Bonaire

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Bonaire image

Het warmste plekje van Nederland

Bonaire
Nederlandse Antillen
Neretslok

Het warmste plekje van Nederland

Na vier jaar keren wij terug naar Bonaire. Er is niet veel veranderd, is onze eerste indruk, als wij geland zijn op Flamingo Airport, nabij Kralendijk. Op Bonaire heerst een dor en droog klimaat en er waait bijna altijd een stevige passaatwind. De wind is dan ook het eerste dat we herkennen als iets typisch Bonairiaans als wij de vliegtuigtrap afdalen. Een heerlijke warme bries. Vlak voor de landing viel ons op dat het eiland er, ondanks het vrij droge klimaat groen uitziet: struikgewassen, lage bomen en cactussen overdekken dit eiland dat ongeveer zo groot is als Texel. Het zuiden is vlak en rondom Kralendijk redelijk dicht bebouwd, het noorden is heuvelachtiger en vrijwel onbewoond.

We besluiten de volgende dag een auto te huren. Dat blijkt nog niet zo gemakkelijk, want ‘moeilijk, moeilijk, alles is al verhuurd’ wordt ons gezegd. Uiteindelijk vinden we op het vliegveld, dat slechts een kilometer van ons hotel ligt, een verhuurder. Je kunt op Bonaire een personenauto huren, groot of klein, maar eigenlijk is dat niet aan te raden. De wegen zijn niet overal even goed en het is op dit eiland vooral veel stukken off-road rijden. Net als de meeste inwoners rijd je dus het beste gewoon in een pick-up truck. Onze pick-up zit onder de krassen, deuken en bijna breuken. Dat zegt al iets over de manier waarop vooral jonge duikers met deze wagens rijden.
Het is over het algemeen rustig rijden over het eiland. Niemand jakkert, het gaat allemaal met een gezapig gangetje. Echt veel verkeer is er niet. Bonaire is dan ook vrij dun bevolkt. Buiten Kralendijk rijd je in de natuur en kom je nauwelijks iemand tegen.

Ons eerste tochtje brengt ons vanuit Kralendijk naar het zuiden. Echt uitgestrekte zandstranden heeft Bonaire niet, maar overal bevinden zich hier kleine strandjes, met nauwelijks voorzieningen, maar wel puur natuur. Rust vooral, met palmbomen die meebuigen met de wind. De weinige mensen die we er zien zijn duikers of snorkelaars. Zeven kilometer na Belnem begint de enorme zoutpan. Grote witte zoutbergen wekken de illusie van een winters landschap in de tropische hitte. Langs de weg bevinden zich op twee plekken, bij Witte Pan en Oranje Pan, de slavenhuisjes. Deze slavenhuisjes werden rond 1850 gebouwd als overnachtingsplek voor de arbeiders van de zoutpannen. In het weekend mochten ze naar huis, naar Rincon, een dorp in het noorden van Bonaire. Een wandeling van zeven uur! De witte en oranje huisjes staan er nog als stille getuige van de tijd van slavernij. Want de meeste arbeiders werden hier gedwongen tewerkgesteld, negerslaven en veroordeelde indianen. Bonaire was tussen 1685 en 1863 in feite een strafkolonie.

De weg naar Lac Bay, weer naar het noorden maar nu langs de oostkust, is smal en niet al te best. Lac is een lagune van acht kilometer lang, deels begroeid met mangrove aan de noordkant. Aan de zuidkant ligt Sorobon, een schitterend zandstrand. We parkeren onze truck en lopen een restaurant binnen. Aan de achterkant komen we onverwacht terecht in een schitterend plaatje. Een droomplek: een warm mooi zandstrand met een warme ondiepe turquoise zee. Overal windsurfers op het water, want de wind is hier aan de oostkust nog prominenter aanwezig dan aan de westkust. Het is een gezellige gemoedelijke plek. Hier is het leven niet al te gecompliceerd. Het is genieten in een Caribisch sfeertje. Droomplekken bestaan! Via de oostkust, waar het water ruig opspat tegen de rotsen, rijden we tegen de avond terug naar Kralendijk.

Een andere route brengt ons naar het noorden. Het is een groene route langs de westkust met kleine strandjes. Enkele kilometers nadat we het Washington Slagbaai NP binnen zijn gegaan, komen we bij het Gotomeer. De natuur is hier prachtig, een heuvellandschap begroeid met lage struiken en cactussen, en een mooi uitzicht op het meer. De flamingo’s die in de reisbrochures nog steeds worden beloofd zijn er niet meer, en het is niet te verwachten dat ze ooit nog terugkomen als er niet snel iets gebeurt. Het meer is ernstig vervuild in 2010, waarschijnlijk omdat er verkeerde chemische middelen zijn gebruikt bij het bestrijden van een brand bij Bonaire Petroleum, dat naast het Gotomeer ligt. Het eigenlijke nationale park beslaat de hele noordkant van het eiland en is een beschermd natuurgebied. We rijden via Rincon, een rustig Caribisch dorp, dat mooi in een vallei ligt, en de oostkust terug naar Kralendijk.

De Bonairianen zijn over het algemeen relaxt, gemoedelijk en vriendelijk. Het valt ons op dat je iedereen in het Nederlands kunt aanspreken. Het centrum van Kralendijk is niet groot. De hoofdstraat Kaya Grandi met veel winkeltjes en die typische fel gekleurde Caribische huizen, is een paar honderd meter lang en loopt evenwijdig aan de Kaya J.N.E. Craane, die langs de zee loopt. Aan de Kaya J.N.E. Craane liggen behalve de restaurants ook de bootjes, die twee tot drie keer per dag overvaren naar Klein Bonaire. Klein Bonaire is misschien wel de grootste attractie van Bonaire. Er zijn mensen die dit het mooiste onbewoonde eiland van de Cariben noemen, en hoewel ik lang niet alle onbewoonde eilanden van de Cariben ken, ben ik geneigd ze gelijk te geven.

Klein Bonaire ligt 1 kilometer voor de kust, tegenover Kralendijk. Het is slechts 4 bij 2,5 kilometer en is volledig omringd door parelwitte stranden, een turqouise zee en de mooiste koraalriffen ter wereld. Uit de hele wereld komen duikers en snorkelaars hier speciaal naar toe. Als we van de boot afstappen, het warme water in, en even later het strand oplopen, beseffen we meteen dat dit een unieke plek is. Een pareltje om te koesteren. Dit is het ‘ Island in the sun’ van Harry Belafonte, die een tijdlang eigenaar van dit eiland was. Van dit liedje werden destijds miljoenen exemplaren verkocht.

Na een week zegt onze agenda dat Nederland op ons wacht. We verlaten met tegenzin op 10 maart de warmste gemeente van Nederland, om terug te keren naar de net ingevallen ijzige poolwinter aan de overkant van de Atlantische Oceaan.