River Kwai

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

River Kwai image

"Het onderpand ? Dat ben jij !"

River Kwai
Thailand
Doppie

"Het onderpand ? Dat ben jij !"

"En, gelukt ?”
“Ja hoor, geen enkel probleem, over een uur komt zijn schoonvader ons met de boot oppikken.”
“En die brengt ons naar.....?”
“Nam Tok, daar ga ik dan met een brommertaxi even pinnen en dan pakken we daar weer de bus.”
“Geregeld dus, volgens mij komt ons ontbijt net overvaren.”
“Euh, nog één ding, hij wilde wel een onderpand.”
“Wat voor iets, je camera ofzo ?”
“Nee schat, JIJ bent het onderpand."

De vorige avond hebben we heerlijk zitten borrelen op ons drijvende hutje in Sai Yok NP, we hoeven maar met onze vingers te knippen of Ting de varende ober komt aanpeddelen met een koude Singha.
Een perfecte plek, de omgeving wordt schaars verlicht met olielantaarns die stuks voor stuk een tweelingbroer hebben in het water waar onze voeten losjes in hangen te bungelen.
Een serene rust hangt om ons heen slechts doorbroken door ons gefluister en het ruisen van de twee watervallen links en rechts van het drijvende dorpje.
Wat jammer dat we hier maar één nacht kunnen blijven, we hadden graag nog een tochtje over de rivier willen maken en de wandelpaden de bossen in liggen uitnodigend te lonken.

We bespreken wat te doen, gaan we nog verder naar het westen in de richting van de drie pagoden pas of zullen we af gaan zakken naar het zuiden, naar de Andaman kust ?
Opeens bedenk ik me iets: “Shit, we zijn vergeten te pinnen vandaag !”, een blik in mijn portemonnee leert dat we nog net genoeg geld hebben voor een brommertaxi naar de hoofdweg, of we dan nog genoeg over hebben voor een buskaartje is nog maar de vraag.

Ik heb een ingeving, inplaats van zomaar een stukje varen over de rivier kunnen we ons natuurlijk ook naar een dorp langs de rivier laten brengen, gaan we daar naar de bank en betalen dan voor de boottrip.
We besluiten om ons laatste geld te besteden aan een toast op dit fijne plan, Ting zit aan de overkant al bij zijn bootje te wachten.

'Sandokan' is wel voor dit idee te porren, we spreken een mooie prijs af en zijn schoonvader zal ons naar Nam Tok brengen, grote kans dat hij daar toch al heen moest om boodschappen te gaan doen. Als ik hem vertel over ons liquiditeitsprobleem begint ie te lachen, de dichtstbijzijnde bank ligt op zo'n 4 km van de rivier.
Niks aan de hand, al snel komen we overeen dat Carina bij de boot zal blijven met de bagage en dat ik haar later tegen betaling van het afgesproken bedrag weer mee mag nemen.
Mijn “You not afraid I not come back ?” wordt beantwoord met een daverende klap op mijn schouder.

We zijn in ons element, niet alleen is de tocht over de rivier erg fraai, maar we zijn weer op onze manier op reis, ongepland gebruik makend van welk vervoer ook voorhanden is. We komen niet altijd daar waar we heen willen maar wat dan nog ?.
De beboste oevers van de Kwae Noi glijden aan ons voorbij, af en toe zien we een glimp van bebouwing tussen het gebladerte. Vaak zit de bewoner langs de waterkant zijn maaltje bij elkaar te vissen terwijl hij zijn badende vee in de gaten houdt.
We geven het op om te tellen hoeveel Kingfishers we voorbij zien vliegen, hun blinkend blauwe verschijning gaat ons nooit vervelen, hoeveel we er ook zien.

Na twee uur varen beginnen de eenvoudige hutjes op de oever steeds vaker plaats te maken voor luxe villa's.
Nog een half uur verder leggen we aan in Nam Tok, tijd om zaken te gaan doen. Na Carina beloofd te hebben dat ik snel terug zal zijn, ga ik samen met onze bootsman op zoek naar iemand om mij naar de bank te brengen.
Al snel zit ik achterop een brommertje dat aanzienlijk sneller bergop gaat dan het ouwe ding dat ons een dag eerder bergaf naar Sai Yok heeft gebracht.

Het is druk bij de bank, geduldig wacht ik op mijn beurt, tot mijn schrik verlaten er nogal wat mensen het gebouwtje met een wegwerpgebaar. Het zal toch niet gebeuren dat ik straks onverrichter zake terug moet keren ?
De rij achter mij begint te morrelen, mijn eerste pasje is geweigerd, mijn tweede pasje is geweigerd, met beide heb ik tot nu toe zonder problemen kunnen pinnen.

Ik doe een schietgebedje terwijl ik met bezwete handen mijn creditcard in het apparaat stop. Ik zie in een flits mijn schoonouders, op kraambezoek in Singapore. Hoe moet ik dit aan hen uitleggen, een kleindochter erbij maar een dochter minder, twee weken geleden op Changi Airport heb ik ze plechtig beloofd goed op haar te zullen letten. Om nog maar te zwijgen van de schone onderbroeken die ik dan ook kwijt ben.

Gelukkig spuwt de geldautomaat de gewenst hoeveelheid biljetten uit, mijn chauffeur probeert de verloren tijd in te halen door zich als een kamikaze richting de rivier te storten.
Met tranen in mijn ogen van de wind en mijn haar recht overeind koop ik mijn enigszins ongeduldig kijkende geliefde weer vrij bij een, eveneens, ongeduldig kijkende bootsman.

De brommerbrigade zit net te overleggen hoeveel ze ons zullen gaan vragen voor het ritje naar de bushalte. Ik beëindig deze discussie door in het Thais het bedrag te noemen dat wij willen betalen, de twee jongste rijders vinden het genoeg om gelijk op te springen en naar hun voertuigen te lopen, de oudjes sprakeloos (en tandeloos) achterlatend.

Met één gewone en één brommertaxi met zijspan racen we weer omhoog, op de verkeerde weghelft rijden we toeterend de net vertrekkende bus tegemoet.
De tassen achterna springend landen we in de bus, op schoot bij een groep monniken op de achterbank. Stoïcijns kijkend laten ze de excuses van Carina over zich heen komen.
“Schat, monniken en vrouwen......”
“Ach, even vergeten, aan zijn glimlach te zien vind ie het niet echt vervelend !”


[div align="center"]Vorige blog - Volgende blog[/div]

Foto's

3bc2a.jpg
3bc2a.jpg
Doppie
2c44c.jpg
2c44c.jpg
Doppie
1c88e.jpg
1c88e.jpg
Doppie