Sabah

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Sabah image

Sabah

Sabah
Maleisië
Lione Kolsteren

Maleisie, deel 3

De volgende dag hebben we ingeruimd voor het Tunku Abdul Rachman National Park. Een park met zo’n welluidende naam moet wel mooi zijn, en dat is het zeker. Voor de kust van KK liggen vijf kleine bounty-eilandjes met weelderige bossen, mangroves en fraaie zandstranden. De onderwaterwereld is prachtig en ook erg beroemd. Voor duikers en snorkelaars is dit een hot spot. De eilandjes werden gelukkig tot national park verklaard. Vanaf de haven van KK (aan de westkant van het centrum) brengen bootjes je er, voor een klein bedrag, in een half uurtje heen. Wij kozen voor Sapi, een eiland waar het wat drukker is en met de nodige faciliteiten (toiletten, restaurant). In drie kwartier wandel je om het eiland heen. Aan het strand is het goed toeven en de onderwaterwereld is weliswaar mooi, maar voor de echte mooie onderwaterplekken moet je naar één van de andere eilanden. We eten onze lunch, vlak achter het strand, maar we worden daarbij nauwlettend in de gaten gehouden door varanen en makaken. De varanen zijn jongens om rekening mee te houden. Ze zijn ook niet van het kleinste soort: ze meten tot anderhalve, soms twee meter. Hoewel het ze om jouw eten te doen is, kunnen ze onverwacht fel uitvallen. Datzelfde geldt voor de makaken (apen). Tevreden kijken we ’s avonds op deze ontspannende dag terug.

Een uurtje vliegen over het fraaie Borneose landschap in de vroege morgen brengt ons in Sandakan, aan de oostkust van Borneo. Ook deze stad met 120.000 inwoners is na WO II in snel tempo weer opgebouwd. Op 22 km afstand van Sandakan bevindt zich het Sepilok Orang Oetan Wildlife centrum. Hier worden gevonden weesjes getraind om alleen te kunnen overleven in de wildernis. Dat duurt gemiddeld 5 tot 7 jaar. Aan het einde van deze periode wordt de orangs geleerd steeds verder van het centrum af in het oerwoud te leven. Dagelijks kunnen ze, op vaste tijden, nog eten krijgen in het centrum. Soms doen ze dat, soms ook niet. Het is dus afwachten of je ze te zien krijgt. Wij zien er nogal wat. Een hele groep kan de verleiding van lekker eten niet weerstaan en komt uit het bos tevoorschijn. Het is ontroerend om, voor het eerst, de orangs in het “wild” te zien. Deze soort wordt ernstig bedreigd, en het centrum verricht, ondanks het dierentuinachtige karakter van het voederen, goed werk.

Terug naar Sandakan, waar we inschepen op ons bootje, die ons over de Kinabatangarivier wat dieper de Borneose jungle in zal brengen. De tocht duurt 3 uur, wat ons de gelegenheid geeft om dit prachtige landschap aan weerszijden van de rivier goed in ons op te nemen. Het verveelt geen moment. Ons einddoel is de Sukau Rainforest Lodge, nabij het plaatsje Sukau. Het blijkt, alhans voor ons, een schot in de roos. Het is een schitterend tussen de rivier en de jungle gelegen kleinschalig resort. Er zijn ongeveer 20, niet al te luxe, huisjes. Het resort doet er van alles aan om de gasten vermaak te bieden. Er is een fraai terras aan de rivier, waar ook gegeten kan worden, er zijn boardwalks aangelegd van enkele honderden meters lang waarover je een stukje door de jungle kunt lopen, er worden regelmatig boottochtjes en wandelingen gedaan en vooral is er, in ons geval Big John.

Big John heet natuurlijk anders, zijn echte naam kennen wij niet. Het is een fors gebouwde boomlange Chinees. Als we bij binnenkomst vragen of we gebruik mogen maken van zijn computer, vindt hij dit goed en zien we dat hij in een chatbox zit, ingelogd onder de naam Big John. Vanaf dat moment noemen wij hem Big John. Big John is onvermoeibaar in zijn zorg over ons. Bij binnenkomst legt hij ons de spelregels uit: als hij op de gong slaat, moeten wij uit onze kamers komen want dan heeft hij versnaperingen voor ons. Achteraf blijkt dat John onvermoeibaar op de gong slaat. We zitten nog niet in onze kamers als de gong weer gaat en er weer thee, zoetigheid, koekjes, eten, eten of eten is. En dat blijft die dagen zo. Wat meteen de naam Big John verklaart……..

We krijgen van alles voorgeschoteld. Een begeleide wandeling over de boardwalks, waarbij met liefde verteld wordt over planten en dieren. De boardwalk kent halverwege een onderbreking. Hier moest ruim baan gemaakt worden voor een olifantenoversteekplaats. De olifanten kiezen altijd hetzelfde pad en op hun weg vonden zij de boardwalk maar een hinderlijk obstakel. Dat werd dus zonder pardon gesloopt, keer op keer, en uiteindelijk heeft men ervoor gekozen de olifanten geen stroobreed in de weg meer te leggen. De boardwalk werd enkele meters onderbroken. Er staat een waarschuwing vlak vóór het oversteken: geef voorrang aan de olifant. Hadden wij maar voorrang kunnen geven, wij hebben ze niet gezien! Het gaat om een bijzondere soort: de Borneo pygmee olifant, een klein soort dat hier pas onlangs is ontdekt.