De kans dat je in IJsland een schaap tegenkomt is drie keer zo groot als dat je een mens tegenkomt. Behalve natuurlijk in Reykjavik!
Deze schapen kunnen 7 jaar na de uitbarsting van de vulkaan de Hekla weer iets te eten vinden! Het groen ziet er nog tamelijk armetierig uit, dus hard werken voor een klein hapje. Schapen lopen hier de hele zomer los rond. In de herfst worden ze per regio bijeengedreven in zogenaamde rettirs, ronde hekwerken met vakken waarin de beesten worden gesorteerd per eigenaar.
Overigens zijn ze in IJsland erg bang voor infectieziektes onder de dieren. Paarden en schapen mogen niet ingevoerd worden. Het risico van een epidemie onder de eigen schapen wordt gehalveerd doordat de schapen niet van de noordelijke helft van het eiland naar de zuidelijke helft kunnen komen en vice versa. Op plaatsen waar geen natuurlijke barriere is in de vorm van een berg of gletsjer bevindt zich een afrastering.