Krishna's Boterbal is een gigantisch, natuurlijk rond stuk rots bovenop een heuvel in Mamallapuram, in het zuiden van India. Deze rots staat in een onwaarschijnlijk evenwicht; het lijkt alsof deze grote balvormige rots balanceert en dat het minste zetje hem naar beneden kan doen rollen. Deze natuurlijke curiositeit staat daar al voor eeuwen en niemand weet waarom het nooit weggerold is.
Krishna’s Boterbal is een echte trekpleister voor (vooral lokale) toeristen. Waarom deze grote balvormige rots “Krishna’s Boterbal” genoemd wordt?
Hier volgt de uitleg:
De god Krishna is één van de belangrijkste avatars van Vishnu en één van de populairste goden in het Hindoeïsme. Het woord ‘avatar’ komt uit het Sanskriet (avat?ra), letterlijk “de neerdalende” en betekent hier “de incarnatie”.
Krishna betekent ‘zwart’ in het Sanskriet en zou van oorsprong de god van de herders zijn van de bevolking in India met een donkerder huidskleur. Krishna wordt dan ook meestal afgebeeld met een donker blauwe of zwarte huid.
Een andere naam voor Krishna is “Navanitachora" dat "boterdief” betekent (Navanita = boter). Krishna wordt vaak uitgebeeld als jongeling die kattenkwaad uithaalt of heldhaftige daden verricht. Dit beeld van een dansende figuur stelt de jonge Krishna voor.
De sieraden die hij draagt, zijn kenmerkend voor jonge prinsen. Krishna is te herkennen aan het voorwerp dat hij in zijn rechterhand houdt: een boterbal.
Als kind bracht Krishna de Gopi's in verrukking en verwarring door hun boter te stelen, daarna voerde hij volgens het verhaal een vreugdedans uit. ‘Gopi’ is het Sankriet woord voor herdersmeisje van de koeien. Melk is het symbool van onze liefde, die wordt gezuiverd wanneer zij wordt geofferd aan God. Het karnen is het zuiveringsproces. Het resultaat (de boter) is zuivere toewijding die door God wordt aanvaard. (info: www.balpoint.nl)