Noordoost Thailand

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Noordoost Thailand image

Op weg naar het verborgen olifanteneiland

Noordoost Thailand
Thailand
Annettoz

Op weg naar het verborgen olifanteneiland

“Ha, de Mount Everest is niet eens meer de moeilijkste berg om te beklimmen!” Roept een langharige jongen naast me op de bank terwijl we gezamelijk op Discovery naar een documentaire over klimmen zitten te kijken. “Wist je dat ze het laatste stuk naar het topje bedekt hebben met ladders, zodat je niet meer hardcore hoeft te klimmen?” Alle aan de buis gekluisterde backpackers kijken naar de net nieuw binnengekomen 32-jarige Zuid-Amerikaan die ervoor gaat zitten om over zijn eigen klimervaringen te vertellen. De jongen met de afstandsbediening kijkt hem geirriteerd aan en zet symbolisch de tv wat harder, de rest lijkt blij te zijn met de spontane prater en draaien weg van de tv.

Fred blijkt half Peruaans en half Amerikaans te zijn en heeft een paar maanden geleden zijn baan opgezegd om een wereldreis te maken. Na verschillende bergtoppen in Zuid-Amerika te hebben beklommen, werd het tijd voor Azie. Met veel gebaren en overdreven gezichtsuitdrukkingen vertelt hij over zijn klim naar een 4000 meter hoge bergtop waar hij een blinde jongen tegen het lijf liep. “Die gast was zo slecht voorbereid! Hij weigerde om een bril te dragen, terwijl er daar sneeuw ligt en de zon de hele dag fel schijnt. Hij kwam terugstrompelen met vastgeschroeide ogen van alle etter en pus, omdat zijn netvlies gewoon blind gebrand is van het felle licht. Zelfs de reddingswerkers hielpen hem met weinig respect om zijn stommiteit.”

Al snel kom ik erachter dat dit eerste gesprek typerend is voor de rest van mijn tijd met Fred. Hij weet alles, praat veel, is overal geweest en is niet mild in zijn oordeel. Die eerste avond raken we aan de praat en ik vind hem sympathiek omdat hij op een vriend van me lijkt. Daarnaast zegt hij een goede fotograaf te zijn en een fotograaf is precies wat ik nodig heb voor mijn eerstvolgende uitstapje als mijn hostelarrest is afgelopen! De organisatie Bring The Elephant Home heeft me uitgenodigd om langs te komen bij een nieuw project wat ze begonnen zijn in Oost-Thailand om er een verhaal over te schrijven. Probleem is alleen dat mijn eigen fotograaf inmiddels in Berlijn zit! Na nog twee dagen te hebben opgetrokken met Fred, en samen een verhaal hebben gemaakt over de Snake Farm in Bangkok, besluit ik dat het een betrouwbaar iemand is waar ik graag verder mee reis, dus nodig ik heb uit mee te gaan naar Buri Ram. “Graag!” is zijn uitbundige reactie. “Tot nu toe heb ik steeds mensen geleid en daar ben ik moe van, dus ik lift graag mee dit keer.” Fred wil graag de oude Khmer-tempels vlak onder Buri Ram bezoeken en ik moet nog een keer terugkomen in het ziekenhuis, dus hij besluit een dag eerder te gaan en daar op me te wachten.

Na mijn laatste bezoek aan Bumrungrad is mijn arrest officieel opgeheven en mag ik eindelijk weer de buitenlucht in. Weg de stad uit en op naar de olifanten! Ik hevel wat kleren over in mijn kleine rugzak en prop de grote backpack in een kluis in het hostel. Zo lang blijf ik niet weg en voor een lang weekend heb ik niet zoveel spullen nodig. Ik neem een taxi naar het busstation vlakbij Ploen Chit en natuurlijk is het verkeer weer een grote chaos. Het is geen ramp, want de bus naar Buriram vertrekt elk uur. Wanneer we eindelijk het station bereiken, ben ik een beetje overrompeld. De grote hal barst van de loketten met daarboven allerlei teksten in Thai. Nergens is een woord Engels te bekennen. Vreemd. Aan een mannetje in uniform vaag ik waar ik een kaartje kan kopen voor de bus. “Wheh you go?” vraagt hij glimlachend. Buriram. “Ah, ok. Thlee minutes. Hully!” en hij duwt me gehaast in de richting van een tafel waarachter een vrouwtje op een plastic stoel zit. “Buli lam”, herhaalt de man een paar keer en de vrouw begint instemmend te knippen en tovert een kaartje vanonder de tafel vandaan die ze me overhandigt. Beiden kijken ze me glimlachend aan en zeggen weer “Hully.” Ik sta nog even verbaasd te kijken. Dit is mijn kaartje voor de bus? De bus naar Buri Ram? Maar antwoorden krijg ik niet, want de man duwt me in de richting van de hal die schijnbaar leidt naar de perrons. Snel ren ik met hem mee naar buiten waar een hele kolonie krakkemikkerige bussen op ons staan te wachten. Hij duwt me de bus binnen waarvan de motor al staat te ronken, maar de chauffeur staat nog een sigaretje te roken. Ik hoef mijn kaartje niet eens te laten zien. Voor de zekerheid vraag ik toch nog maar een keer; Buri Ram? “Yes, is Buli Lam.” De chauffeur stapt in en we vertrekken.

Ik snap dat ze waarschijnlijk de “R” vervangen voor een “L”, maar wanneer ik op mijn kaartje kijk zie ik ook “Buli Lam” staan en heel even ben ik bang dat ik straks compleet ergens anders eindig dan waar ik heenmoet. Daar is nu niks meer aan te doen en met een creditcard voor noodgevallen op zak, red ik me wel. Ik zoek een plek achterin de bus waar nog weinig mensen zitten. Buri Ram is blijkbaar niet erg populair onder toeristen, want ook al vertrekt de bus zo vaak per dag er zitten alleen maar Thai in die (na een paar haperende gesprekken) werken in Bangkok, maar wonen in Buri Ram. Terwijl een stokoud, maar extreem gespierd oud mannetje, de plaats voor me inneemt laat ik mijn hoofd rusten tegen het schokkende raam. Groene rijstvelden, glooiende bergen en reuze buddhabeelden gaan aan me voorbij en ik voel met elke schok hoe heerlijk het is om er weer eens uit te zijn. Op weg naar waar dan ook. Buri Ram met een “R” of met een “L”.

Foto's

15507.jpg
15507.jpg
Annettoz
6d964.jpg
6d964.jpg
Annettoz