Van een wandel- of fietstocht door een glooiend heuvellandschap met fruitbomen tot een proeverij in een wijnchateau: net over de grens in het bourgondische Belgisch Limburg staat genieten voorop. Wij leveren tien bewijsstukken die aantonen dat je niet ver hóéft te reizen voor een puur vakantiegevoel.
1. Wandel en fiets door mediterrane fruitboomgaarden

Hoeselt, op zo’n tien kilometer van de Nederlandse grens, wordt beschouwd als de poort naar Haspengouw, een vruchtbare streek die zich uitstrekt over meerdere Belgische provincies en voorheen ook Nederlands-Limburg. Tal van Greenspots, vertrekpunten voor wandelingen in het groen, en fietsroutes voeren door de heuvels met boomgaarden en kastelen. Voeg bijvoorbeeld in op de Kluizenaarswandeling (vier of zes kilometer) langs de Kluis van Vrijhern, een achttiende-eeuwse kluizenaarswoning in vakwerkstijl en een belangrijk bedevaartoord, of een van de vele fietsknooppunten. In zo’n negen kilometer trap je naar Tongeren, dat uit de Romeinse tijd stamt en daardoor de oudste stad van België is. Fietsen en e-bikes zijn te huur in Bilzen via Fietsfabriek 3740 en E-Bike Vibes.
Treed jij liever buiten de gebaande paden en neem je modderspetters op de koop toe? Leef je uit op de Mountainbikeroute Tumulus of De Steegkes. Wie liever het beste van twee werelden combineert, springt op de gravelfiets. Van de 101 kilometer die je aflegt tijdens de Bloesemgravelrit om Borgloon is veertig procent onverhard. Hoe dik je banden ook zijn, plan sowieso een tussenstop bij De Bottelarij in Wellen, een gezellig fietscafé met streekwinkel. Voor € 30 p.p. haal je een goed gevulde ontbijt- of picknickmand af.
2. Bewonder buitenkunst van wereldformaat in Borgloon

Elk jaar, meestal in de tweede helft van april, kleurt de grootste fruitregio van West-Europa wit. De wollige bloesem is uitgegroeid tot een internationaal fenomeen. Wanneer de bomen geen bloesem dragen, zijn ze behangen met laaghangend fruit. In het najaar kun je op talloze plekken vers fruit plukken.
In de omgeving van Borgloon vormt het vruchtbare landschap het decor voor een wel heel bijzonder kunstproject: PIT. Dit project omvat zeven levensgrote kunstwerken in de open ruimte. De kunstwerken zijn zo ontworpen dat ze – soms letterlijk – opgaan in het landschap. Reading between the Lines, het tien meter hoge doorkijkkerkje van architectenduo Gijs Van Vaerenbergh, staat op een prachtige plek tussen de boomgaardenhellingen. Als je ervóór staat kijk je naar een tien meter hoog kerkje. Maar als je een paar stappen opzij doet, kijk je er opeens dwars doorheen.
Verderop in het landschap slaat de twijfel toe bij de Twijfelgrens, een sculptuur van Fred Eerdekens dat lijkt op een geplooide lijn, maar vanuit het juiste standpunt het woord ‘twijfelgrens’ vormt – met weilanden en een beboste helling als canvas.
In Kerniel, een dorp ten noorden van Borgloon, creëerde Aeneas Wilder een ronde constructie van hout. Het 360-graden-uitzicht op een pittoresk dalletje wordt slechts onderbroken door houten latjes. De architect liet zich inspireren door het naastgelegen Klooster van Colen.
Net als het klooster wekt ook het cirkelvormige Untitled #158 volgens hem een hemelse rust op. Als je de PIT-fietsroute (27 kilometer) langs boomgaarden, akkers, kastelen, vergezichten en glooiende hellingen aflegt, rijg je de kunstwerken in één dagdeel aaneen.
3. Fiets over futuristische paden

Eddy Merckx en andere wielerhelden, de Ronde van Vlaanderen en een eigen vocabulaire waarmee bepaalde manoeuvres worden aangeduid: wielrennen is volkssport nummer één in België. Vooral in weekenden kom je wielerfanaten tegen op de wegen en in gezellige cafés. Wie de regio op twee wielen wil verkennen, kan zich natuurlijk bij dit amateurpeloton voegen, maar het kan ook zeker een paar versnellingen lager. Belgisch Limburg beschikt over een uitgebreid fietsroutenetwerk van zo’n tweeduizend kilometer aan verharde en grotendeels autovrije paden, opgebouwd uit genummerde knooppunten die je op allerlei manieren aan elkaar kunt knopen tot routecombinaties. Een aanpak die door veel landen wordt afgekeken.
Hoewel Belgisch Limburg vooroploopt met zijn bewegwijzerde fietsnetwerk, wil het vooral niet afpieren – ‘achteropraken’ in wielertermen. Door het bestaande netwerk uit te breiden met bijzondere attracties, weet het fietstoeristen steeds weer te prikkelen en natuurlijke en culturele troeven op unieke wijze te presenteren. Zo kun je in Provinciaal Domein Bokrijk, dankzij een verzonken fietspad (‘Fietsen door het Water’), het water splijten en op ooghoogte komen met eenden en zwanen en in de natuurkern Bosland over een spiraalvormige zevenhonderd meter lange fietsbrug tussen de boomtoppen fietsen (‘Fietsen door de Bomen’). Ook Nationaal Park Hoge Kempen, tegen de Nederlandse grens, beschikt sinds kort over twee bijzondere fietsattracties. Een strak vormgegeven houten brug van driehonderd meter lang (‘Fietsen door de Heide’) biedt uitzicht over heidevelden terwijl een drijvende, S-vormige pontonbrug (‘Fietsen tussen de Mijnterrils’) het meer tussen twee voormalige mijnafvalbergen overbrugt.
4. Ontdek resten uit het Romeinse Rijk

In Tongeren, de oudste stad van het huidige België, stap je in de voetsporen van de Romeinen en is hun nalatenschap nooit ver weg. Een keur aan historische erfgoederen herinnert aan de tijd waarin de stad nog Atuatuca Tungrorum heette, van kleine archeologische vondsten in het Gallo-Romeins Museum tot de imposante overblijfselen van oude thermen en de stadsmuur – een van de oudst bewaarde in Noordwest-Europa – die het centrum deels omringt. Gezellige cafés met terrassen en winkels wekken het historische hart, met zijn pleinen, heren- en vakwerkhuizen, tot leven.
Elke zondag verandert Tongeren in een schatkamer tijdens de beroemde antiek- en brocantemarkt, de grootste van de Benelux. Aan de Leopaldwal struin je langs honderden kraampjes met unieke artikelen – van vintage juwelen tot eeuwenoude meubels en misschien zelfs een Romeinse munt.
5. Aanschouw Unesco-Werelderfgoed

Het verhaal van de stad Sint-Truiden wordt in geuren en kleuren verteld. In de lente zorgt de bloesem voor een heerlijk aroma en witte omlijsting, terwijl de lucht in de nazomer naar rijpe appels, peren en kersen ruikt. Vers fruit ligt hoog opgestapeld onder de kraampjes van de wekelijkse markt. Bakkers maken hier fruitvlaaien van volgens eeuwenoud recept en in cafés drink je ambachtelijke cider of een streekbiertje met appeltoetsen.
Zelfs het straatbeeld is fris en fruitig, met fruitmozaïeken in vrolijke kleuren. In datzelfde straatbeeld vechten historische bezienswaardigheden om je aandacht. Het Belfort op de Grote Markt, een Unesco-monument, torent trots boven de historische gevels uit. Beklim ook de 196 treden van de Abdijtoren, voor een blik over de fruitvelden.
6. Drink een wijntje in een chateau

Het glooiende landschap, milde klimaat en de vruchtbare, kalkrijke bodem van Belgisch Limburg vormen de ideale voedingsbodem voor wijnbouw. Met maar liefst 22 wijndomeinen, variërend van intieme familiebedrijven tot uitgestrekte landgoederen, is de regio een paradijs voor wijnliefhebbers. Een klassieker is Wijnkasteel Genoels-Elderen in Riemst, op het grootste wijngoed van België. Als bezoeker kun je hier wandelen door een prachtig arboretum en rozentuin met wel duizend struiken. Het perfecte voorproefje voordat je het glas daadwerkelijk aan je mond zet.
Een dorp verder ligt Wijndomein Vlijtingen. Met traditionele methodes worden hier mousserende wijnen voort gebracht. Liefhebbers van pinotwijnen kunnen in Maaseik terecht op Wijndomein Aldeneyck. Beide domeinen verwelkomen bezoekers voor rondleidingen en proeverijen.
Voor een op maat gemaakte wijnervaring is er de Terroir Wijnsafari. Deze tour neemt groepen – in een elektrisch autootje – mee naar verborgen pareltjes in de regio, waar exclusieve wijnen worden geproefd die elders niet verkrijgbaar zijn.
7. Snuif (en drink) cultuur

Eind negentiende eeuw was de Belgische dorst naar jenever nauwelijks te stillen. Dit leidde tot een gemiddelde jaarlijkse consumptie van – houd je vast – 9,5 liter per inwoner. En dan te bedenken dat het alcoholpercentage toentertijd beduidend hoger lag dan nu …
Hasselt, waar de meeste stokerijen gevestigd waren, vormde het kloppende hart van de jeneverproductie. Nog altijd is men trots op het Hasselts Goud. Dat er nu een heus jeneverfestival wordt georganiseerd, scheelt een slok op een borrel. Op 18 en 19 oktober 2025, tijdens de jaarlijkse Jeneverfeesten, verkeert de provinciale hoofdstad in een roes. Twee dagen lang gonst de stad van de muziek en straattheater, en kun je op vrijwel elke straathoek jenever proeven; van klassieke graanjenever tot verrassende creaties met fruit, kruiden of chocolade. De distilleerderijen zetten hun deuren open en laten bezoekers kennismaken met het aloude ambacht.
Als je denkt dat jenever alleen gedronken wordt, heb je het mis – chefs verwerken het goedje in sauzen, desserts en andere culinaire hoogstandjes. Een aanrader is de Borrelwandeling, een smakelijke ontdekkingstocht langs de jenevergeschiedenis, waarbij een gids de verhalen achter de stokerijen vertelt. De wandeling duurt ongeveer twee uur en eindigt in het proeflokaal van het Jenevermuseum, waar je kunt genieten van een authentiek Hasselts jenevertje.
8. Wandel tussen exotische planten in hartje Hasselt

De Japanse Tuin in hartje Hasselt is de grootste van zijn soort in Europa en een oase van rust. Hier betreed je voor € 7 p.p. een wereld van kabbelende beekjes, sierlijke bruggetjes en zorgvuldig gesnoeide bomen, naar eeuwenoude Japanse voorbeelden.
In de lente ontploft het park vanwege de kersenbloesem, die dan in volle bloei staat, terwijl de herfst het landschap in ‘lichterlaaie’ zet. Zoek een bankje, luister naar de watervallen en volg de koivissen in de vijver, en je merkt al gauw wat de Japanners bedoelen met ‘zen’.
In de theepaviljoens kun je deelnemen aan een traditionele Japanse theeceremonie en workshops in kalligrafie, boogschieten, origami, ikebana (bloemstukken maken) en meer.
9. Snuffel rond in industrieel erfgoed C-Mine in Genk

Tussen 1917 en 1988 had de steenkoolmijn van Winterslag geen beste reputatie: de veiligheid liet te wensen over. Tegenwoordig heet het complex C-Mine en wordt er alleen nog creativiteit aangeboord. In de oude mijngebouwen zijn een cultureel centrum, kunsthogeschool, bioscoop, diverse horeca en ateliers neergestreken. Buiten kun je de 163 meter hoge mijnberg beklimmen voor een uitzicht over de stad Genk en andere mijnbergen die als vingerdoppen uit het landschap steken.
Ter ere van het tienjarig bestaan van C-Mine ontwierp Gijs Van Vaerenbergh, het architectenduo dat ook het doorkijkkerkje bij Borgloon bedacht, een bijzondere blikvanger op het terrein. Waar kompels (mijnwerkers) vroeger konden verdwalen in een ondergronds netwerk van schachten, kun je vandaag de dag verdwalen in een bovengronds labyrint. In de stalen wanden – tot wel vijf meter hoog – zijn vormen uitgesneden, waardoor je het mijncomplex telkens weer vanuit een nieuw perspectief gadeslaat.
Wie slim is, waagt zich eerst aan de C-Mine expeditie, waarvoor je afdaalt naar een belevingscentrum in de oude luchtgang en de mijnverhalen, -geuren en -geluiden herbeleeft. Aan het eind kun je de ruim zestig meter hoge schachtbok beklimmen en van bovenaf je ontsnappingsplan uit het doolhof bedenken.
10. Trek je terug in designcabin Loof of Bast ten zuiden van Hoeselt

Verstopt in een privébos met eeuwenoude beuken ten zuiden van Hoeselt wacht een van de mooiste vakantieadressen van België: Loof. De vernuftige constructie op palen maakt dat het huis volledig opgaat tussen de bomen en wordt opgeslokt door het loofgebladerte. Een plek om te vertragen en jezelf los te koppelen van de dagelijkse drukte – zonder in te boeten aan comfort. Elke centimeter is met zorg ontworpen en gestyled. Zo zijn de kleuren en materialen perfect afgestemd en lopen de vloeren en wanden met inbouwkasten naadloos in elkaar over. Naadloos is ook de verbinding met buiten.
Doordat Loof op een beboste helling staat aan de rand van het bos, bieden de ramen niet alleen uitzicht op de vele beuken, maar ook op schilderachtige weilanden. De perfecte setting om een paar dagen te cocoonen, inspiratie op te doen, terug te blikken of gewoon te lanterfanten. Vanaf € 210 per nacht voor maximaal vier personen.
In hetzelfde privébos, onzichtbaar vanuit de andere cabin, staat een tweede tiny house op palen, genaamd Bast. Door de grote ramen stromen de omgeving en het seizoen als het ware naar binnen. Wifi is bewust achterwege gelaten. Als gast word je daardoor gedwongen om de wifiverbinding los te laten en de verbinding met de omringende natuur aan te gaan. Naar de knop van de verwarming hoef je al evenmin op zoek te gaan; wie de temperatuur wil opkrikken, zal eigenhandig de houtkachel moeten voeden.
Grote ster is de badruimte in het hart van de cabin. Als je erin ligt en omhoogkijkt door het glazen plafond, kijk je zo naar de wuivende boomtoppen, de zon en wolkjes die voorbijdrijven, en als het eenmaal donker is de sterrenhemel. Omdat innerlijke rust niet op bestelling en overnight te realiseren is, geldt er een minimum verblijfsduur van twee nachten. Op deze manier heb je minstens een hele dag en ben je er echt even tussenuit. Vanaf € 225 per nacht voor twee personen.
Volg Columbus Travel op Facebook, Instagram, Spotify en/of YouTube en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.