Ciska van Geer
Discgolf in NP...Scho
Begin september 2020 Er is onrust in het land wegens oplopen van besmettingen. De scholen zijn open, maar onderwijs in klasverband staat op losse schroeven en dat alles zet weer meer druk op de toch al niet talrijke familieontmoetingen. Het besluit om elkaar niet alleen op afstand, maar ook nog eens in de buitenlucht te ontmoeten ligt voor de hand, dus wordt er gezocht naar een passende plek ergens halverwege. Het NP Schoorlse Duinen komt in beeld. Daar kun je wandelen op het strand en in de duinen mooi combineren, voor ieder wat wils. Bij de stuifduinen bij Baaknol blijven we langer plakken. Als vrij stuivend zand leven de kleinkinderen zich hier uit. Hier mogen ze de duinen vrij verkennen en ontdekken op verschillende punten targets, doelen van een spel dat door een groepje jongeren wordt gespeeld. Ze gooien met de frisbee en mikken op zo'n bak. Diskgolf in openbaar terrein schijnt een populaire bezigheid te zijn. Wij hadden het niet eerder gezien.
Nederland • drents-friese-wold
Nederland • drents-friese-wold
Diversiteit van...Dol
Ik noteer eind augustus 2020, de hei van Doldersummerveld kleurt paars. In het aangrenzende Boschoord zijn mannen aan het werk. Ik hoor ze vertellen dat in dit stukje natuur de jonge dennetjes moeten worden verwijderd. Ze beheren deze hei uit volle overtuiging, het is dankbaar vrijwilligerswerk. Het is maar een kort gesprekje, maar dat doet ieder mens goed. Even verderop doen Saragossa runderen vergelijkbaar werk. Wij lopen met een grote boog om de groep heen. Ze ogen niet zo vriendelijk als de mannen die we eerder spraken. De eerste paddenstoelen laten zich zien: jonge vruchtlichamen van de dennenvoetzwam. De fel gele kleur valt wel op. Bruin zijn de platte tonderzwammen, die net als de vele aardappelbovisten al sporen verspreiden. We zien ook een fel oranje buiskussenzwam. Er zijn ook nog vlinders. We passeren een privéterrein. De opschrift op het bord op het hek zorgt voor een glimlach op ons gezicht: "Break in and make my day", met daarnaast getekend een portret van een lief ogende labrador. Even verderop in Doldersum, staat een bak met tweedehands boeken, te koop, een spontaan initiatief nu bibliotheken niet open mogen. Er wordt enthousiast in de bak geneusd, geen van de boeken gaat in quarantaine. Op zo'n wandeling geniet je misschien extra door het contrast met het vele thuis zijn en dan weet je nog niet eens dat ons een goed paddenstoelenseizoen wacht.
In de spiegel van Ald
Vaak zie je van die prachtig serene beelden van verre oorden, maar dicht bij huis kun je het ook treffen. Vlak voor zonsondergang roeide je nog op Alde Feanen, over de Grutte Krite, op weg naar vogelkijkhut Ielgoes en keek je even uit op de aalscholverkolonie. Terug aan boord zie je de zilverreigers neerstrijken in de boom aan de overkant van het water. Dan valt de wind volledig weg. Er ontgaat je geen enkel vogelgeluid tot ieder rumoer verstomt. Het is stil, echt stil. De rust slaat op je over en je geeft je over aan de nacht tot de eerste geluiden klinken. Buiten zie je de zon opkomen. Het is nog steeds windstil. Boven dat spiegelende water wordt het licht. De zilverreigers gaan één voor één op de wieken. Het leven komt weer op gang. De optimisten van de zeilschool komen, vele eenmansbootjes met knettergele zeilen volgen. De jeugd kan lekker even de deur uit, naar buiten, samen plezier hebben. Er klinkt gelach, praten. Al gaat het traag, roeiend met de zeilen komen ze vooruit. Het is als roeien met de riemen die er zijn.
Erop uit in Alde...Fe
Een dagje Alde Feanen, met een matig zuidelijk windje ligt dit Nationale Park voor ons vanuit Woudsend op een mooi bezeilde koers. Het is juli 2020 en je doet even of Covid uit de wereld is. De maatregelen duren onverminderd voort, maar aan boord heb je er weinig mee van doen. Geen radio of tv aan om de laatste ontwikkelingen te kunnen volgen, geen krant op een deurmat waarin de laatste besmettingscijfers en opname aantallen te lezen zijn. In dit waterrijk gebied is genoeg te zien en beleven. Het begint al met de onopvallende grote nachtvlinder die neerstrijkt op een lijn. Een beauty, denk je op het eerste gezicht en je pakt je mobieltje. Gelukt. Dan is het zoeken en komt de wilgenhoutrups in beeld. Hier is zeker genoeg wilgenhout om van en in te leven, dus dat lijkt logisch. Lees je verder, dan maakt de vlinder je extra blij. De slome vlieger is heel wat leuker dan zijn stinkende en bijtende voorganger, de rups. Tot laat in de avond blijft het dier zitten, maar de volgende morgen is hij vertrokken. Een lijn lijkt toch niet echt op een wilgenstok.
Natje en droogje op..
Zeg Schiermonnikoog en je denkt aan heerlijk struinen over de kwelder en door de duinen. Op onze vouwfietsjes rijden we van de haven tot Kobbeduinen. Het uitzicht over de kwelder geeft een wijds gevoel. Het is half juni en dat betekent geen toegang in dit woeste stukje Nederland. Een broedende vogel verdient ook rust, dus vervolgen we de tocht in de richting van restaurant Marlijn. Er zijn niet heel veel plekjes vrij in de fietsenstalling, een veeg voorteken. Het is druk op het natuureiland, druk in het restaurant dat weliswaar open is, maar zeer beperkt toegankelijk. We wachten, maar worden niet gezien en besluiten al snel onze weg te vervolgen. Bij Noderstaun is nog wel plek. Het voelt bovendien vertrouwd. Ontsmetten wordt serieus genomen, namen van gasten worden genoteerd en iedereen krijgt een plek toegewezen. De eigenaar laat zich niet haasten. Er heerst de rust op het terras. Iedereen blijft op afstand en wij vinden dat wel fijn. Voor het wandelen moeten we dus later in het seizoen terugkomen, een mooi vooruitzicht.
Nederland • drents-friese-wold
Nederland • drents-friese-wold
Voorjaar in het Drent
Nog geen maand na de instelling van de lockdown maken we een eerste uitstapje. Het is voorjaar, maar het gevoel van voorjaar wil maar niet landen. Het hoofd zit vol gedachten en moet nodig leeg. Gewoon lammetjes zien en wandelen, "in training" voor als we weer wat verder van huis kunnen gaan. Om mogelijke drukte te mijden kiezen we voor een doordeweekse dag, een woensdag. En in het Drents Friese Woud zijn genoeg wegen en paden. Met de dag en de plek is niets mis. Als we op de parkeerplaats aankomen staan er weinig andere auto's. Op de wandeling komen we een enkele wandelaar, mountainbikers, fietsers, een vader met 3 jonge kinderen en twee motoragenten tegen. Er is genoeg ruimte voor iedereen. De lammetjes liggen languit te luieren in de zon en als een drietal jongedames te paard ons tegemoet komen, denk ik onwillekeurig dat er toch ook nog veel dingen zijn die doorgaan, door moeten gaan. De gedachten aan de nieuwe situatie laten me niet los, maar ik ben toch mooi even buiten de deur geweest. Kwetsbaar, dor hout. Waar gaat dit over?
Vrijwillig molenaar..
Op een wandeling naar Oudega kwamen we langs Doris Mooltsje. een spinnenkopmolen met geschiedenis die teruggaat tot 1790. Dat staat geschreven op de onder toren. Molenaar Piet de Vries is in alle rust bezig de wieken naar de wind te zetten. De eenzame fietser die even is afgestapt kijkt in stilte toe. Het terrein van de molen is niet opengesteld voor publiek, het is september 2020. Nederland staat in de Corona modus van thuis werken tenzij. Dit is vrijwilligerswerk, en dat gaat wel door als de wieken die draaien in de wind. Piet de Vries kijkt niet op of om, doorgaan is het devies.
Schipper op...tweemas
Robert Demage is schipper op tweemastklipper Wilhelmina. Hij heeft de touwtjes stevig in handen, bespreekt de tocht met mogelijkheid tot inspraak, organiseert met zijn maat de bemanning, neemt waar, houdt het schip op koers en zorgt voor een veilige overtocht. Om een schip van 29 meter te zeilen met relatief onervaren krachten is overzicht, overwicht, organisatietalent en oplettendheid belangrijk. Voor de goede orde zijn de taken aan dek verdeeld. De bemanning moet zich veilig weten. Een oei moment moet op tijd worden gesignaleerd. Ongevraagd eigen initiatief kan immers tot gevaarlijke situaties leiden en dat moet worden voorkomen. Als het zo uitkomt geeft Robert wel het roer soms even uit handen. Jong en ouder, ieder die dat wil krijgt een kans om even op zijn plek te staan. Hij staat daar niet ver vandaan. "Ik heb maar een kwart van de tijd aan het roer gestaan", zegt hij met een brede lach na een tocht van Workum naar Vlieland. Dat was niet met zijn handen in de broekzakken. Zeil aanhalen, zeil vieren, zeil opdoeken, bakstag aan, bakstag los, voor veel handelingen is wel een gebaar. Het is als dirigeren, omdat praten in de wind en over die afstand lastig is. Aandacht trekken kan hij ook. Dan klinkt plotseling een luide schreeuw: "Bakboord", bedoeld voor dat polyester scherpjacht dat niet van wijken lijkt te weten. Klipper Wilhelmina blijft op koers om verwarring te voorkomen. En als het schip spontaan een paar graden van de wind wegdraait stuurt Robert even bij en legt geduldig uit dat door de kentering hier en nu de stroom anders invalt. Gebruikmaken van de kracht van stroming en wind, dat is zijn eer als hij de haven van Vlieland binnenvaart. De rol van Robert aan boord van tweemastklipper Wilhelmina is evident.. "Ik moet mijn vaarbewijs wel veilig stellen.", zegt hij en weer verschijnt die brede lach. Bij terugkeer meldt hij het schip voor de haven van Harlingen aan via de marifoon, noemt 14 opvarenden, waaronder 3 kinderen onder de 5. "Zozo, tot straks", zo klinkt de bevestiging van ontvangst van het bericht. Dat straks laat nog wel even op zich wachten, omdat de pont net uitvaart. "We hebben toch geen haast", klinkt het tot besluit.
Kok op tweemastklippe
Over sterren wordt niet gesproken. Harriët Stalman praat sowieso niet heel veel als ik een kijkje in de keuken neem. Ze werkt stug door, volgens vooropgezet plan. Ingrediënten zijn ingekocht, nu nog de rest, de uitvoering. Bewerkingen worden in hoog tempo uitgevoerd. Behendig beweegt haar hand het grote mes op en neer, op en neer. Op het fornuis achter haar staan twee pannen op het vuur, geen kleintjes. Af en toe draait ze zich om, even roeren. De pot schaft soep in twee smaken. Broccoli soep is voor de lunch, pompoensoep wordt een tussengang; een opmaat naar de bereiding van het diner. Gelukkig staat er een mooi windje in de rug. We varen voor het lapje en de oude dame uit 1893 beweegt zich rustig door het water. Terwijl zij benedendeks aan het werk is, zijn boven haar hoofd de hens aan dek. Als schipper van tweemastklipper Wilhelmina kent Harriët het klappen van de zweep. Bij het zeilen met zo'n historisch schip van "de bruine vloot" komt veel kijken. Een overstagmanoevre alleen al, puur teamwork. Vele handen maken het werken licht. De bovendekse bewegingen klinken tot benedendeks door. Met elkaar aan tafel gaan is er als je met dit schip zeilt echt niet bij. Ieder bemanningslid kan het goede moment kiezen om zijn natje en droogje te halen en de keuken speelt daarop in. Harriët weet van improviseren. Dat was direct al duidelijk bij het aan boord gaan, niet in Harlingen maar in Workum. De wind zat wat tegen, vandaar, Geen probleem; ook in Workum weet Harriët in de winkels de weg en ze kan snel schakelen. Dat je dat als gast ook moet kunnen blijkt kort na aankomst in de haven van Vlieland. Er is een tafel gedekt voor alle 15 personen, van heel klein tot groot. Wat ze serveert valt niet in de categorie zeemanskost. Het is niet zomaar een viergangen menu. Harriët levert een culinair hoogstandje. En voor die sterren moet je gewoon na de maaltijd bij heldere hemel naar buiten. Kijk omhoog en je ziet hoeveel het er zijn.
Allround schaapsherde
Hilde Groen, we kwamen haar en haar schapen in Coronatijd wel vaker tegen tijdens onze wandelingen in de natuur. Het is niet dat ze zelf nou zo opvalt. Het zijn vooral haar schapen die haar aanwezigheid verraden. Soms horen we de dieren roepen, soms zien we hun pootafdrukken in het zand. De ene keer is dat op het Ketliker Skar, maar het kan ook zijn op de Schaopedobbe of ergens in de buurt van Bakkeveen. Hilde is herder van een mobiele kudde. Meestal passeren we elkaar zonder een woord te wisselen, soms ook raken we aan de praat. Dan leunt Hilde met haar handen op de stok. De schapen hebben ook wel eens momentje rust nodig. Het zijn tenslotte herkauwers. Het is mei 2020 als we praten over zorgen om droogte in de natuur tot de kudde verder trekt. Hilde en haar honden lopen verder. Ruim een jaar later zijn de kaarten opnieuw geschud en is het de wolf belangrijk onderwerp van gesprek. Praten met Hilde doet de gedachten aan de impact van Corona terugdringen naar de achtergrond. Stel je even voor. Je wilt gewoon aan het werk en vindt dan zomaar een negental gedode schapen, Op zijn zachts gezegd gaat er dan wel een schok door je heen. Die dieren kunnen niet blijven liggen en hoe los je dat weer op? Liefst wil je zo'n drama voorkomen, maar dan moet je wel zeker weten waardoor het gebeurd is. Op internet duikt een filmpje van een wolf op, opgenomen in de buurt van het Ketliker Skar. De conclusie ligt voor de hand en doet de twijfel toeslaan. "Moeten we wel doorgaan met deze vorm van natuurbeheer, met het weiden van de schaapskudde?", is de vraag die Hilde zich stelt Dan wordt er een besluit genomen. Er staat nu een mobiele potstal, waar de dieren 's nachts veilig kunnen verblijven. Hilde leunt weer rustig op haar stok en kijkt blij om zich heen. Die rust is groot goed. Zij kan het weten.
Lang weekend Gent
Bonanza, een foto van mijn geluksmomentje bracht ons in Gent, een autuluwe stad die bovendien emissie inperkt. Onze auto laten we dan ook achter op P+R Declaton. Daar kun je zo overstappen op de gratis shuttelbus naar het hart van de stad. Een mondkapje dragen is niet nodig, vindt de chauffeur. Er zijn geen andere passagiers. Op Korenlei en Graslei stromen de terrassen vol. Is er buiten geen tafeltje vrij, binnen is er vaak nog wel plek. Naar een QR code wordt niet gevraagd, niet nodig. Een bezoek aan het lam Gods in de Sint Baafskathedraal de volgende dag kun je via de website reserveren, een aanrader. Er is een virtual realitytour mogelijk, een bizarre ervaring die op de route naar het schilderij toe het leven uit die tijd zichtbaar maakt. Bezoek je aansluitend de vrijdagsmarkt, dan ben je gelijk weer met beide benen op de grond, terug in het heden. Wil je na alle drukte weer tot jezelf komen, dan kun je doorlopen naar de Sint Baafsabdij, of wat daar nog van rest. De oorspronkelijk romaanse kerk is weggevaagd, maar grote groene heesterzuilen geven een indruk van wat ooit de omvang van het gebouw moet zijn geweest. Het is goed mogelijk om de stadswandeling langs groene parken te vervolgen. Die goede tip haalde ik van de website van de stad. Er staan meer ideeën om je bezoek tot een succes te maken dan je in een weekend kunt uitvoeren. Bier en chocolade, toen en nu, cultuur en architectuur, groen en grijs, de stad is van alle markten thuis. Wij kozen voor een persoonlijke rondleiding met als thema
Handkokkelen is...tea
Het is laagwater op de Waddenzee en ons schip ligt op de plaat, droog. Diep in de nacht horen we muziek klinken over het wad. Ik kom mijn bed uit, ga naar buiten en luister. Het is pop, geen klanken die passen bij de opera Peter Giens van Benjamin Britten. Paessens Moddergat ligt ver zuid aan de Friese kust, en daar zijn de felle lichten van het waddenpodium nu gedoofd. In de priel tussen Engelsmanplaat en Rif zijn drie heren in de kleine uurtjes in de weer. Zorgvuldig markeren ze hun werkveld met pvc buisjes. Het is hun muziek die ik hoor. Op een windstille nacht als deze draagt geluid ver over het water. Hoog aan de heldere hemel staan veel sterren. Het water komt al weer op, net als de zon. Ik stap in het roeibootje en roei in oostelijke richting, tegen de stroom in naar de mannen toe. Voor hen is het zware werk begonnen. Als een team trekken ze zij aan zij hun harken pulserend door de zware blub. Ik vraag of ze er bezwaar tegen hebben als ik wat foto's maak en hoor een kort en krachtig "Nee", Het werk is zwaar. Op de achtergrond zie ik de zon al boven de horizon piepen. Mooi licht. Zodra ik stop met roeien drijf ik van hen weg. Het fotograferen doe ik wat tussen de bedrijven door, even roeien en dan gauw klik. Als ik besluit met het licht mee te fotograferen, krijg ik al gauw ruzie met de pvc buisjes. Gelukkig zijn ze flexibel, buigen ze mee als ik er overheen dobber. De heren gaan onverstoorbaar door. De tijd dringt. Het water komt snel op. Op de achtergrond klinkt radio 3 of was het 538. Ik heb er niet goed naar geluisterd.
Van boord op de...Bos
Robin kijkt nog snel even om. De boot waarop hij in een spontane actie voor zijn jarige vriendin een woelig zeiltochtje regelde ligt er rustig bij, aan de grond, op nog slechts een paar decimeter water. Nu loopt hij met haar op de Boschplaat. Nog een klein stukje lopen en dan zijn ze terug op het eiland Terschelling. Beiden kunnen met plezier terugkijken op het zeiltochtje vanuit Terschelling West. Woorden van dank staan in het gastenboek. Het was een mooi cadeau, haast een avontuurtje vanwege de harde wind. Haast is er ook. Robin en zijn vriendin willen op tijd terug te zijn in Terschelling West. De foeragerende vogels op de vloedlijn maken ruimte. een mooi welkom terug op Terschelling. De verjaarstaart is op, maar de verjaardag is nog niet voorbij. In West wacht de jarige een slotfeest. En er is nog een staartje. In alle haast is het bord waar eerder zes taartpunten op lagen aan boord blijven liggen. Een poging om een paar dagen later een bordoverdracht in de haven af te spreken mislukt en tenslotte besluiten wij om het bord zelf terug te brengen naar het restaurant waar deze Duitse ecoloog en zijn Belgische vriendin in de keuken en in de bediening werken. Een mooi fietstochtje hebben we er graag voor over. Hadden zij dat bord zelf opgehaald of direct meegenomen, dan hadden wij nooit geweten hoe lekker het eten bij Pura Vida in Midsland is.
Reeen op Kop...Bloksl
Nog net niet bijgekomen van de shock van de lockdown gaan we een weekend aan boord, zeilen, wandelen. Daar zoek je het Marrekrite landje op uit. Keuze is er genoeg. Het wordt Kop Bloksleat; leuk omdat je daar een rondwandeling hebt, leuk omdat je er altijd wel een ree kunt spotten en nu dan leuk omdat je er weinig mensen verwacht tegen te komen. We leggen aan, lopen een rondje. maar zien geen ree. Of toch? Ze staat best dichtbij. Zien kijken doet kijken. De buurvrouw van de naastgelegen boot kijkt ook. Zou ze het gezien hebben?, vraag ik me af. We maken een praatje op meer dan 1.5 eter. Ik vertel haar dat ik een foto van haar maakte. "Oh leuk", reageert ze en ik krijg haar emailadres. De volgende dag heb ik een nieuw bericht in mijn inbox. Ze had een foto van ons gemaakt toen we wegvoeren. Dankjewel.
Oog hebben voor de...
Het is bij het krieken van de dag, 10 juli 2014, als ik door Visser Simke van huis wordt opgehaald. Hij gaat vissen op het Slotermeer en ik mag zijn werk vastleggen. "Wil jij even sturen?", vraagt hij en ik pak de ervaring mee, voor heel even dan. We hebben allebei de handen nodig om ieder ons eigen plan uit te voeren. Ik koers aan op de eerste rij visstaken. Daar aangekomen trekt hij behendig een eerste fuik boven water. Daar komt ook kracht bij kijken. In de punt van die fuik hebben vissen zich verzameld. "Ze zitten daar opgesloten, maar kleine paling kan door ringetjes ontsnappen", vertelt Simke terwijl hij de vangst in de bun van de boot schudt. Een schitterende snoekbaars ontsnapt. "Dan weet je, dat er werk aan de winkel is.", verklaart Simke nader en hij controleert het net zorgvuldig op mogelijke schade. "Een grote snoek is een mooie vangst, Zo'n vis kan het net alleen wel beschadigen." hoor ik hem zeggen. Onderhoud van de netten is een heel werk. Hij slingert een dikke slang over zijn schouder en de kraan kan open. Algengroei wordt met een krachtige waterstraal bestreden. Het is mooi weer om netten te laten drogen, maar een net boven water betekent geen vangst. Elk net krijgt op zijn tijd een beurt om te drogen. De meeste netten gaan na schoonspuiten en eventuele reparatie weer terug in het water. Ondertussen raakt de bun aardig gevuld. Meeuwen volgen ons op de voet. Het sorteren kan beginnen. Vliegensvlug passeren alle vissen de handen van de Visser. Het kleine werk gaat overboord. De rest van de vangst gaat mee aan wal en dat ene bijzondere visje wordt er wat langer uitgelicht. "Die zie je niet vaak", licht Simke toe. De naam van het visje ben ik al weer vergeten als hij het terug in het Slotermeer laat glijden.
Recreatieeiland(en)..
Een laatste dag van de vakantie, bijna thuis. Je zou ook door kunnen varen, maar we gaan nog niet naar huis. We leggen aan op de Langehoeksepôlle, een kunstmatig eiland op de overgang Heegermeer-Fluessen. Ooit werd het eiland bekend om de konijnen hier leefden, overleefden misschien zelfs wel. Het eiland kreeg ook een bijnaam: Knine-eilân of Knynepôlle, echt Fries. Hoe die dieren er ooit zijn gekomen is voor mij nog een raadsel. Hoe het komt dat ze er nu niet meer zijn wil ik denk ik niet weten. Over het eiland zijn meer raadselachtigheden te lezen. Zo vermeld Wikipedia dat het begonnen is met 40 schepen, 40 ja. Dat geloof je toch niet? Het laatste nieuws is dat het eiland is gebroken, in tweeën gesplitst. Belangrijke reden is dat het ondoenlijk bleek te zijn om de beschutte haven op diepte te houden. Er was niet tegenaan te baggeren. Nu is er meer doorstroming. Dat zou moeten helpen. Er is op één van de twee eilanden een zwemstrand aangelegd, compleet met golfbreker om het zwemmen veilig te houden, mooi en gratis voor de recreant. Zoals op alle aanlegplekken die Marrekrite in Friesland in beheer heeft, mag je niet langer dan 3 dagen op een eiland blijven. Op sommige aanlegplekken kunt je een tentje opzetten, maar niet op dit eiland. Een vuurtje stoken mag ook niet, maar daar is niet iedereen van op de hoogte. Op het eiland zijn restanten van vele gedoofde vuurtjes te zien. Zomers kan het hier aardig druk zijn, maar in september ligt er geen kip. Meer informatie over de Marrekrite aanlegplekken kun je vinden op de app
It Eilân West,...Frys
Om dit echt Friese oerbeeld in een vakje in te delen kan de categorie vaarvakantie eigenlijk niet ontbreken. Dit prachtige plekje in Friesland kun je 's zomers namelijk alleen per boot bereiken. Een weg, brug, of veer er naar toe ontbreekt tussen ca. I april en 15 okt. Op It Eilân West heeft men de bescherming van vogels hoog in het vaandel staan. Honden mogen niet op het eiland komen, maar ik zag er wel een jonge vos en dan zijn er vast meer. In het voorjaar hoor je op dit eiland de snor. Wie goed kijkt ziet hem in het riet. De zwarte stern vliegt er af en aan met visjes. Er is ook een Eilân Oost, en daar kun je in de zomer wel komen zonder boot. Er is een pont vanaf Goïngahuizen en een loopbrug. Dat alleen al is bezienswaardig. De oude en de nieuwe versie liggen er gebroederlijk naast elkaar. Beide zijn zelfbediening. Op beide eilanden is een wandelpad. Eilân Oost heeft een rondwandeling. Het is de plek om reeën te spotten. Bovendien rusten hier vaak grote groepen ganzen. In de winter ligt er een loopbrug naar It Eilân West over de sluis in de Goaisloot. De wandeling daar is een heen en weertje, bijzonder. Het is raadzaam om daar in de winter laarzen te dragen.
Achter die dijk, Den.
Hoe vaak reed ik er niet ongemerkt aan voorbij, was ik onderweg van Holland naar Friesland of vise versa. Dan rijd je langs een plek waar de deur vaak open staat, maar niet altijd. Weet maar eens dat je je in Den Oever op Wieringen echt welkom kunt voelen. De plek kent vele verhalen over het eilandverleden en verrassend genoeg, sluiten die verhalen soms naadloos aan op het heden. Quarantaine, de naam van het kustgebied NW van Westland houdt herinneringen levend. Dit voormalige eiland was In de VOC-jaren een mooi plekje om "ver van de bewoonde wereld" zeelieden af te zetten. Ze konden er uit zieken van een opgelopen en zeer besmettelijke tropische ziekte. Dat is nu wel anders. Als wij een Coronabesmetting oplopen, sluiten we ons op in ons huis, laten we onze boodschappen bezorgen, zijn we voor even "niet thuis" en "van de straat". Om ons te beschermen tegen het altijd opdringerige water leggen we nu een mega hoge dijk aan, zo ook om Den Oever. Nog niet zo lang geleden werd die dijk op Deltahoogte gebracht. We behouden nog een klein stukje wierdijk, ter illustratie van hoe het was. Indrukwekkend, meer kan ik er niet over zeggen. Je moet het gezien hebben.
Vlieland in de herfst
Hoe is het mogelijk. Vlieland kreeg van mij op de Columbus Magazine site tot dusver weinig aandacht. Onterecht, dat staat wel vast. Wij waren er ook, vorig jaar herfst. Zeker als de zon schijnt, kleurt de zeekraal felrood. Een wandeling door de Kroonspolder, terug via de duinen en over het strand is echt een aanrader. We zagen honderden buizerds uit het noorden aan komen vliegen. Het is paddenstoelentijd en de laatste Cranberries kunnen geplukt worden. Na deze opsomming van trekpleisters is het echt heel vreemd om te vermelden dat we in de Kroonspolder geen mens tegenkwamen. Anderhalve meter afstand was echt geen probleem daar. Je moet er wel met goede wandelschoenen heen. Zou dat de rem erop zetten?
Hollum, een dorp met.
Hollum, we pakken het pittoreske dorpje op de valreep mee; "toerism American style", gewoon omdat er een dorpje op onze fietsroute over Ameland ligt. Bij de grote kerk stappen we af; niet omdat daar naar verluid een man met een veel beschreven verleden begraven ligt. Er moet ergens ook een standbeeld van deze Hidde Dirks Kat staan, maar ook daarover lees ik pas later. Wij hebben het niet gezien. We reden zelfs betrekkelijk onbewust aan de korenmolen voorbij. Jaartallen op de gevels van de huizen vallen wel op. Ze verwijzen naar de 18de eeuw. De sfeer ademt geschiedenis. De bomen en de mensen in de straten van het dorp zijn niet van gisteren. Het is Covid19 dat er nu even voor zorgt dat de tijd wat stil lijkt te staan. Het museum is gesloten, demonstraties met de paardenreddingsboot zijn komen te vervallen. En toch en toch, de eerste indruk smaakt naar meer.
Kleine wereldreiziger
Er gaat geen strandwandeling voorbij zonder gezelschap. Koddige vogeltjes zijn het, die drieteenstrandlopertjes. In voorjaar, winter en najaar rent er altijd wel een groepje van die gevederde vriendjes een tijdje voor je uit. Ze volgen de waterlijn tot er een besluit valt. Plotseling gaat de club op de wieken, verplaatst zich als een vluchtig zilverkleurig wolkje dat piepjes uitstoot en strijkt even verderop weer neer. De pootjes beginnen al te trippelen nog voor ze het zand raken. Er is wel haast bij. Hun verblijf op het Nederlandse strand draait om eten, om eten alleen. Broeden doen ze in Groenland of een andere Arctisch gebied. Ze zijn klein, maar denken groot. Het zijn echte wereldreizigers. De Nederlandse stranden zijn een prima plek om te overleven, voor een deel dan. Er zijn er bij, die liever een eindje doorvliegen, naar West Afrika, Ghana, Mauretanie, Namibië. Ze kijken niet op een paar duizend kilometers extra. Zo komen ze op plekken waar ik geen weet van heb. En daar denk ik dan aan, als ik die vogeltjes voor me uit zie rennen, heen en weer terug. .
Eilandhoppen bij nach
Op een vrijdag meert in de namiddag een schip van de historische zeilvloot aan in de buitenhaven van Lauwersoog. "Het is maar voor even", verduidelijkt de schipper. Hij en zijn maat zetten de laatste punten op de i. De fiets wordt weer aan boord gehesen en de huikjes worden van de zeilen gehaald. Eindelijk, er kan weer gevaren worden, al is het niet met volle bezetting. De gasten kunnen ieder moment komen, horen we zeggen. En opnieuw een verduidelijking: "Het is een familie, één huishouden." Dat laatste klinkt bijna als een verontschuldiging. Aan ruim een jaar van stilte lijkt nu dan toch een eind te kunnen komen. Van verre horen we het gezelschap komen, kinderstemmen voeren de boventoon. Ouders, kinderen, iedereen gaat aan boord; het is etenstijd, een fijn begin van een rustige avond. De zon komt lager en lager te staan. De tijd staat niet stil, het tij evenmin. Nog even en het is laag water. Als de voortekenen niet bedriegen, komt er een mooie zonsondergang, dus loop ik over de brug bij de sluis naar het Lauwersmeer, over de parkeerplaats van de veerdienst naar Schiermonnikoog en vind een mooi plekje op de dijk. Aan de voet van de dijk scharrelt echtpaar scholekster met hun twee puberjongen. De lucht begint voorzichtig te kleuren en dan schuift de Willem Jacob in beeld. Het water komt al weer op. Veel wind staat er niet, maar ze varen tegen de stroomrichting in een bezeilde koers. Erg hard gaat het niet, maar de Waddenzee lokt. De kinderen aan boord zijn duidelijk herkenbaar. Reddingsvesten kleuren knaloranje en dat is geen toeval. Rond middernacht is het weer hoogwater. Dan kan het schip de haven van Schiermonnikoog bereiken, of over het wantij richting Ameland. Het getij loopt nu eenmaal niet in de pas met dag en nacht. Varend op een charter het waddengebied verkennen is heel wat anders dan per veerdienst naar een eiland vertrekken. Hoe laat de kinderen gingen slapen? Geen idee. Waar het gezelschap weer aan land kwam? Wie het weet mag het zeggen..
Eilandhoppen in weer.
Je wordt wakker in de mist. Toch een kater? Nee hoor. Het weer speelt op. Gelukkig is er genoeg zicht om te mogen varen, maar druk zal het niet zijn op het water. Voor ons zit de wind in de verkeerde hoek, maar de stroom werkt mee. Een uur voor hoogwater gaan we anker op en verlaten de Boschplaat, Terschelling Oost. We moeten terug, varen in westelijke richting. Laveren zien we even niet zitten, geen zin. Met de motor bij stromen we rustig over het wantij van Terschelling. Er doemt een schip op uit de mist. Onze wegen kruisen. Zij varen op windkracht, slag na slag. Het zicht is te slecht om het naambordje te lezen, maar ik heb een idee wie daar zo stug volhoudt. In een bericht op de marifoon krijg ik een bevestiging. Tweemast stevenaak Minerva meldt zich op kanaal 2, de Brandaris. Ze varen het blokgebied binnen. Inmiddels is de stroom omgedraaid. Het is afgaand water. Wij varen in een vrijwel rechte lijn op ruim voldoende water. Zij zeilen, de slagen gaan dwars over de plaat. In de haven van Terschelling komen we elkaar weer tegen. De sfeer aan boord van de eilandhopper zit er goed in na deze bijzondere tocht. Iedereen klinkt blij, tevreden. Wij ook, al hebben we een beetje vals gespeeld door de motor te gebruiken ...
Grutte Griene, een...
De Intelligent lockdown wil maar niet wennen. Kinderen werken van huis uit, kleinkinderen kunnen dan nog op de opvang terecht. Al viereneenhalve maand zijn we allemaal zeer terughoudend met contacten, en dus voelt een afspraak om naar een eiland te varen en daar te ontmoeten een beetje als een bevrijding. Grutte Griene is een eiland tussen het Snekermeer en de Goingarijpster Poelen. Friesland dus. Je kunt er alleen met de boot komen en er is zeggen en schrijven nog één aanleg aan een Marekriteplek vrij, dus komen er twee schepen naast elkaar te liggen. In Friesland maakt de watersport het verschil. In de winter zet Staatsbosbeheer het waterpeil omhoog, dan kun je er alleen met laarzen aan een rondje lopen. Dan rusten er op het eiland vogels. Wij zijn er in de zomer. In het gedroogde kruidige gras - of beter gezegd in het riet - spreiden we een kleedje uit en genieten vooral van het samenzijn. De kleinkinderen speleen in het droge gras. Op een afstand harkt een man op een trekker de strootjes bij elkaar. Met een andere landbouwwerktuig worden balen gemaakt. De kleinkinderen hebben genoeg te ontdekken en de ouders en grootouders zijn er even helemaal uit. Het werken op het land gaat gewoon door.