Gelderland

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Gelderland image

Gelderland

Gelderland
Nederland
Lemurgirl

Hoe herken je een dierverzorger?

Hoe herken je een dierverzorger?

(Of: hoe ik aan mijn alias kom)

Een poosje geleden plaatste Rieneke (RR Rsteeghs) een ontzettend grappige blog over alle aliassen die je hier voorbij ziet komen en hoe mensen wellicht tot die naam gekomen zijn. Soms is het 'slechts' hun naam, anderen betrekken hun hobby of favoriete bezigheid erbij en weer anderen nemen de naam van hun huisdier aan. Nu heb ik geen lemuren hier in huis rond banjeren, maar mijn alias heeft duidelijk met mijn werk te maken: ik verzorg nl. lemuren (en andere primaten, maar ik denk dat jullie zelf wel snappen welke mijn favorieten zijn!).
Wanneer mensen horen welk beroep je hebt, is de reaktie vaak "Oooooh.... wat leuk!" en ze zien mij al de hele dag met een vari, katta of een slingeraap op schoot zitten knuffelen. Helaas is de realiteit is toch duidelijk anders. Natuurlijk is het beroep 'dierverzorger' ontzettend leuk en heel erg bijzonder, maar het is ook hard werken. Oneerbiedig noemen 'wij dierverzorgers' onszelf ook wel 'poepscheppers'. En zo is er eigenlijk nog een hele rij van allerlei (on)zinnigheden waaraan je een dierverzorger (of -ster) zou kunnen herkennen of wat voor eigenaardigheden deze beroepsgroep nog meer kan worden toegedicht. Deze hele lijst, bedacht door dierverzorgers zelf, hangt op een inmiddels vergeeld A4tje op de plee in het bonobo-gebouw en omdat ik ze jullie niet wil onthouden, hierbij een kleine selectie.

Zo zou je een dierverzorger altijd kunnen volgen, omdat ze overal en altijd een spoor van hooi en stro achterlaten. De gezonde bruine gelaatskleur is afwasbaar en wanneer ze thuis komen, begroeten hun eigen (huis)dieren eerst hun schoenen en dan pas het baasje of vrouwtje zelf. De dierverzorger zelf heeft vaak niet eens in de gaten dat ze niet al te fris meer ruiken, totdat ze aan het eind van een warme dag in hun auto stappen en de raampjes nog dicht zitten. Parfum vinden ze stinken, terwijl lichaamsgeuren juist lekker zijn. Trouwens, het is één van de beroepsgroepen waarbij je -wanneer je 's ochtends net uit je bed stapt- er verzorgder en netter uitziet dan wanneer je uit je werk komt. En voor wat betreft hun kleding: ze hebben 2 kledingkasten. Eén voor het werk en eentje voor de echte wereld. Op de shirts voor de echte wereld staan opvallend veel dierenprints...

Dierverzorgers zijn er sterren in om aan de geur van de ontlasting te herkennen welke diersoort het geproduceerd heeft. Vaak zit die geur aan je handen en kom je er pas achter tijdens de lunch wanneer je een broodje in het gat onder je neus stopt. Het onderwerp van gesprek tijdens het middag-eten is natuurlijk vaak 'de dieren' en dan met name de consistentie van de faeces. Wanneer het om de juiste consistentie gaat, kan een dierverzorger hier lyrisch van worden. En ook als de consistentie wat minder is (of zelfs ronduit slecht), maakt dat niks uit, want het broodje kaas gaat daar echt niet minder lekker van smaken. Het woord 'schijt!" heeft voor een dierverzorger dan ook meerdere betekenissen, het is niet persé een vloek. Mocht er nu in de koelkast een potje ontlasting naast jouw lunchtrommeltje staan, tja... het zij zo, het maakt de dierverzorger niet uit. Dat soort monsters moet nu eenmaal koel bewaard worden.
Natuurlijk zorgen ze ervoor dat hun dieren het beste van het beste krijgen qua voer, maar ook zelf is de dierverzorger een alles-eter. Ze zijn makkelijk om te kopen door de afdelings-snoeppot te vullen (het liefste met Chocotoffs) of door het trakteren op Indische cake of vlaaien. Ook eten ze (bijna alles) uit de koelingen voor het dierenvoedsel als een soort tussendoortje.

Wanneer je een dierverzorger een kado wilt geven, geef 'm dan een Leatherman. Dat wordt het meest op prijs gesteld. En ook van nieuwe scheppen en harken raken ze meer opgewonden dan van een diamanten armband. Een dierverzorger zal niet snel iets weggooien. Eerst wordt het weg te gooien object nauwkeurig onderzocht of het nog te gebruiken is voor verrijkingsdoeleinden. Een groot deel van het afgeschreven kinderspeelgoed, oud beddegoed en keukengerei van thuis vindt dan ook zijn weg naar de dierentuin om daar als speelgoed voor de dieren te dienen.
Dierverzorgers verstaan trouwens de kunst om water omhoog te laten lopen, omdat alle architecten van nieuwe dierverblijven vinden dat de afvoerputjes allemaal op de hoogste punten moeten liggen.... Het liefst zou een dierverzorger ook thuis een afvoerputje midden in de keuken hebben; dat is lekker makkelijk om de vloer ff te schrobben, het liefst met chloor natuurlijk. Heerlijk!

Als een dierverzorger zelf naar het toilet gaat, wassen ze altijd 2x hun handen: 1x voor en 1x na het bezoek.... Op elke spijkerbroek zit ter hoogte van de heupen aan elke kant een vlek omdat ze daar altijd hun handen afvegen voordat ze bijvoorbeeld iemand een hand geven. Ze schudden trouwens graag iemands hand, omdat zij weten waar hun handen allemaal zijn geweest en hebben ingezeten....
Ze vragen zich elke keer weer af hoe het toch komt dat iedereen in de buurtsuper hen bij de voornaam noemt. Tja, zijn ze vergeten hun naambordje af te doen.
Wanneer ze met vakantie zijn of op hun vrije dag een lekkere wandeling door het bos maken, wordt al het blad aan de bomen en struiken gedachteloos geclassificeerd als 'browse' en 'non-browse' (vaktaal voor blad wat dieren resp. wel en niet mogen eten). Tijdens vakanties wordt er elke dag een andere dierentuin bezocht en op de vakantiefoto's (en ook andere foto's) staat de dierverzorger zelden zonder een dier. Sterker nog, ze hebben thuis meer foto's aan de muur hangen van hun dierenvrienden dan van de mensenvrienden.

En zo.... kom ik dus aan mijn alias!