Bali

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Bali image

Bali

Bali
Indonesië
EvanderHel

Sweet temptation

Ik zit in een witte jurk op een grote roze wolk.
Kriebels in mijn buik.
‘Wat is daarop jullie antwoord?’
‘Ja’.
‘Ik ook ja’.
‘Dan verklaar ik jullie nu tot knus en kneuterig getrouwd stel'.

2 dagen later…

Voor onze eerste verre reis besluiten we het gelijk maar zo’n slordige 11.000 kilometertjes verderop te zoeken. Het vliegtuigpersoneel van Malaysia Airlines verrast ons met luchtig geklede dames in kleurrijke nachtponnen en bijpassende geruisloze gangpadslippers. We zijn nu al blij met deze tropische keuze.

We hadden namelijk ook per auto kunnen gaan. Dan waren het 13.092 kilometers geworden. Misschien zelfs nog een paar meer gezien mijn gave om te verdwalen. Maar om nu zoveel landen te doorkruisen met kletterende blikjes achter de vierwieler aan ging me iets te ver. Daarbij werd het laatste stukje reddend zwemmen met een auto op de buik ook wat lastig.

Dat jaar was ‘Joéhoééh Vakantieman, ben ik al brui-huin?’ Frits Bom nog op tv. Hij had een item over een hotel in Sanur op Bali. Het hotel kwam helemaal top uit de verf en was een en al aanrader. Nog jong en onervaren hadden wij stomtoevallig maanden eerder precies dat geboekt en na het oordeel van Frits waren we er nog gelukkiger mee. Van rondreizen hadden we nooit gehoord, we gingen gewoon lekker excursies maken en zouden het eiland dan ook wel zien.

Het hotel was inderdaad top. Vonden alle Hollanders die er zaten. Schrik! Leuk hoor al die oranje kakelende landgenoten, maar daar vlieg je niet de halve wereld voor over. Voor de groepsuitjes waren we dan ook niet meer te porren en we gingen een eigen ‘mannetje’ zoeken. Zo vonden wij Ida. Sprak niet meer dan 6 woorden Nederlands en had vreselijk veel humor. We stapten in zijn Jeep en toerden vrolijk over het eiland. Het klikte zo goed dat hij aan het einde van een lange dag vol trots zijn familie wilde laten zien.

‘Waar wonen zij?', vroegen we hem.
‘Mwah, ongeveer daar’ en met een vaag slingerende hand in de richting van nergens en een andere hand nonchalant aan het stuur doken we de jungle in. Duiken met een Jeep is best apart. Gordels kennen ze niet en als een hysterische blanke stuiterde ik bijna uit het bakje, zo loodrecht denderden we naar beneden. Weg met de bewoonde wereld, weg met het felle zonlicht, weg met de weg.
Na een stuk hotseknotsbegonia soort van pad te hebben gevolgd verscheen er een riviertje. Kinderen waren er in hun nakie en blootje aan het spelen maar stopten toen ze ons zagen. Ik had zoiets nog nooit gezien maar zij ons ook niet. Dat scheelt. Een hutje werd zichtbaar en nog een. De cultuurschok was groot en ik moest mijn best doen om niet continue met mijn mond open rond te lopen. Maar nog groter was de hartelijke ontvangst van zijn vader en moeder, in mijn onwetende ogen een opa en oma van 113 en 109 jaartjes jong. De dresscode was casual, gelukkig. Wij in korte broek, shirt en bijpassende zweetdruppels, zij in een lange doek, rimpels, een paar tanden en van boven lekker luchtig. Héél luchtig… haar theezakjes keken me een beetje treurig aan, ze hadden de strijd met de zwaartekracht hopeloos verloren.

Ze heeft geen woord gezegd maar met een brede glimlach en vriendelijke handgebaren nam ze me mee op de open huis route. Het ene hutje was haar keuken. Van het type landelijk en sfeervol aardedonker. Gelukkig was de hygiënecodecommissie in geen rijstvelden of wegen te bekennen. Het andere hutje was woon- en slaapkamer voor iedereen.
Ida vroeg of we zin hebben in thee. Gelukkig hadden we ons van tevoren wel redelijk ingelezen en weten we dat het niet beleefd is om nee te zeggen. Dus ja, graag! Tot op heden heb ik nog nooit zo’n zoete beker thee op, bizar gewoon. Daar zou driekwart van mijn gebit ook met klapperende tanden voor vluchten. We genoten ervan op de rand van een houten verhoging en toen (o)ma zag dat we het lekker vonden werd ze helemaal enthousiast.
‘Koekje erbij?’
Google translate bestond nog niet maar Ida was een goede tolk.
‘Euh… ja, goed’.
Denk ik. Ze schoot die duistere keuken in, de theezakjes veerden blij op en ze kwam stralend terug met… roze koeken! Ik was bijna weer terug op school, waar ze die dingen altijd verkochten in de pauzes. Zoveel lekkerder dan die met liefde gesmeerde boterham door moeders. Mag ik dat zeggen? Nee, dat mag ik niet zeggen. Maar goed, ik zat in de jungle en niet op school dus ik pakte gretig een koek van haar aan. Van Ida begreep ik dat ze die altijd zelf bakt en ze zagen er smakelijk uit. Groot, veel cake en een indrukwekkende berg roze glazuur.

‘Er loopt een mier op je gezicht’.
Ik veeg hem weg en neem nog een hap.
‘Er zit er nog een, Ellen’.
Ik wrijf over mijn hele gezicht en kijk dan naar m’n hand. Niets te zien. In mijn andere hand de half opgegeten koek. Wel wat aan te zien. De roze wolk spat langzaam in koekkruimels uiteen. Het beweegt en knipoogt naar me vanuit de cake. En het begint te kriebelen van binnen. Ik slik nog ’s en verbeeld ik het me of voel ik piepkleine, roffelende Balinese zwarte voetjes in mijn maag?
‘Nog wat thee?’
Welja, glimlach ik mierzoet.