindeloos lang te duren. Verveeld draai ik me intussen om richting hal. Ineens zie ik een donkere vrouw bij het gammele liftje staan. Ze draagt een ultrakort rokje, een tijgertopje dat haar blubberbuik in volle uitpuilende glorie onthult en zeker twaalf centimeter hoge stiletto's. Ik stoot H. aan. "Dat is er een van de betaalde liefde!", fluister ik gealarmeerd in zijn oor. "Wat is dat hier in hemelsnaam voor tent?" Juist op dat moment reikt Fidel ons de sleutel aan.

We passen met al onze bagage maar amper in het kippenhok dat als lift bijbeunt. De fijne combinatie van extreme vermoeidheid, verzengende hitte, een vohtigheidsgraad van 150% en de walm van weeïge parfum achtergelaten door mejuffrouw tijgerprint is genoeg om bijna tegen de vlakte te gaan.

H. loopt voorop over de galerij. Bij de juiste deur aangekomen, blijkt dat we de lang verbeide sleutel nauwelijks nodig hebben. Het slot blijkt namelijk al eens geforceerd te zijn. Enige interessante vraag is door wie. Geflipte drugsdealers? Moordlustige pooiers? Zwaarbewapende swatteams van de politie? Mijn gevoelens van onveiligheid, eerst nog sluimerend, komen plots in alle hevigheid opzetten. Als je alleen al tegen deze deur bláást, sta je meteen binnen.

"Laten we de deur barricaderen met onze koffers!", roep ik paniekerig tegen H. Zeker weten dat een potentiële indringer zich geen weg naar binnen kan vechten als er alleen al één propvolle koffer voor de deur staat (in ieder geval toch een van de mijne), laat staan alle vier. En mocht de onverlaat het onverhoopt toch proberen, loopt hij op zijn minst een dubbele liesbreuk op. Ha! Net goed!

Omdat het inmiddels in de kamer zo'n 45 graden is, zet ik snel de airco aan. Meteen breekt er een hels kabaal los waarbij het lijkt alsof een Boeing 747 opstijgt. Midden in onze kamer wel te verstaan. Da's mooi. Nu hebben we de keuze: óf we kunnen niet slapen van de herrie óf van de hitte. Omdat niet eens een normaal gesprek mogelijk is, kiezen we voor het laatste en zet ik de airco weer uit. Het gekke is alleen dat ik nu nog steeds die Boeing hoor. Een blik door het vuile, enkele glas van het enige raam leert dat dit wel kan kloppen. We zitten namelijk zo'n beetje recht onder de start- en landingsbaan van het internationale vliegveld. Het taxiritje was inderdaad verdacht kort.

We zijn inmiddels de uitputting nabij en willen nog maar één ding: slapen en wel zo gauw mogelijk. Een snelle blik op:

1. dat wat door moet gaan voor badkamer en

2. de lakens

maakt dat ik besluit ongewassen en geheel gekleed te bed te gaan. Mét oordoppen in en slaapmasker op.

's Ochtends vier ik dat ik - hoewel gebroken, vies en met megawallen onder mijn ogen - niet verkracht of vermoord ben. Of misschien wel juist dankzij deze fysieke staat? Hoe het ook zij, ik heb een hele, hete en helse nacht in dit smerige rovershol overleefd.

Nooit eerder ben ik zo snel klaar geweest met mijn persoonlijke verzorging. Deootje, kam door piekharen, wolkje parfum en hup. Op naar de cruiseboot!

© Pascale Bruinen



Foto's

fa6b2.jpg
fa6b2.jpg
Pascalebruinen