Mekong Delta

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Mekong Delta image

het smokkelaarsbusje

Mekong Delta
Vietnam
Svangelderen

het smokkelaarsbusje

Een plezierige plek om even rond te hangen. Zo omschrijft de Lonely Planet het dorpje Chau Doc. We zijn nog te jong en onervaren om niet alles zo letterlijk te geloven. En daarom slapen we een nachtje in dit dorp. In een guesthouse met muren van karton. Buiten suizen onafgebroken scooters rond. De constante stroom van geluid stopt rond tienen ’s avonds, maar begint al om 5 uur ’s ochtends weer aan te zwellen. We staan dan ook vroeg weer buiten. Op weg naar de volgende bestemming. Can Tho wordt het. Want daar hebben ze van die mooie drijvende markten.

Met ons lange westerse benen willen we nu een keertje wat comfortabeler naar de volgende plek reizen. De lokale bussen zijn berekend op mensen die tot mijn elleboog komen. Ik weet wel dat opgepropt zitten in een bus tot de charme van reizen behoort, maar je mag jezelf ook weleens verwennen. We besluiten een minibusje te boeken via een ander guesthouse. Volgens de Lonely Planet is dat de beste keus, en wij geloven dat braaf. We worden naar de achterbank van het busje gedirigeerd en daar zitten we dan. De rest van de inzittenden zijn Vietnamezen. Af en toe draaien ze zich om en staren ons aan. Als ik naar ze lach, giechelen ze heel hard.

Dan krijg ik ineens een harde stoot in mijn rug. Ik draai me verbaasd om, er zat toch niemand achter me? Achter me blijkt een kleine kofferbak te zijn. Twee mannen proppen die met verbeten gezichten vol met zakken vol kleine pakjes. Ze duwen en proppen net zo lang tot er geen kiertje ruimte meer over is. Daarbij schudt de achterbank heftig heen en weer. Als er bak vol is knikken de mannen elkaar tevreden toe en dan kunnen we op weg.

Na een kwartiertje rijden worden we plotsklaps tot stoppen gedwongen door een politiepatrouille. De bestuurder en politieman wisselen wat woorden. Dan rijden we achter de politie aan. Naar het bureau. Op de binnenplaats stopt het busje. De politieman maakt de kofferbak open en maakt een ‘aha’ geluid. De hele lading pakjes wordt uitgeladen en uitgestort op een zeiltje. Het blijken honderden pakjes illegale sigaretten te zijn.

Binnen in het busje wordt het steeds heter. We mogen er niet uit. De bestuurder begint driftig te gebaren als iemand het probeert. De politie is nog niet klaar met het busje. Methodisch onderzoeken ze het hele voertuig. En wat blijkt? We hebben waarschijnlijk het wereldrecord sigaretten vervoeren gebroken. Achter elk paneel en laatje komen pakjes tevoorschijn. In het dashboardkastje. In de deuren. Onder de stoelen. Net als de politie er genoeg van lijkt te krijgen, besluiten ze ook nog de bekleding van het dak te bevoelen. En ja hoor, daar zitten ook nog pakjes. De stapel op het zeil is inmiddels een grote berg geworden. Ik vraag me af wat er gaat gebeuren. Zitten wij nu ook in de problemen? En wanneer zou ik naar de WC kunnen?

De bestuurder en de politieagent staan samen te smoezen. Er wisselt iets van eigenaar. Dan stapt onze bestuurder zwijgend weer in het busje. Hij blaft iets tegen zijn smokkelmaatje en we rijden met een rotvaart weg. Naar Can Tho denk ik naïef. Dan staan we ineens weer bij ons beginpunt. Het zal toch niet. Maar ja, het hele busje wordt weer opnieuw ingeladen. Ik voel niks tegen mijn rug aan duwen. Dit keer willen ze geen record breken. Er worden gewoon wat zakken achterin gesmeten. En dan gaan we echt op pad.

Er is natuurlijk al veel tijd verstreken door het gedoe op het politiebureau. En die tijd moet ergens worden ingehaald. Nu dus. Op de weg. De bestuurder gooit het busje links en rechts voor andere auto’s langs. Het landschap achter de raampjes wordt een wazige veeg. We rijden vaker aan de verkeerde dan aan de goede kant van de weg. Regelmatig zie ik auto’s recht op ons af rijden. Ik klem me met witte knokkels aan de stoel voor me en probeer me te herinneren wat je ook al weer moet doen als je een auto-ongeluk krijgt.

Bij de eerste straat van Can Tho die we binnenrijden besluiten we uit te stappen. Het busstation en het centrum zijn nog een eindje rijden. Maar dat kan ons niet schelen. We gaan wel lopen.