Na een hele lange vlucht, beginnen Eefje en ik onze groepsrondreis door Midden-Amerika in Costa Rica. Na een veel te korte nachtrust is de vulkaan Poás (2708 meter hoog en 50 km ten noordwesten van de hoofdstad San José ligt) onze eerste bezienswaardigheid.

De Poás is een stratovulkaan (een hoge kegelvormige vulkaan die is opgebouwd uit lagen van gestolde lava en tefra. Stratovulkanen hebben relatief steile hellingen en worden gekenmerkt door regelmatig explosieve uitbarstingen) met een aantal geërodeerde caldera's (een grote komvormige krater, gevormd door vulkanische activiteit. In het verleden dacht men dat caldera's alleen ontstonden als de top van de vulkaan eraf geblazen werd), en twee kratermeertjes rond de top. De Poás vulkaan is sinds 1828 minstens 39 keer uitgebarsten en is bijna constant actief. (bron: Wikipedia)

Een paar dagen later zijn we in La Fortuna en hebben we een schitterend zicht op de vulkaan de Arenal. De Poás is een mooie vulkaan en omdat ie actief is, is ie ook wel `spannend’. Ik moet echter bekennen dat de Arenal mijns inziens meer aan het beeld van een vulkaan voldoet.