Dublin

Ervaar Dublin op z’n best tussen de golven. Een wandeling over een stenen zeearm, de Great South Wall, brengt je helemaal naar de rode Poolbeg vuurtoren. De zeearm werd in de 18de eeuw gebouwd om de haven van Dublin beter begaanbaar te maken voor schepen. Tijdens je wandeling klotsen aan weerszijden de golven tegen de muur, ferry’s en cruiseschepen varen af en aan. Zwemmers nemen hier een duik, want open sea swimming is immens populair in Ierland en gaat het hele jaar door, ook in de koude wintermaanden. Om bij de Great South Wall te komen kan je door de containerhaven te fietsen, maar leuker is vanaf het strand van Sandymount te lopen. Deze wandeling gaat helemaal langs de baai naar de muur. 

De Ierse hoofdstad is een toplocatie voor liefhebbers van cultuur. Rond Trinity College en Merrion Square zijn de meeste musea gevestigd, met onder andere de grote en gratis te bezoeken National Gallery. Veel mensen slaan echter de Hugh Lane Gallery over, omdat die als een van de weinige musea aan de noordkant ligt. Dit is een gemiste kans, want de symmetrie van het Georgian Charlemont House is al een plezier voor het oog, en dan ben je nog niet eens binnen. Onlangs hebben ze elk van de zalen in een opvallende kleur geverfd, een gedurfde stap met een schitterend resultaat. In alle rust kan je de werken van de in Dublin geboren Francis Bacon bekijken en een speciaal ingerichte glas-in-loodkamer. Oprichter Hugh Lane was een Ierse kunstverzamelaar die in 1915 tragisch omkwam op het schip RMS Lusitania. Lane bracht op dat moment schilderijen mee van Amerika naar Europa, en alhoewel het een passagiersschip was, dachten de Duitsers dat het munitie aan boord had en brachten het schip met torpedo’s tot zinken. 

De Irish National War Memorial Gardens zijn indrukwekkend aangelegde tuinen, gewijd aan de bijna 50.000 Ierse soldaten die hun leven gaven in de Eerste Wereldoorlog. De tuin is een goede plek om een langere wandeling te beginnen langs de rivier de Liffey naar het dorpje Chapelizod. Als je hier de rivier oversteekt kom je in Phoenix Park, het grootste stadspark van Europa. Op de uitgestrekte velden lopen kuddes damherten vrij rond. Je kan uren dwalen in Phoenix Park en slechts een handjevol anderen tegenkomen.  

Veel wijken die net buiten het centrum van Dublin liggen waren vroeger zelfstandige dorpjes. Een zo’n dorpje is Sandymount, gelegen aan de baai van Dublin. Je kan hier heerlijk uitwaaien over het kilometers lange zandstrand, en daarna gezellig lunchen in een van de pubs aan het centrale plein. Sandymount ademt nog steeds de sfeer van een plattelandsdorpje. Café Java en bakkerij Brownes hebben heerlijke koffie en scones. 

De sportfan weet dat Gaelic Football, hurling en rugby grote sporten zijn in Ierland. Voor een meeslepende wedstrijd moet je naar Croke Park, het Aviva Stadium of de RDS Arena. Hier maak je met tienduizenden mee hoe gepassioneerd de Ieren hun team aanmoedigen. Ga voor een kleinschaligere ervaring naar een van de clubs van de GAA, de Gaelic Athletic Association. Dublin telt er een kleine honderd, in elke wijk vindt je er minstens één. Kies bijvoorbeeld een hurlingwedstrijd van de senioren A, en spektakel is gegarandeerd. Het is de snelste sport op gras, ooit voorgekomen uit de faction fights, waarin bendes elkaar met stokken te lijf gingen. Alhoewel het hier gelukkig om de sportieve punten gaat, zie je er nog iets van de gewelddadige geschiedenis in terug. 

Binnen de stadsgrenzen van Dublin ligt UNESCO natuurreservaat North Bull Island. Het vijf kilometer lange zandstrand en duinen hebben iets weg van onze Waddeneilanden. Het mooiste is dat deze duinen op een kwartier van het centrum liggen. Omdat het eiland in een baai ligt, zie je schiereiland Howth aan de noordkant liggen en aan de puntige top van de Sugarloaf in de Wicklow Mountains aan de zuidkant. Het eiland ligt tegenover de wijk Clontarf en het St. Anne’s park, als je een bezoek aan deze plekken combineert, ben je een hele dag kwijt. Op het eiland is een kleine koffiekiosk aanwezig, maar verder geen horeca. In het voorjaar staat de felgele gaspeldoorn in bloei. 

De grootste begraafplaats van Ierland is een oase van rust met een uniek stukje Ierse geschiedenis. De middeleeuwse toren, Keltische kruizen en de rustplaatsen van nationale helden maken Glasnevin tot een sprookjesachtige plek. Een beetje verborgen achter de begraafplaats vind je de pub ‘The Gravediggers’ waar vroeger de grafwerkers hun Guinness dronken. In de aangrenzende Botanische Tuinen staan meer dan 15.000 plant- en boomsoorten, maar de grote Victoriaanse kas steelt hier de show.

Dalkey is een charmant havenplaatsje op een half uurtje met de trein van Dublin. Hier is het zo fijn vertoeven dat U2 zanger Bono er een optrekje heeft, kijkend over de Ierse Zee. In het bosrijke stadje ben je al weg van de massa, neem voor een nog stiller plekje voor een paar euro het bootje naar Dalkey Island, een rotsig eilandje voor de kust. De Engelsen bouwden hier een van hun Martellotorens uit vrees voor een aanval van Napoleon, nu is het een idyllisch rustpunt waar je vooral konijntjes en geiten tegenkomt.

Het Royal Canal loopt 146 kilometer tussen Dublin en Longford en werd vroeger voor vracht- en passagiersschepen gebruikt. Tegenwoordig is langs het kanaal een wandelroute uitgestippeld, die nog niet ontdekt is door de massa. Je komt een enkele fietser, een jogger en een baasje met hond tegen. Een heerlijke plek vlakbij het centrum om even aan de drukte te ontkomen.

Marlay Park is een stadspark van 86 hectaren (twee keer zo groot als het Vondelpark) in de buitenwijk Rathfarnham. Je zit hier aan de zuidkant van Dublin, negen kilometer van het centrum. In dit park begint de eerste etappe van de bekende langeafstandsroute Wicklow Way die het Wicklow Mountains National Park doorkruist. De eerste paar kilometer loop je door de bewoonde wereld, maar al snel gaat de route het bos in en beklim je de eerste berg. Vergeet niet af en toe achterom te kijken voor een prachtig uitzicht over Dublin.