Lhasa

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Lhasa image

Hoogteziekte in Lhasa

Lhasa
Tibet
RoyanvanVelse

Hoogteziekte in Lhasa

De Tibetaanse hoofdstad stad Lhasa ligt ietsje hoger dan het vliegveld en ondanks het feit dat er zo’n miljoen inwoners zouden moeten zijn, heeft Lhasa niet veel weg van een grote stad. Het ligt prachtig tussen de bergen. Het Potalapaleis dat aan de linkerkant ligt als we de stad binnenrijden doet ons beseffen dat we nu echt in Tibet zijn. De film Seven years in Tibet begint spontaan te leven bij het zien van dit paleis van de dalai lama. We nemen onze intrek in het hotel en hebben de rest van de dag om te acclimatiseren.

De hoogte is voor veel toeristen een probleem. De luchtdruk is op deze hoogte lager dan op zeeniveau en het percentage zuurstof in de lucht is eveneens lager. Niet iedereen kan er even goed tegen en sommige reizigers krijgen serieus last van hoogteziekte. Daar valt verder niets tegen te doen. Er zijn geen medicijnen. Je kunt alleen maar hopen dat het overgaat en anders moet je een paar duizend meter dalen, hetgeen daar niet mogelijk is. Je kunt wel wat preventieve maatregelen nemen zoals rustig aan doen de eerste dag, geen alcohol nuttigen en veel water drinken. We houden ons strikt aan de regels maar voordat we überhaupt de stad bereiken krijg ik al hoofdpijn. Ik negeer het maar als we eenmaal in het hotel zijn wordt het alleen maar erger. Een paracetamoltabletje helpt niet. Twee ook niet. Ik drink zoveel water als ik maar kan maar het heeft geen effect. Rolf heeft nergens last van. Het is ook niet aan te geven welk soort mensen er wel last van krijgt en wie niet. Ik ga een tijd op bed liggen maar ook dat lost niets op. Dus besluiten we om de stad wat te gaan verkennen. Een stukje wandelen in de zonnige kou zal de nodige afleiding bezorgen. We zijn binnen een mum van tijd in het oude centrum bij de bijna anderhalve duizend jaar oude Jokhang-tempel, de eerste boeddhistische tempel van Tibet. Het bouwwerk is op een meer gebouwd en wat er nog over is van dat water, is een vijver in het complex. Vlak buiten de tempel, in een niet toegankelijke binnentuin, staat een oude keizerlijke inscriptie in steen waarin China verklaart de soevereiniteit van Tibet altijd te zullen respecteren.

Er zijn veel mensen op straat die met de klok mee rond de tempel lopen. Even lopen we als enigen eigenwijs tegen de richting in maar dat geven we al snel op. Sommige mensen werpen zich op de grond met het gezicht naar de tempel gekeerd. Anderen gaan vooruit door zich om de paar meter op de grond te werpen en Boeddha te aanbidden. Ze hebben wel bescherming op hun knieën en handen. Heel veel Tibetanen lopen met gebedsmolens rond. Deze draaien ze rond, ook weer in de richting van de klok. Tijdens de eerste en de laatste draai worden gebeden of mantra’s uitgesproken die op de molen geschreven staan. Daar tussenin gaan de gebeden wel door maar hoeven ze niet hardop gezegd te worden. Een veel uitgesproken mantra is ‘Om mani padme hum’. Een van de vertalingen die ervan gegeven wordt is ‘eer aan de juweel in de lotus’ maar het omvat veel meer. Het gaat onder meer over lijden en over mededogen. De muzikale weergave van deze mantra is ook buiten het boeddhisme zeer bekend en zet aan tot rust, dromen en meditatie. De oosterse melodie is er een die zowel op de voorgrond als op de achtergrond niet verveelt en veel ten gehore wordt gebracht.

We zijn wat verbaasd wanneer we een oude vrouw zien lopen met een swastika oftewel hakenkruis op haar rug. Hier heeft het echter niet de negatieve betekenis die het in het Westen heeft. In het Boeddhisme is de swastika een heilig symbool. De vrouw mag het dragen om te laten zien dat zij de respectabele leeftijd van tachtig jaren gepasseerd is.

De hoogteziekte blijft me die dag plagen en ik loop als verdwaasd over straat, amper nog bewust van wat er om me heen gebeurt, niet reagerend op toeterende auto’s achter me. Het is alsof ik in trance ben maar de zware hoofdpijn breekt dat gevoel van euforie jammer genoeg helemaal af. Die avond liggen we dan ook redelijk vroeg op bed en na een wat onrustige nacht verdwijnt de hoogteziekte de volgende dag beetje bij beetje. Alleen bij het oversteken van hoge passen in de volgende dagen komt de hoofdpijn nog ietsje en eventjes opzetten, maar niet meer zo erg als op de eerste dag. Ik voel me nu eindelijk een hooglander. (wordt vervolgd)