Flores

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Flores image

Zeventien augustus in Ruteng

Flores
Indonesië
Fransvdg

Zeventien augustus in Ruteng

Zeventien augustus is in Indonesië de Hari Raya Merdeka, ofwel de Onafhankelijkheidsdag. Voor mij, als Nederlander, is dat gevoelsmatig een beladen dag.
Mijn eigen vader is hier tijdens de politionele acties in 1949 naar toe gestuurd om te vechten, want zei onze regering toen: “Indië verloren is rampspoed geboren……”
Intussen hebben we tijdens de moderne geschiedenislessen wel geleerd dat onze rol in de Gordel van Smaragd de schoonheidsprijs beslist niet verdient.

Toen ik op 17 augustus 1994 in Indonesië was, stelde ik me dus voorzichtig op. Was mijn aanwezigheid bij festiviteiten wel gewenst??! Zou er sprake zijn van boosheid of reserve? Uit het volgende verhaal mag blijken dat mensen in Ruteng zeer ruimhartig dachten over ons bezoek.

Ik had het voorrecht om als reisbegeleider mee te mogen met een groep landgenoten tijdens hun reis door Zuid-Sulawesi en over een aantal Sunda-eilanden. Tijdens onze reis over het eiland Flores kwamen wij op 17 augustus door de plaats Ruteng, de belangrijkste stad in het gebied van de Manggarai.

De Manggarai zijn bekend om hun zweepgevechten (de caci) die kracht en moed moeten aantonen. Twee spelers staan daarbij met ontbloot bovenlijf en een schild van buffelleer tegenover elkaar. Met hun zweep delen ze rake klappen uit. Soms ontstaan daardoor lelijke wonden die blijvende littekens achter kunnen laten. De mannen zijn trots op hun littekens en ervaren een bloedende wond als een offer voor de geesten van hun voorouders. Het zweepgevecht staat niet bekend als agressief, maar vooral als een bewijs voor mannelijke moed.

Op feestdagen worden er vaak zulke zweepgevechten georganiseerd en ja, wij troffen het….. Rondom een veld stonden veel lokale mensen te wachten op het begin van de caci. Nieuwsgierig stapten we uit en we gingen bescheiden achteraan staan. Maar de gemiddelde Nederlander is lang en dan steek je al snel boven de Manggarai-mensen uit. Ook onze blanke huidskleur zorgde er natuurlijk voor dat we opvielen. De kepala desa (het dorpshoofd) kwam in een fraai wit uniform op ons afgestapt en begon een praatje. Gelukkig kon ik hem in (gebrekkig) Bahasa antwoorden: “Ya, kami Orang Belanda….” (Ja, wij zijn Nederlanders) De man lachte vriendelijk en nodigde ons uit om de ereplaatsen in de feesttent in te nemen en daar te gaan zitten. Ik aarzelde zichtbaar…het was wel 17 augustus. Hoorde ik als Nederlander daar vooraan te gaan zitten terwijl de mensen uit de streek moesten staan? Heel duidelijk wel dus.

Het werd me nog moeilijker gemaakt. De kepala desa kwam opnieuw op me afgestapt, nu met een grote zweep. Als “delegatie-leider van de Nederlandse toeristen” kreeg ik de rol van ere-gast. Hij overhandigde me de zweep en vroeg me of ik het feest wilde openen en de eerste klap wilde uitdelen……..Het zweet brak me uit. Op zeventien augustus een Indonesiër op zijn ros geven met een zweep???? Nee, dat ging me echt te ver. Hoe kwam ik daar onderuit? Ik schutterde en zocht naar woorden:”Maaf, saya kurang mengerti caci”(Sorry, maar ik begrijp het caci-spel niet goed.)
De man glimlachte vriendelijk en liet de zweep daarna zelf knallen op het schild van een van de strijders. Het feest kon beginnen. Met verbazing hebben we zitten kijken.
Na verloop van tijd moesten we onze busreis weer vervolgen om op tijd in Labuhanbajo aan te komen. We werden heel vriendelijk uitgezwaaid…..van aversie tegen de Nederlanders was totaal niets te merken. Hulde voor de vriendelijke, ruimdenkende Indonesiërs hier!



Foto's

2bf02.jpg
2bf02.jpg
Fransvdg