Ciska van Geer
De Amerikaanse krent
Een of the road route in Nederland, het kan. Om bij theehuis Het Bluk aan de HIlversumse heide te komen rijd je overeen zandpad. Er is een parkeergelegenheid naast de uitspanning. Vanaf het terras heb je een prachtig uitzicht op een deel van het Goois Natuurreservaat, een plek die in de buurt genoeg bekendheid geniet. Toch is het er op een zaterdagochtend in het vroege voorjaar niet druk. De hei met de vele krentenbomen in bloei is een lust voor het oog. Je kunt er prima wandelen en als er op de grens van de Hilversumse heide en de Bussummerheide een stortbui valt, schieten we even een klein museum in en worden daar door een enthousiaste vrijwilligersteam ontvangen. De gids in het Geologisch Museum Hofland geeft ons een uitleg over het ontstaan van Het Gooi en de oudste bewoningsgeschiedenis van het gebied. Voor de speciale expositie over "Honger naar metalen" hebben we geen rust. Er is al veel informatie gegeven en buiten schijnt de zon. Een verrassende onderbreking van een leuke wandeling. De Bussummerheide met de schaapskudde bewaren we voor een andere keer.
Van veelvraat tot...v
Een bezoek aan de Orchideeënhoeve in Luttelgeest blijft een feest. Niet alleen is het park doorlopend bezig met verandering; er is voor elk wat wils te zien en beleven. Zelf vind ik de jungle met zijn kruipdoor sluipdoor routes leuk voor (klein)kinderen. Er zijn vissen en vogels die je mag voeren en aapjes om te zien. In de Lori tuin komen die vogels heel dichtbij, de flamingos zijn wat meer bescheiden. En dan is er een overdaad aan bloemen te bewonderen, van orchideeën tot de Victoria Amazonica in het hangende bloemen restaurant. Een speeltuin, die is er ook en een podium met een show. Ben je op zoek naar een warm plekje, dan ga je naar de vlindervallei, en daar kun je zoals de naam al doet vermoeden vlinders spotten. Er is ook een ruimte met poppen die ontpoppen. Verschillende keren ging ik binnen in de vlinderkweekruimte, maar was dan snel weer buiten. Dit keer zag ik op de bananenplanten een groot aantal rupsen van de Caligo vlinder uit Midden- en Zuid Amerika. Hu kop mag er wezen. Dat ze daar niet altijd blij worden van die grote vlinders met op elke vleugel een oog is te begrijpen. De uilvinder, zoals hij ook wel genoemd wordt, kan nog zo mooi zijn, die rupsen eten de planten zo goed als kaal. Ik zag twee kleuren rupsen, een licht groen type en een bruinachtige. De bouw heeft grote gelijkenis, maar of het om dezelfde soort gaat, daar kom ik toch niet achter. Er blijft nog genoeg om te ontdekken dus.
Van steeg naar passag
Het lijkt bijna zomer, maar op de eerste dag van de zomertijd is het nog voorjaar. In ben naar de stad Leeuwarden getogen om het concert van duo Femke IJlstra (saxofoon) Celia García-García (piano) bij te wonen, De presentatie van hun CD begint om 3 uur en ik heb nog wel even om een ommetje te doen langs gezellige terrassen en de fontein op het plein voor het Fries Museum. Achter dat museum wordt ik verrast door een opvallend kunstwerk in een ooit hopeloos donkere steeg. De zon lijkt de ribben van een in staal uitgevoerde 60 meter lange walvis haast te verlichten. Zo groot is zo'n dier dus, denk je onwillekeurig als je er onderdoor loopt. Het is een superlatief van de werkelijkheid, 2 keer zo groot als in het echt. Sinds augustus 2015 zorgt dit kunstwerk. uit de koker van de Amsterdamse kunstenaar Giny Vos voor een gedaanteverwisseling. Voor donker ben ik al weer thuis. Ik moet toch nog een keer bij donker terukomen om de led verlichting van het geraamte te zien.
Te laat
Mother Africa Trip is de naam van de reisorganisatie die mij in 1979 in de persoon van Rik Jan Viezee de liefde en het enthousiasme voor de mensen en de natuur van Kenia bijbrengt. Onze reis begint op 7 oktober, in Nairobi, toen een stad van ruim een half miljoen inwoners, tweemaal zoveel mannen als vrouwen, elke bevolkingsgroep in een aparte wijk. Nu wonen in die stad ruim 4.4 miljoen mensen. Wij en de 21 andere reizigers verplaatsen ons per vrachtwagen. Slapen doen we in tenten. Onze eerste stop ligt oost van de hoofdstad, in Tsavo NP. We slaan ons tentenkamp op, sprokkelen hout om te koken en maken een eerste gamedrive. De oogst is een impalabokje met wat geiten, een steppenzebra met veulen, een jakhals en struisvogels. We lopen op een stroom van gestolde lava van een vulkaan die 80 jaar geleden tot uitbarsting kwam en bezoeken midden in het gort droge 20.000 km2 NP een glasheldere zoetwaterbron "Mzima Springs". Het water is afkomstig van de Killimanjaro gletsjers en voorziet Mombassa sinds 1966 van drinkwater. Op het terras van de Killimanjaro lodge genieten we van het uitzicht op wild in een kunstmatig aangelegde drinkplaats. Een tweede kampement wordt even zuid van Mombassa opgeslagen, vlak bij een strand en aan de Indische oceaan. Dan verplaatsen we naar Taïta hills en maken kennis met leden van de Taïta stam, een indrukwekkende ontmoeting. Ze verbouwen maïs, bonen, banaan en hier en daar rijst en drijven handel op een kleurrijke markt. Bij ziekte gaat de één om raad bij de medicijnman, de ander bezoekt een ziekenhuis. De medicijnman zal advies geven bij welke schedel men een offer moet leggen. De dokter heeft een medische basis, maar brengt ook het Christendom dichter bij. Tot slot spelen we op een veld vol koeienvlaaien een partijtje voetbal en verliezen met 4 - 0. Het reisbureau groeit on de de naam Baobab Travel uit tot een mooi bedrijf. In 2013 werd het 40 jarig jubileum gevierd, maar het bedrijf is kort daarna failliet gegaan. Zelf op ontdekking uitgaan is nu de norm.
In de rij voor...Tatr
Even een uitstapje naar het openbaar vervoer in de Tatras. Om het autogebruik terug te dringen worden de kosten van een buskaartje laag gehouden en is er altijd een prima busverbinding, zo valt lezen. De weg Zakopane - Kuznice is deels opgebroken, dus is er nog een reden om de bus te nemen. Eenmaal in het centrum wordt duidelijk dat we niet de enigen zijn die met de bus naar Kuznice willen. Het is zaterdag, weekend. Over de schouder van een paar Italiaanse toeristen bestuderen we de Poolse tekst op de kaartautomaat. Na wat machinisten spuugt het apparaat twee kaartjes voor ons uit. De bus die wij denken te moeten hebben rijdt door, 12 is vol. Bus 11 heeft ook bestemming Kuznice en die stopt vlak voor ons. Het instappen is wat dringen. Het kaartje wimpelt de chauffeur af. Hij wil rijden. Daar staan we dan. Er wordt bij het uitstappen betaald en dat geldt ook voor ons … Voor ons vijfde en voorlopig laatste bezoek aan Tatrzanski Park Narodowy mogen we meteen aansluiten in de rij voor kaartverkoop. Er zijn alleen dagkaarten verkrijgbaar, zodoende. De wandeling die we willen maken is een geleidelijke klim van 400 meter over 6.2 km naar een meer, heen over blauw, terug over geel. Mooi, mooier, mooist. Je moet het Czarny Staw Gąsienicowy in Tatrzanski NP met eigen ogen hebben gezien om te weten hoe mooi..
Dolina Kościeliska
De lucht kleurt grijs. Er zijn nog veel plaatsen in de Tatras te ontdekken en dat lukt niet in twee dagen. We kiezen voor een bijna gelijkvloerse wandeling, rijden naar Kiry en parkeren de auto op aanwijzing. Dat is dan 30 zlotty. Best duur denken we direct. De Dolina Kościeliska is een populaire vallei om te wandelen. Afgaand op de informatie die we hebben ligt de vallei in een lange en diepe rotskloof met kalkrotsen, steile granieten kliffen en ravijnen, zijn er grotten en een onstuimig stromende beek. Er zijn traditionele Gohal hutten en Tatra schepen begrazen schilderachtige weiden. Het pad is breed en ook geschikt voor kinderwagens, maar autos en fietsen mogen er niet komen. Wel paard en wagen. Na ruim 2 km lopen kiezen wijken we af van het rechte pad. Een bezoek aan Jaskina Mroźna staat hoog op onze lijst. Het is het een hele klim om bij de ingang te komen - van 972 naar 1195 m- De grot is verlicht, een helm dragen niet verplicht. Een halve km lang bewegen we ons behoedzaam ondergronds. Niets is recht. Ingang en uitgang zijn op hetzelfde niveau, maar ondertussen … Terug in de open lucht vinden we een steile trap. Het is verstanding om op weg naar het dal niet lang stil te staan, lezen we. Er is kans op vallende rotsblokken. Het uitzicht is echt zo mooi, …Verderop in het dal komen we bij een drukke hostel met uitzicht op een grote weide en aan de horizon bergen. Het is PTTK shelter on Hala Ornak. Om de toppen in de verte te bereiken is het een prachtige uitvalsbasis. Voor ons is het vooral een toilet met lange rij en plek om te beslissen. Lopen we door naar het meertje met de moeilijke naam -Smreczyński Staw - of gaan we op de terugweg en bekijken we een tweede grot. Ondanks de donkere wolken die zich boven ons samenpakken, trekt water toch meer dan binnengaan in een donker hol. We klimmen opnieuw ruim 100 meter hogerop en van die keuze krijgen we geen spijt. Wij zitten er niet alleen, maar de reflecties zijn sprookjesachtig. En het weer klaart zowaar wat op. De terugweg loopt vlotter dan de heenweg, is ook minder lang. We laten de Zimna grot links liggen. Het landschap is overweldigend. Het lijkt wel of de hoge kliffen meer opvallen. Op de laatste weide hebben we het geluk om de schaapsherders aan het werk te zien. Onder de indruk van al het handwerk dat verricht moet worden voor het maken van een rookkaasje … besluiten we op de parkeerplaats er één te kopen. We weten dat het lekker is, eten het dagelijks bij het ontbijt. Het restaurant van ons hostel heeft weinig aanloop, dus schuiven we aan bij het gezelige Zabi Dwor. Voor de statistieken: de gelopen dagafstand is 14 km, en het hoogteverschil 2 keer 100 meter.
Cisna / Bieszczady
"Het grensgebied van Polen, Ukraine en Slowakije is een schitterend wandelgebied", schreef ik in 2019. "De Oostelijke Karpaten, of zo je wilt het westelijk deel van de oostelijke Beskiden heeft de naam onaangetast, dunbevolkt en weinig toeristisch te zijn." Dat ook nog. Nu kijk ik toch anders naar de foto's die ik maakte van dat prachtige glooiende landschap, Op de route er naartoe via Jaslo en Dukla wordt de vierbaansweg tweebaansweg, groeien snelheidsborden als paddenstoelen uit de grond. In de bebouwde kom rijden we 60, bij oversteekplekken 50, verder ook borden van 70 en 90. Het is goed te doen, maar schiet niet hard op. Landbouwgrond en bos wisselen elkaar af. Niet ver voor Zubracze maakt de weg -897- een scherpe bocht. Er is een uitkijktoren van waaruit je overzicht hebt over de bosrijke omgeving. We logeren op een heel rustige plek aan een onverlichte tweebaansweg. Leonówka Bieszczady, een hostel in Cisna. Gastheer Bernard ontvangt ons met open armen. Als de nacht valt daalt een deken van smog neer. De geur van verbranden van steenkool en hout is zo sterk dat we met ramen dicht inslapen. Bij daglicht valt de luchtvervuiling reuze mee. Op aanraden van de gastvrouw maken we de wandeling Wetlina naar Smerek, een geleidelijke klim van 604 meter over een lengte van 5.2 km en retour. Om te beginnen is dat voor ons goed te doen. We bereiken een hoogte van 1223 meter en hebben een prachtig uitzicht rondom. West van de kam ligt Polen, oost ilgt Oekraine. Onze telefoon meldde dat we de grens over zouden zijn geweest. Dzień dobre is een veel gehoorde kreet. Hoe welkom kun je je daar nu nog voelen ...
Tyax, een afgelegen..
Terug naar september 2017. De rit van Clearwater naar Gold Bridge is slechts een afstand van 436 km en toch reken je op een autorit van minstens 7 uur..Over die rit ben je voorlopig nog niet uitgepraat. Neem de weg over Kamloops, daar waar de prairie begint; eindeloos lange treinen, wagons gevuld met kolen en een zout meer. Highway 99 voert langs ranches en over vlakten. Dit is het land van fastfood, stoere cowboys en cowgirls. Vegan is ver te zoeken. Rood vlees, vet eten en overgewicht lijkt hier de norm. In het overweldigend kleurenpallet overheerst geel en glooiend. De droogte dringt zich op..4g internet, wat is dat? Hier doe je lekker lang met je buitenlandbundel. Wel overal gps, met in het beeldscherm van de mobiel de afstand en de nog te rijden tijd. Na Illooet gaat de weg van verhard naar onverhard en al snel blijkt de jongedame van de infobalie bij Clearwater het bij het rechte eind te hebben. Bridge River road 40 langs het Carpenter lake is hier en daar toch geasfalteerd. Snel leer je dat er steenlawines bestaan, en dat je op zulke trajecten zeker niet moet stoppen. Het landschap is onvergetelijk, gelukkig ook groen. Sharp shoulders en af en toe een zware jongen uit tegengestelde richting houden je wel bij de les; Na de Terzaghy stuwdam hangt de weg tegen de rotswand aan met aan de andere kant een azuurblauw Carpenter meer. Stoppen is niet alleen gevaarlijk vanwege de vallende stenen. Op veel plaatsen is de weg te smal of niet te overzien, maar het uitzicht ...!!! Twee lege batterijen en allemaal wegwerp foto's zijn het resultaat. Het helpt dat het weer meewerkt, een stralend blauwe hemel doet het altijd goed. Tyax Wildernes Resort and Spa ligt in the middle of nowhere, maar de beschaving is er op een hoogtepunt Volg de electriciteitspalen en het komt goed. Je kunt er als het meezit een toch wel vermoeiende rit van je afschudden door een eucalyptus stoombad te ondergaan. Er is een infrarood sauna. Er is yoga les, massage, buiten een hot tube en beren spray te leen bij de balie. Hoewel er weinig gasten zijn, is de keuze voor het ontbijt groter dan waar ook. Een pannenkoek? Je krijgt hem versierd met rode vruchtengelei en room geserveerd. De prijs is ernaar, maar de verwennerij kent geen grenzen. Voor het lenen van de kano betaal je niets extra en je wordt vriendelijk verzocht vertrek en terugkomst niet alleen persoonlijk aan de receptie te melden. Alle betrokkenen moeten er ook voor tekenen. Op het water is het zo stil, dat het geluid van de afzuiging van de keuken tot ver over het hele meer draagt. Zonder al te veel inspanning zie je vanuit een kano toch weer bijzondere dingen. Zo zagen wij vlak bij Tyax een poema door het struikgewas weglopen. We hebben de waarneming nog maar net bij de receptie doorgegeven of er hangt een waarschuwing bij de deur, mocht je het plan hebben om het pad met de informatie borden te lopen. Geen spoor van beren gezien, wel recente bever activiteiten. Hondenpoep moet hier worden opgeruimd, maar een veelvoud aan paardenmest mag gewoon blijven liggen! O ja, paardrijden, mountainbiken of een rondvlucht met mogelijk landen op een gletsjer meer; het kan hier allemaal. Verhalen over die machtige mooie grizzly berin die hier met haar 3 jongen op doorreis was zijn er wel: "Zo leuk om ze in de tuin van een van die verlaten vakantiehuizen op de oever van Tyaughton Lake in het water te zien spelen .... Besluit een relatieve rustdag met een heerlijk etentje en dan wordt het al weer tijd om je met Google Maps voor te bereiden op de rit richting Whistler van de volgende dag. Er versc;hijnen nogal wat doodlopende dirtroads in het scherm, maar de onderhoudsweg naar Pembleton staat weer niet in het systeem. Bovendien is het lastig inschatten of de bebording helder is. Altijd goed om lokaal advies te vragen dus. De receptioniste laat er weinig twijfel over bestaan. Hurley River Service Road is er slecht aan toe. Het wegdek is een en al ribbel en daar bovenop ligt veel los liggend puin. De weg is een onderhoud weg, dus geen openbare weg en hij wordt nog maar weinig gebruikt. "Als je er door de steenslag een lekke band krijgt," horen we haar zeggen, "kun je daar zeker op een dag als vandaag -zaterdag - lang moeten wachten tot er iemand langs komt die hulp kan bieden. Telefoon bereik of internet heb je er niet en je bent er niet verzekerd." Zelf rijdt ze ook altijd de nr 40. "Het is maar een uur langer rijden en de route langs Carpenter lake is mooi. You Europeans are not used to these kinds of roads, are you?", eindigt haar betoog en wij zijn overtuigd. Een rit terug over road 40 langs Carpenterlake en terug naar Illooet is de enige goede keuze. Op de terugweg zie je toch niet hetzelfde als op de heenweg. Zo is het en niet anders.
Kunstsneeuw op de...p
Op de piste bij Morzine, langs Telecabine du Pleyel liggen een vijftal surrealistisch ogende afgeronde heuvels. Kunstsneeuw moet de helling begaanbaar houden voor skiers. In de kleine uurtje worden pistes met hulp van zwaar materieel geprepareerd en dat doen de Fransen goed. Twee dagen later zijn deze heuvels als sneeuw voor de zon verdwenen. Blijft sneeuwval uit, dan kunnen de spoeiers een berg nieuwe sneeuw opbouwen en zo wordt het skiseizoen opgerekt tot de aanhoudende dooi roet in het eten gooit.
Groot contrast
Bij het zien van besneeuwde bergen denk je al gauw aan wintersport. De plaats Les Gets in het Portes du soleil gebied biedt ruim mogelijkheden, maar ligt niet centraal in het gebied. Om van hieruit naar Zwitserland te skiën ben je wel even onderweg. Met 15 skiliften en twee ritjes met bus A kom je mooi rond, en dan weetje dat de pistes in Frankrijk er beter bij liggen dan in Zwitserland. In de directe omgeving van Les Gets zijn twee schitterende uitzichtplatforms: Pointe de Nyon en op de top van de Renfoily stoelenlift. Onderweg terug naar het centrum is er met het uitzicht ook niets mis. Die stipjes in deze witte vallei zijn deelnemers aan een wandeltocht. Ook als je niet voor de lol even zonder paspoort op zak de grens met Zwitserland wil passeren is er genoeg te beleven.
Goed voor de conditie
Les Gets, Franse Alpen ligt in het Skigebied Portes du Soleil. Voor wie goed is in kaartlezen en ook nog eens aardig kan skieen of snowboarden zijn hier prachtige tochten te maken. Dat vraagt wel om een redelijke conditie. Aan de andere kant is deze plek een aanrader voor de beginnend skiër en voor een gezin met jonge kinderen. Voor wie niet skiet, snowboard of langlauft, er worden ook wandeltochten georganiseerd. Kortom, een prachtplek om aan je conditie te werken en te genieten van de uitzichten op besneeuwde bergen. Dit is het uitzicht vanuit de stoelenlift Renfoilly express, op weg naar een schitterend panorama.
Een veelzijdig strand
In 2013 staan het strand van en de baai bij Mũi Né vooral in het teken van visserij. Bij het krieken van de dag komen vissers aan land. De vrouwen van de vissers in roundpots wachten hen op om hand en spandiensten te verlenen. De gemeenschapszin is groot, de visserij kleinschalig. Niet alleen de ronde manden worden aan land gezet, ook grotere houten vissersschepen worden met vereende krachten aan land getrokken. Er wordt vis afgevoerd en verkocht aan de vissausfabriek, maar op het strand zelf kun je je kostje ook bij elkaar kopen. Loop je in noordelijke richting naar de nederzetting, dan zie je daar miljoenen kleine visjes op ramen aan de zon drogen. Langs de waterlijn, maar ook hoger aan land zie je veel afval, plastic in soorten en maten. Ratten vinden hun weg daar tussendoor. Dat laatste klinkt niet aantrekkelijk en dat is het natuurlijk ook niet. Wonderlijk genoeg kan het velen niet weerhouden om een duik te nemen, want er wordt op het strand ook volop gerecreëerd. Kinderen spelen met lege kratten en brokken piepschuim, een enkeling weet zelfs van afval een vlieger te fabrieken. Er staat genoeg wind op het strand bij hotel Windflower en de stranden grenzend aan de hotels worden keurig schoongehouden.,
Als in een sprookje
Het was geen toeval dat we in 2013 met de bus van Ho Chi Minh City naar Mui Ne zijn gereisd op zoek naar rust na een meer dan drukke week. Fairy stream was toen al op internet te vinden ... en twee jaar later ook op Columbus zie ik nu, maar toen wist ik nog niet van Columbus. Niet voor niets is deze plek de eerste die mij te binnen schoot, denkend aan alle mooie plekken die ik al mocht bezoeken. Eenmaal neergestreken in het Windflower hotel kun je dit sprookjesachtige beekje op een strandwandeling vanuit dit hotel makkelijk vinden. Het stroompje komt uit in de zee, dus wijst de weg zich vanzelf. Bij het begin van de wandeling kun je voor een luttel bedrag je schoenen stallen. Het is dus de bedoeling dat je met blote voeten loopt. Je loopt 2 kilometer door de beek stroomopwaarts, langs soms wel 6 meter hoge duinwanden met grillige patronen in de kleuren rood, bruin, geel en wit die zijn ontstaan door erosie van zandsteen. In ons geval kwamen we alleen een dame tegen die op kenmerkende wijze haar waar verplaatste en spraken we een vrouw die ons wat te drinken kon verkopen. Voor de vele Russische gasten van de luxe hotels was dit toen blijkbaar geen highlight. Wij vonden er vooral schoonheid en rust. Helaas scheen de zon niet, dus zijn de kleuren minder uitgesproken dan ze in werkelijkheid zijn.
Mother of Water.
De provincie Bến Tre is een van de zuidelijke provincies van Vietnam, gelegen in de delta van de Mekong-rivier, ingeklemd tussen de twee hoofdtakken van de Tiền Giang-rivier, die zelf een van de twee hoofdtakken van de Mekong-rivier is. Vanaf de rooftopbar van Kim Tho hotel heb je een mooi overzicht over het waterrijke landschap met in de verte de Cantho bridge, die in 2010 werd geopend. De stad ligt nu nog maar op ruim 3 uur rijden van HCMC, maar de rit brengt je voor je gevoel ver weg van de hectische drukte van die grote stad. In de regio wordt een overvloed aan fruit, zeevruchten en groenten geproduceerd en die waar wordt op het water verhandeld. Tijdens een boottocht naar de drijvende markt van Cai Rang in Cần Thơ vang je een glimp op van het leven in de Mekong Delta. In mijn dagboek staat hierover het volgende: "Vanaf de kade van Cần Thơ River zoek ik contact met een schipper op zo’n mooie houten praam. Zodra ik probeer te vragen of hij mij naar de drijvende markt van Cai Rang kan brengen, wordt ik aangesproken door een dame. In verstaanbaar Engels biedt ze mij voor een bedrag van 300.000 VND een vaartocht naar de drijvende markt van Cai Rang aan. Ik hap toe. Ruim 10 euro is geen gek bedrag. Twee minuten later stap ik aan boord bij een vriendelijk lachende vrouw. Er komen nog twee vrouwen aan boord, de motor wordt gestart en we vertrekken. De jongedame spreekt een paar woorden Engels. Moeder en dochter komen uit Hanoi en zijn op vakantie. Met elkaar genieten we van het vaartochtje naar de markt. Dan gaat de motor uit en krijgen we roeiend gelegenheid om de drukte in ons op te nemen. Kijken, kijken en niet kopen. Zo’n drie kwartier dobberen we rond en dan is er een voorstel om via kleine kanalen terug te varen. Het zou mij nog 150.000 VND extra kosten. Het gaat over minder ruw water en het kost meer tijd. Eerst kan ik mijn oren niet geloven, maar dan bedenk ik dat ik eigenlijk toch die kleine vaartjes wilde zien en de dag is lang. Als ik bezwaar maak tegen de meerprijs, is het antwoord dat ze door het omvaren meer brandstof verbruikt. Nu laat ik het genoemde bedrag opschrijven. Ik stem in op voorwaarde dat ik een stukje zelf mag roeien. We hebben een deal. Het zelf roeien is veel lachen. Er klinkt applaus als ik onze boot in het kanaaltje even voort roei, lastig als je gewend bent zittend met je rug in de vaarrichting te roeien. Het is ook knap vermoeiend en warm. Kroon op ons uitstapje is echter de verse cocosnootsap die de andere passagiers mij even later aanbieden. Of ik hen als bonus aan boord heb gekregen zal ik nooit weten. Zeker is wel, dat ik met het projectteam een dag later voor een vergelijkbaar bedrag met 5 personen een bezoekje aan de drijvende markt breng. Verschil moet er wezen."
In de Jade Emperor...
Neem zeker een kijkje in de vrouwenruimte en vang een glimp op van 2 rijen van vrouwelijke beeldjes gehuld in kleurrijke kleding. Ze blijken symbool te staan voor de 12 maanden van het jaar. Hier een offer brengen kan de vruchtbaarheid ten goede komen. De bewakers aan de poort -Mon Quan Than aan de rechterzijde en Tho day Than aan de linkerzijde van de tempel- zullen ervan kunnen getuigen. Ga ook even op een bankje onder de oude banyan tree zitten en naar het voeren van duiven of de bak met enorm veel schildpadden..De geschiedenis van Phước Hải Tự, 福海寺Ÿ ofwel "Luck Sea Temple" gaat terug tot 1909. De theorie is geduldig.
In de Jade Emperor...
In de kamer van de 10 hellen is op panelen in houtsnijwerk onomwonden uitgebeeld welke 1000 stormen het slechte volk moet doorstaan. Het offeren van fruit en wierook of het branden van een kaars kan de koning van de hel Thanh Hoang -die met het rode paard- gunstig stemmen en het verhoogt de kans om in de hemel te komen. Hoe bijzonder is het om je zo tussen de leden van deze geloofsgemeenschap te mogen bewegen en toewijding en verwondering te laten samenkomen...
Jade Emperor Pagode
Een halve dag om naar de Jade Emperor Pagode te lopen en deze te bezichtigen is kort. Op straat is al veel te zien, maar In de tempel kom je echt ogen te kort. Je loopt er in de bedwelmde geur van wierookwalmen tussen gelovigen en kunt flarden opvangen van wat een gids aan uitleg geeft over gewoonten en beeltenissen. Men koopt een schildpad of een mus om deze weer los te laten. De schildpad staat voor een lang leven. De vogel heeft iets van doen met vrijheid. Beide staan symbool voor geluk en veel succes. Verbranding van gelukspapier doet de rook opstijgen tot in de hemel, een manier om in contact te komen met voorouders. Aartsengel Michael en een Sakyamuni ( historische ) Boeddha verwijzen naar boeddhistische legendes en mythes. De Jade keizer –herkenbaar aan zijn snor- is echter de oppergod van de taoïsten. Hij beslist of je naar de hel of naar de hemel gaat en wordt hierin bijgestaan door twee 4 meter hoge grote diamanten (Tu Dai Kim Cuong), standbeelden van papier mache. Rechts staat de generaal die de groene draak –het oosten- heeft bedwongen, links de generaal die de witte tijger –het westen- heeft bedwongen. En dan ben je nog niet geweest in de kamer van de 10 hellen en de ruimte waar vrouwen bidden ... ik ben nog een keer teruggegaan omdat de indrukken me wat veel werden. Voor mij onvoorstelbaar dat iemand in deze omgeving tot zichzelf kan komen.
Back to basic
Hotel Steinbock aan de rand van Lauterbrunnen ligt centraal in een dal en dat vertaalt zich naar een mooi uitzicht. Als je geluk hebt kijk je vanuit je kamer uit op de besneeuwde bergtoppen van Jungfrau, Breithorn en Ebnefluh. In de buurt is de Staubach waterval en een beek met helder stromend water, de Lütschine. Vanuit Stechelberg kun je de bergen in. Het pad begint vlak, maar al gauw wordt het meer klimmen. Onderweg is er veel te zien van het uitzicht tot de bloemenrijke weiden, dus loop je niet al te hard. Er zijn zelfs bankjes waar je even kunt gaan zitten. Na een km of 10 lopen ben je boven de boomgrens bij Alp Hotel Obersteinberg. In dit hotel is geen elektriciteit en geen interest, maar wel goed eten en uitzicht op de Talbachfall en de Holdrifall. De gastvrouw heeft een paar melkkoeien en maakt zelf kaas, De lakens worden op de hand gewassen en aan de lijn gedroogd. Je kunt er van april tot november terecht en ik kan het zeker aanraden.
Een torenvalk in de..
Zelf kom ik er op eigen kiel en niet voor het eerst, maar je kunt er ook per pont naartoe en er is ook een klein vliegveld. Wangerooge. het laatste bewoonde Duitse Waddeneiland voor de Weser. Na aankomst kun je de trein nemen naar het dorp, een smalspoor waar je toen 2012 en tegenwoordig niet meer overheen mag lopen. Wil je lopend naar de bebouwde kom, dan kun je over een fietspad. Dat pad loopt langs de oude vuurtoren, waar nu een jeugdherberg in huist. Het is mogelijk om die vuurtoren op te gaan en te genieten van het uitzicht. Zelf deed ik dat om te zien hoe smal de duinstrook al is. Er wordt alles aan gedaan om de haven en de oude vuurtoren te behouden. De sleutel van de deur naar de trap kun je vragen bij de jeugdherberg. Wij troffen op grote hoogte dit kuiken in een nestkast bovenin de toren. Het schreeuwde om aandacht, of was het eten. Ik deed heel voorzichtig het gordijntje opzij. Wat heeft dat dier een mooi uitzicht.
Niet zomaar een...vot
Een kerkgebouw dat de aandacht verdient staat aan de Karlsplatz in Wenen. Op 22 oktober 1713, toen velen het leven lieten in de laatste grote pestepidemie deed keizer Karel VI in de Stephansdom - die andere meer dan mooie kerk in Wenen - een belofte. Zodra de epidemie tot een eind zou komen, zou er een kerk voor zijn patroon Carolus Borromeus worden gebouwd. Een jaar later werd de basis gelegd voor de bouw van de Karlkirche. Toen ik de kerk in 2012 voor het eerst bezocht, had ik het geluk dat je met een lift tot in de top van de koepel kon komen. Die lift was er tijdelijk, werd gezegd, om de restauratie werkzaamheden mogelijk te maken. Nu is die glazen lift naar 30 meter hoogte in de koepel er om de mooie plafondschildering goed te kunnen bekijken en daar mag je best wel even tijd voor nemen.
Saint Petrus and...Pa
De kleurrijke heks in het straatbeeld van Vilnius is nog niet uitgepraat. Mijn eerdere beschrijving van een wandeling door Vilnius was niet af, dus vervolgend langs de oude stadsmuur dan kom je bij de St Annakerk, een oude gotische kerk uit de 16de eeuw die is opgebouwd uit 33 verschillende soorten bouwstenen. De kerkdeur is gesloten. Bij het aangrenzende Bernardine kerk –Bemardinu Baj~zny~cia – lopen groepen toeristen in en uit. Het interieur is behoorlijk gehavend, maar er heerst een sfeer van hoop. De restauratie werkzaamheden zijn in volle gang. De muren worden uit zicht gehouden door een aantal donker houten schermen met houtsnijwerk. Grote orgelpijpen boven de ingang doen vermoeden dat in dit gebouw ooit diensten zijn gehouden en dat klopt. Vanaf 1919 was de kerk in Poolse handen, maar ongeveer 20 jaar later kwam het gebouw in handen van de Russen en heeft het dienst gedaan als Kunst Academie. Via een beeld van Frank Zappa hoog op een paal met op de achtergrond graffiti van groot kaliber loop ik dwalend door kleine steegjes en stuit even buiten de oude stadsmuur op een groetenmarkt, gezellig en kleurrijk. Op straat gaat het leven door. Via het park aan de rivier Vilnia kom ik in een amfitheater op de helling. ’s Zomers worden er popconcerten gegeven. Nu is dit het domein voor tortelende paartjes. Eenmaal boven verschuilt de zon zich achter de wolken. Er is laaghangende mist. Op de top van een heuvel staan drie kruisen. Door het bos loop ik verder in de richting van de St Petrus-en-Pauluskerk. Bij een graffiti van een geel kuiken op een muurtje vlak naast de weg moet ik wel even stilstaan. Eenmaal in de Petrus en Pauluskerk word ik verrast door het lichte interieur met bijzonder stucwerk: planten, dieren en mensen. Net als ik op de preekstoel de eerste dieren ontdek, wordt mijn aandacht door een passerende gids afgeleid. Ze wijst op een afbeelding van een soort olifant in het stucwerk. In het centrum van het kruis zie ik een merkwaardig schip bungelen aan een lange ketting. Al ziet men kerk en toren staan, dan is de reis nog niet gedaan. Het schip heeft de haven bereikt.
De heks leest voor
Na het lezen van een aantal enthousiaste reisberichten over Vilnius, dacht ik dat het leuk kan zijn mijn verslag met foto van 2004 in te sturen met een grappige foto, als dank voor mijn eerste kroontje. De stad Vilnius ligt op ruim 2 uur vliegen van Amsterdam. Het verkeer rijdt rechts van de weg en toch voelt het onwennig. Eén ding valt op. Voor de wandelaar op het zebrapad houdt alle verkeer halt. Een verkennende eerste stadswandeling voert ons direct al naar een van de hoogtepunten van de stad: de middeleeuwse toren op de Gedimino Hill. Voor enkele litos mogen we er binnen en 78 traptreden hoger krijgen we een prachtig uitzicht over de stad. Onder ons ligt de Mindaugo brug over de rivier Neris, de verbinding tussen de zuidelijk gelegen oude stad met de meer recente uitbreidingen noordelijk. Zuid van de toren ligt het oude presidentiele paleis, waar de restauratie in volle gang is. Vanuit de hoogte gezien ligt het oude gebouw in één lijn met het huidige onderkomen. Boven de daken steekt de rode baksteen toren van de kleine St Anna kerk -~Sv Ones- naar de kroon en in de verte vormen de minaretten van een moskee een vreemd contrast met de overige gebouwen. Tot onze verrassing is er in de toren ook een maquette van de oude vesting te zien; de geschiedenis vanaf de 13de eeuw in één oogopslag. Voor het verhaal erachter is geen ruimte, maar later horen we dat het hart van de Litouwer vol trauma’s zit van jarenlange onderdrukking en strijd tegen de Polen, Russen en Duitsers. Langs de kleine St Annakerk en door het Sereikiskiu Park lopen we terug in de richting van het Europe Royale Vilnius hotel in de Ausros vartu gatvé. Onder de bomen in het park staan oudere heren gebogen over een barnstenen schaakspel. In de kraampjes op de weg liggen barnsteen sieraden en andere souvenirs uitgestald. Van achter een biertje op één van de terrassen op de stoep van de winkelstraat zien we aan de overkant van de weg een heks en een beer gesprekken aanknopen met de langslopende jeugd. Er worden ook cadeautjes en/of briefjes uitgedeeld. Hoewel we de taal niet beheersen, begrijpen we dat er aandacht wordt gevraagd voor een voorstelling die middag. Dat scheelt adverteren. Langs de bouwput rond het stadhuis komen we bij een eetcafétje. Op de menukaart staat geen aardappelsoep, wel vleesrolletjes met rijst of patat en sla. We kunnen de kok in de keuken aan het werk zien. Volgens goed Litouwens gebruik begint elke maaltijd met een glaasje door een blauwe vlam verwarmde sterke drank. Er komen meer gasten die een plekje zoeken, maar een welbespraakte jongeman met in één hand een plastic zak en de ander in bedelstand wordt resoluut de deur gewezen. Met nog een nagerecht en een kopje koffie hebben we een royaal maal voor weinig geld gekregen. De stad ligt in een bosrijk en heuvelachtig gebied. Het advies om naar Trakai af te reizen lijkt logisch, maar wordt niet opgevolgd. In een stad met ruim honderd kerken is er in elke straat wel één die een bezoek waard is. Gaandeweg krijg je al gauw de indruk dat kerken en bedelaars onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Boven de stadspoort ligt een bedevaartplaats, een heilige plek. Bij de ingang staat een groepje oudere vrouwen. Voor ze de trap op gaan kussen ze de voeten van het beeld van Jezus aan het kruis. In de kapel heerst een haast weldadige rust. Vrouwen knielen voor het gezicht van de heilige maagd Maria omhuld in goud en blijven met de handen voor zich gevouwen staan. Eenmaal terug op straat ontdek ik dat de ramen van de Thereses Kapel wagenwijd open staan. De wonderdadige icoon is ook vanaf de straat goed zichtbaar. Mijn volgend bezoek is aan de Russisch Orthodoxe gemeente. Als ik zachtjes door de zware deur naar binnen glip, hoor ik mooie solozang van een man. Ik zie een handvol mensen op de rug. Allen staan met het gezicht naar een soort praalgraf gericht. Dat is waar de goed bewaarde lichamen van de heilige martelaren Anthony, Ivan en Eustachius rusten. Ze werden in 1347 om hun geloof terechtgesteld. Nu en dan zie ik een man en een vrouw zacht een woordje wisselen, dan weer gaan ze mee in het gezang. De vrouw staat op een kleedje. Haast stiekem krijgt de voorzanger een papiertje toegeschoven. Het zingen gaat weer door. Het stemgeluid galmt door de grote lege ruimte. Bij de deur van de kerk staat een grote watertank waar enkele bezoekers een bekertje water tappen en dan wordt er een kruisje geslagen.
Tempel van de hemel
De tempel van de hemel ligt in een ruim opgezet park. Als ik er aankom zit op een bankje een dame verdiept in haar boek, lekker in het zonnetje. Bij de poort staat een man. Hij speelt fluit. Lopend op een wandelpad geflankeerd door oude bomen vang ik een eerste glimp op van de gebedshal voor goede oogst, sinds 1998 UNESCO werelderfgoed. Dan ligt het gebouw nog achter een hoge muur. In de taoïstische tempel baden ooit keizers tot de hemel voor een goede oogst. Het meesterwerk werd tussen 1406 en 1420 gebouwd en daar kwam geen spijker aan te pas. Volgens de overdraging zou de vorm van het gebouw de relatie tussen hemel en aarde weerspiegelen. Ik herken dat niet, maar dat is niet vreemd. Het is een weerspiegeling van de oude beschaving van het land en die is mij vreemd. In China wordt het de jeugd nog steeds meegegeven. Er lopen hordes middelbare scholieren over wat genoemd wordt de keizerlijke route en langs het circular mound altar, een cirkelvormig platform van marmeren stenen op drie niveaus in de open lucht. Terwijl veel bezoekers in de ban raken van harmonie en balans in dit complex, sta ik zelf wat langer stil bij de enorme vuurkorven rond het altaar. Het moeten er 9 zijn, maar ik heb ze niet geteld. Op weg naar metro station Dongcheng loop ik langs een overdekte pagode waar groepen mensen kaarten en muziek maken. In de open ruimte wordt badminton gespeeld. De van oorsprong en nog wel religieuze plek is nu ook een plek om elkaar te ontmoeten en te ontspannen en het is er zeker op een zonnige dag gezellig druk.
Lama tempel
Het is oktober 2008 als ik zonder heel veel voorkennis onbevangen door de poort naar binnen ga, een toegangsbewijs koop en over binnenplaatsen en langs verschillende tempelgebouwen loop. De Lama tempel is niet alleen maar een toeirsitische trekpleister. Aan het interieur kon je wel zien dat deze boeddhistische tempel nog vol in gebruik is. De monniken waren niet aan het werk, maar er waren voldoende pelgrims die wierook branden, bidden en ook zag ik offers. Het kan niet anders of ik liep langs gebouwen waar de keizer in de jaren 1750 na Christus werkelijk woonde. De verschillende boeddhistische beelden spreken tot de verbeelding, maar de meest indrukwekkende is wel een 15 meter hoge houten Boeddha die uit een enkele boomstam van sandelhout is gesneden. Het is zo groot dat het gebouw na plaatsing rond de Boeddha moest zijn gebouwd. Fotograferen is niet overal toegestaan. Voor het enorme beeld van de Boeddha maakt dat niet uit. Ik kon het beeld niet mooi op de foto krijgen. Gewoon het leven daar om je heen te zien gebeuren is al een belevenis op zich..