Tirana

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Tirana image

Kerst in Tirana deel 1

Tirana
Albanië
RoyanvanVelse

Kerst in Tirana deel 1

Tirana, kerstmis 1992. Op 24 december kruip ik ’s middags een paar uur mijn bed in omdat het koud is. De stad zit zonder stroom en er is niets meer om de kachels mee op te stoken. Diesel is sterk gerantsoeneerd en er staat bijna geen boom meer overeind om te kappen. Van pure ellende duik ik onder de wol in een land waar ik alweer een half jaar werk. Ander leven, andere wereld.

Buiten, in die hoofdstad, gaat dat andere leven gewoon door. Gezuar khristlindjen staat er op een spandoek te lezen tussen de moskee en de opera in. Vrolijk kerstfeest. Voor het eerst sinds de tweede wereldoorlog mag je elkaar een zalige kerst toewensen. Voorheen stond er op iedere vorm van godsdienstbeoefening jarenlange gevangenisstraf of dwangarbeid. Albanië was een absoluut atheïstische staat waar alle mensen het volgens de communistische regering naar hun zin hadden. Bijbels, kruizen, kerkmuziek, bidden… verboden! Westerse muziek en kleding… verboden! Baarden, blote benen, buitenlandse talen, praten met de schaarse buitenlanders… eveneens verboden! Een klein land waar het zo goed vertoeven was dat de regering niet minder dan 750.000 bunkers had laten bouwen op de meest onmogelijke plekken. Dit om het land te verdedigen tegen de inval van Russen, Amerikanen, Italianen, Grieken, Chinezen, Cubanen en Joegoslaven. En de rest.

Met moeite kom ik tegen half zeven mijn bed weer uit om samen met Albanese vrienden kerst te vieren. Angjelin is een maatje van de atletiekvereniging Dinamo waar ik lid van ben en met hem, zijn ouders en zijn broer vier ik dit jaar kerst. Zij spreken alleen Albanees. Ik ondertussen ook gelukkig. Oefening en noodzaak baren kunst. Tijdens elke atletiektraining werden mij nieuwe woorden aangeleerd. Om te beginnen met vrapp (hardlopen) en het gevolg daarvan, djers (zweet), om vervolgens het vocabulaire uit te breiden. Nu kan ik inmiddels een redelijk gesprek voeren in deze moeilijke en unieke taal.

In de hoek van de woonkamer staat een nieuwjaarsboom. Dat is een kerstboom, maar die mocht je niet zo noemen tijdens de dictatuur wegens het godsdienstige tintje. Het boompje is versierd met papieren proppen en strikjes en heeft geen lichtjes. Dat zou ook weinig zin hebben zonder stroom. En noodgedwongen eten we, heel romantisch, bij kaarslicht. Het menu bestaat uit koud vlees en koude groente. Mijn vrienden lachen wat omdat ik, onwennig en onzeker, aftastend met mijn vork in onbekende gerechten prik. Is het schaap of geit, zijn het hersenen of hart? Ondanks de schaarste in het land heeft moeder Luisa er alles aan gedaan om een klasse maaltijd op tafel te zetten, en dat terwijl het gemiddelde maandinkomen zo rond de 150 leke ligt (anderhalve euro). Een brood kost al gauw 10 eurocent. De markten zijn leeg, winkels bestaan er niet in dit land en het is een raadsel hoe deze mensen het allemaal redden. Bij elke hap die ik neem hoopt het gezin dat het mij zal bevallen. Ik ben te gast, en de Albanees is van huis uit trots en bijzonder gastvrij. Ieder moment opnieuw laten ze dat aan me blijken. Met vader Luigi neem ik zo nu en dan een glaasje vodka of raki. Het is een teken van wederzijds respect hier in den vreemde. De twee zoons, Andy en Angjelin zijn van mijn leeftijd maar drinken niet mee. Het is alleen bestemd voor babai (de vader) en zijn speciale gast, de mik. Raki wordt veel gedronken in het land, het gehele jaar door. Het is een sterk brouwsel op basis van druiven of pruimen. Om zaken te kunnen doen met sommige autoriteiten moet ik ook altijd eerst bewijzen dat ik een volwaardige gesprekspartner ben door te drinken. Tijdens dat soort onderhandelingen zijn we eerst gezellig met elkaar, vragen naar elkaars gezin, gaan eventueel samen in bad, eten wat en drinken om dan uiteindelijk misschien nog eens tot zaken te komen.

Ik krijg een kerscadeau. Het is een kandelaar, een familiestuk. Weigeren is onmogelijk en maanden lang heb ik er nog profijt van wanneer ik ’s avonds, zonder stroom bij kaarslicht probeer wat uit te werken op papier omdat de accu van de computer leeg is en niet kan worden opgeladen. Als het niet te koud is tenminste.

Na het avondmaal lopen we de stad in. kerstavond 1992. Er klinkt geen muziek in de straten en er zijn geen verlichte vitrines. Het is koud en het is donker. Af en toe klinken er wat geweerschoten, zoals iedere avond. Politie, boeven, er loopt van alles door de straten. Het is aardedonker en je moet opletten dat je niet in de putten op de weg valt. Ieder moment kun je je nek breken. De deksels zijn gestolen en er is geen geld om ze te vervangen. Auto’s rijden er ook amper rond. Daar is eveneens geen geld voor. De paar wagens die wel rondrijden hebben geen verlichting. Moeizaam tuffen ze voorbij terwijl de bestuurders geen benul hebben van verkeersregels.