Lecce

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Lecce image

Rondje Alpen

Lecce
Italië
Festinalente

Rondje Alpen

Soms wordt je het in je gezin nooit eens over bepaalde zaken. Zo wil mijn vrouw Inge graag met de camper naar rustige streken. Dat vind ik stiekem ook wel leuk, maar soms komt het oude zwerversinstinct van de zeilschipper en het jaaginstinct van de motorrijder naar boven. Dan wil ik lange dagen op de motor zitten, nergens voor stoppen, kilometers maken, het asfalt zonder pauze onder me door zien schieten.

Met de Ducati Monster 1000 ging ik daarom een weekje naar het zuiden. De route ging via Leeuwarden, Drachten, Beilen en Emmen naar Meppen. Daar draaide ik de Autobahn op om supersnel voorbij Keulen te stormen. Daarna weer over binnenwegen, via Bitburg, naar Utscheid. Daar ging ik overnachten in een oude caravan op motorcamping "Little Creek". Aangenaam was het daar, met café, barbecue, motorrijders en Nederlandse eigenaren, al is dat laatste het minst belangrijk.

Enfin, in de Eifel bleef het weer buiig en wisselvallig,. Ik zakte via Luxemburg wat verder af naar het zuiden. De snelweg tussen Luxemburg en Metz zat vol Nederlandse bouwvakkers met ZZP-busjes en caravans. Daarom verliet ik de Autoroute weer. Over de Route Nationale naar Epinal en Besançon. Dat ging lekker met de Ducati. Trage caravans en trucks vloog ik rap voorbij. Niet eens hoefde ik al te flagrant de snelheidsbeperkingen te overtreden. Eén keer ben ik geflitst - vanaf de voorkant, waar geen kentekenplaat zit!

Het was weekend. Spannend, want dan zijn er in Frankrijk langs de binnenwegen bijna alleen onbemande benzinepompen beschikbaar. Dat schoot niet op, want mijn Nederlandse bankpasje werd niet herkend. In Besançon vroeg ik beleefd aan een Franse dame of ze voor mij wilde pinnen, in ruil voor contant geld. Maar ze vond me erg eng, sprong in haar auto en maakte dat ze weg kwam. Een groepje Franse motorrijders had minder moeite met mijn baard van twee dagen. Hoezo zijn Fransen niet aardig. Deze wel hoor!

De hele dag reed ik door, al gauw 650 kilometer, totdat ik even na Grenoble een beetje moe werd. Ik zag langs een prachtig bergmeer een bordje "koffie is klaar" en besloot het even te proberen. Ja hoor, Nederlandse uitbaters. Tja. Gelukkig was er een blokhut beschikbaar. Dat kleine tentje met dat dunne matras dat ik als noodvoorziening bij me had vond ik niet erg aantrekkelijk. Als je over een paar dagen 54 wordt moet je je gemak zoeken waar het kan.

's Morgens regende het pijpenstelen en er hing een dikke mist. Wat een verschil met het prachtige weer van de voorgaande dag! Het sprankelende bergmeer was 25 meter van mijn blokhutdrempel, maar het was niet meer te zien.

Bij het ontbijt in de kantine keek ik samen met de eigenaar op buienradar. Heel Frankrijk - nee, heel Europa - genoot van een wolkenloze hemel. Alleen één klein plekje in Frankrijk niet: daar hingen buien. Inderdaad, ter hoogte van Grenoble. Sneu hoor, vooral voor de camping. Ik ben toch maar gaan rijden, goed verpakt in regenkleding. Na vijf minuten was ik een stukje afgedaald en kwam ik onder het wolkendek uit. Tien minuten later stopte de regen en verder had ik de hele reis naar de Zuidfranse Var stralende zon.

Al zuidwaarts reizende veranderde het landschap langzaam naar dat van de Provence: droger, vergeelder, meer brem, oregano en andere Provençaalse kruiderij. Aan het einde van de dag arriveerde ik in de Var bij het verblijf van mijn 84-jarige ouders.

Met een gerust hart kon ik daarna via allerlei Franse Alpenpassen verder naar Noord-Italië. Castellane, Digne, Briançon en een lange afdaling de Povallei in. Via tunnels en snelwegen langs Turijn en Milaan. Met voortdurend zo'n 160 per uur op de Autostrada was ik heel snel weer in bergachtiger gebied, richting Comomeer.

In Mandello del Lario aan het Lago di Lecco wilde ik de fabriek van het fameuze Moto Guzzi bezichtigen. Maar die was alleen in de namiddag open voor publiek; dat kwam mij niet gelegen. De camping was wél leuk; wéér een blokhut, een gezellig eetcafé en 's avonds een band met covers van jaren zestig- tot tachtigmuziek. Leuk dat twintigers zo gedreven de muziek spelen die ik zelf al zowat was vergeten.

Vervolgens de steile Passo Stelvio, Zwitserland en Oostenrijk. De weg slingerde zich vanaf de zuidkant eindeloos omhoog tegen een gigantische berg rotsblokken. Dat was mooi, maar tjonge, wat een hoop tunnels in die Alpen. Eén was wel 18 kilometer lang. Beetje saai. Een Italiaan met een grote BMW 5-serie (een auto dus) wilde wel een wedstrijdje met mijn Ducati, helling op met veel haarspeldbochten. Ik liet me meeslepen, kon hem nét bijhouden met mijn bescheiden luchtgekoelde 85 PK's. Er kwam een tunnel met veel water op het asfalt, precies in een bocht. Dat was tricky, daarom haakte ik wijselijk af. Bij een stoplicht verderop stak de BMW-chauffeur enthousiast zijn duim op. Ze zijn toch heel anders dan Nederlanders!

De Oostenrijkse kant van de Stelviopas was afgesloten wegens dichte mist en steenlawine. Een alternatief was een 'wit' weggetje via Zwitserland; vele motorrijders hadden het gekozen, want voor auto's was het nogal avontuurlijk. Heel smal, grotendeels onverhard en dat vanaf 2750 meter hoogte naar beneden met eindeloze haarspeldbochten. Mooi hoor.

Tot slot langs Oostenrijkse snelwegen en door Duitsland naar huis. Veel Autobahn, maar ook een flink stuk langs de Rijn en de Lorelei. Een overnachting in een stadje in de buurt van Karlsruhe, in een typisch Duits koekoeksklokkenhotelletje. Na Koblenz in één streep naar huis, weer via de Emsautobahn.

Mooi om een week lang te doen waar je zin in hebt - in dit geval in hele lange dagen op de motor zitten en door onbekend terrein rijden. Alleen stoppen als rijder of machine service behoeven, of 's avonds als de moeheid toeslaat. Eindelijk even leven zonder agenda.

Na thuiskomst was ik weer bekoeld en ging ik gezellig met vrouw en kind op stap naar Denemarken, met de camper. Lekker rondhangen, tutten en picknicken. Ook heel leuk.

Foto's

7be2d.jpg
7be2d.jpg
Festinalente